ECLI:NL:RBUTR:2011:BU6132

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
11 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-604062-05
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding in strafzaak wegens valsheid in geschrift

Op 11 november 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet op de juiste wijze is uitgereikt. De dagvaarding was per gewone post verzonden naar het door de verdachte opgegeven adres in België, terwijl dit volgens artikel 30, lid 1 van het Benelux Uitleverings- en Rechtshulpverdrag aangetekend had moeten gebeuren. Hierdoor is de verdachte niet op de terechtzitting verschenen.

De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad op 17 februari 2009, LJN BG3460, waarin werd gesteld dat een nietige dagvaarding nietig verklaard moet worden als de verdachte niet op de juiste wijze is opgeroepen. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat de dagvaarding nietig verklaard moet worden.

Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit voorzitter mr. A.M. Crouwel en de rechters mrs. A. Kuijer en A.G. van Doorn, in aanwezigheid van griffier mr. D. Riani el Achhab. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting op 11 november 2011. De verdachte, geboren in 1954 en woonachtig in België, was niet verschenen, noch was zijn raadsman, mr. J. Peters, aanwezig. De officier van justitie heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt, maar de rechtbank heeft uiteindelijk besloten de dagvaarding nietig te verklaren.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/604062-05
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 november 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1954] te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats], België.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 11 november 2011. Verdachte en zijn raadsman mr. J. Peters zijn niet verschenen. De officier van justitie heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en/of aan het opzettelijk gebruik maken van het valse geschrift.
3 De voorvragen
De geldigheid van de dagvaarding.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding van de verdachte in de onderhavige zaak niet op de juiste wijze is uitgereikt. De rechtbank overweegt daartoe dat de dagvaarding per gewone post is verstuurd naar het door verdachte opgegeven adres in België, terwijl de dagvaarding op grond van artikel 30, lid 1 van het Benelux Uitleverings- en Rechtshulpverdrag aangetekend verstuurd had behoren te worden.
Nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen is de rechtbank, in het verlengde van Hoge Raad 17 februari 2009, LJN BG3460 van oordeel dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard.
4 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Crouwel, voorzitter, mrs. A. Kuijer en A.G. van Doorn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Riani el Achhab, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 november 2011.