ECLI:NL:RBUTR:2011:BU6132
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Nietige dagvaarding in strafzaak wegens valsheid in geschrift
Op 11 november 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet op de juiste wijze is uitgereikt. De dagvaarding was per gewone post verzonden naar het door de verdachte opgegeven adres in België, terwijl dit volgens artikel 30, lid 1 van het Benelux Uitleverings- en Rechtshulpverdrag aangetekend had moeten gebeuren. Hierdoor is de verdachte niet op de terechtzitting verschenen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad op 17 februari 2009, LJN BG3460, waarin werd gesteld dat een nietige dagvaarding nietig verklaard moet worden als de verdachte niet op de juiste wijze is opgeroepen. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat de dagvaarding nietig verklaard moet worden.
Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit voorzitter mr. A.M. Crouwel en de rechters mrs. A. Kuijer en A.G. van Doorn, in aanwezigheid van griffier mr. D. Riani el Achhab. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting op 11 november 2011. De verdachte, geboren in 1954 en woonachtig in België, was niet verschenen, noch was zijn raadsman, mr. J. Peters, aanwezig. De officier van justitie heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt, maar de rechtbank heeft uiteindelijk besloten de dagvaarding nietig te verklaren.