ECLI:NL:RBUTR:2011:BU6122

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
25 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-070103-96
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een gediagnosticeerde pedofiel met een persoonlijkheidsstoornis

In de zaak van de officier van justitie tegen de terbeschikkinggestelde, heeft de rechtbank Utrecht op 25 november 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte. De officier van justitie had op 30 september 2011 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en rapporten van deskundigen. Tijdens de zitting op 11 november 2011 zijn zowel de officier van justitie als de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord. De deskundige G.J. Nieuwenhuis heeft het rapport van de inrichting toegelicht, waarin werd geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. De rechtbank heeft de conclusies uit het rapport overgenomen, waarin werd gesteld dat er sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en dat het recidiverisico hoog is. De rechtbank heeft overwogen dat beëindiging van de terbeschikkingstelling niet aanvaardbaar is, gezien het risico op recidive en het gebrek aan behandelmotivatie van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wordt verlengd met twee jaren.

De rechtbank heeft daarbij de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met pedofilie en een persoonlijkheidsstoornis, en er zijn zorgen over zijn behandelmotivatie en de mogelijkheid tot resocialisatie. De rechtbank heeft benadrukt dat zonder een significante verandering in de houding van de terbeschikkinggestelde, een toekomstige verlenging van de maatregel onvermijdelijk zal zijn.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/070103-96
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 25 november 2011
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1965],
verblijvende te F.P.C. Oldenkotte, Kienvenneweg 18, 7157 CC Rekken,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
• de vordering van de officier van justitie d.d. 30 september 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met twee jaren;
• het vonnis van deze rechtbank d.d. 6 augustus 1996, waarbij [verdachte] is veroordeeld voor met iemand beneden de zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd en ontucht plegen met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd en waarbij hij ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, van welke terbeschikkingstelling de termijn is gaan lopen op 8 november 1996;
• de beslissing van Gerechtshof Arnhem d.d. 21 mei 2010, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van twee jaren;
• het rapport van F.P.C. Oldekotte d.d. 10 augustus 2011, opgemaakt door .H.M. Nijhuis, directeur/hoofd van de inrichting, H. de Boer, psychiater en R. Panjer b/a A.H. Nanninga-Heveling van Beek, hoofd behandeling, waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren;
• de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte], over de periode van september 2009 tot mei 2010;
• het uittreksel Justitiële Documentatie van 27 september 2011.
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 11 november 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.R. Walther, advocaat te Utrecht. Voorts is de deskundige G.J. Nieuwenhuis, werkzaam bij F.P.C. Oldenkotte, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige Nieuwenhuis heeft het rapport en het advies van de inrichting toegelicht. In voormeld rapport en door de deskundige ter zitting is omtrent de terbeschikkinggestelde het navolgende gesteld.
Kernproblematiek:
De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met pedofilie (niet-exclusieve type) en een persoonlijkheidsstoornis NAO. Zijn persoonlijkheid kenmerkt zich door vermijdende, afhankelijke, passief-agressieve en theatrale trekken. Zeker onder stresserende omstandigheden is er een risico op decompensatie waarbij de terbeschikkinggestelde de grip op de realiteit kan verliezen. De terbeschikkinggestelde kan angstig, chaotisch en verward raken, waarbij dissociatieve klachten, stemmingswisselingen en preoccupatie toe kunnen nemen. Er is sprake van een gestuwde agressiehuishouding en de interne controle over agressie en impulsen schiet tekort. Er is sprake van een gebrek aan empathie en de sociale, relationele en copingvaardigheden schieten tekort.
De terbeschikkinggestelde is niet in staat om leeftijdsadequate (intieme en emotioneel wederkerige) relaties met volwassenen aan te gaan. Hij voelt zich veiliger in en meer aangetrokken tot de wereld van kinderen. In combinatie met het gebrek aan empathie en gebrekkige controle over seksuele impulsen, is er bij de terbeschikkinggestelde onvoldoende remming voor seksueel contact met kinderen.
Behandelverloop:
Met betrekking tot het behandelverloop wordt in het rapport opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde op 26 maart 2010 als herselectant is geplaatst binnen F.P.C. Oldenkotte.
Er is momenteel geen motivatie voor behandeling en geen samenwerkingsrelatie met het
behandelteam, hetgeen het centrale probleem is. De terbeschikkinggestelde kent in het verleden met andere hulpverleners eveneens een moeilijke samenwerkingsrelatie. Dit hangt samen met zijn basaal wantrouwen naar volwassenen. De diagnose pedofilie kan de terbeschikkinggestelde niet accepteren.
Omdat er bij de terbeschikkinggestelde geen behandelmotivatie is en de behandelrelatie is verslechterd, is vooruitgang in de behandeling en/of resocialisatie momenteel moeilijk.
Uitspraken over de lange termijn zijn momenteel daardoor ook moeilijk te geven.
Recidiverisico:
Positief is dat er binnen de beveiligde setting geen seksuele gedragingen zijn
waargenomen, zoals het kijken naar pornografie. Ook is de terbeschikkinggestelde actief buiten de afdeling met de terbeschikkinggesteldenraad van F.P.C. Oldenkotte. De impulscontroletraining is hij ook blijven volgen. Onlangs heeft de terbeschikkinggestelde ingestemd om individuele therapie te volgen en ordent hij samen met zijn behandelcoördinator de feitelijkheden in zijn dossier. Hierdoor is er een voorzichtige verandering in de samenwerking.
De delictfactoren zijn in het huidige functioneren van de terbeschikkinggestelde nog aanwezig. Op grond van dit klinische beeld wordt bij onmiddellijke beëindiging van de thans vigerende maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege de kans op een recidive als hoog getaxeerd. Dit beeld komt overeen met de afname van gestructureerde instrumenten voor risicotaxatie.
Advies:
Op 4 juli 2011 is het groot casuïstiekoverleg geweest, waar door verschillende disciplines gekeken is naar een mogelijk behandeltraject voor de terbeschikkinggestelde. De prognose voor de behandelbaarheid van de problematiek is somber. Toch hoeft wat betreft extern toezicht en controle niet direct gedacht te worden aan longcare of longstay. Plaatsing in een FPA of 24-uurswonen met doelgerichte onbegeleid vrijheden, wordt gezien als het hoogst haalbare. Om dit doel te bereiken zal de terbeschikkinggestelde nog moeten profiteren van enkele behandelingen. Daarnaast zal er een inspanning tot samenwerking vanuit de terbeschikkinggestelde moeten komen, daar het behandelteam zonder samenwerking niets kan betekenen ten aanzien van het afnemen van het recidiverisico.
Gezien het bovenstaande adviseren wij u de terbeschikkingstelling van [verdachte] te verlengen met twee jaren.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd dat hij van mening is dat de terbeschikkingstelling beëindigd dient te worden.
Namens de terbeschikkinggestelde is ter terechtzitting door de raadsman primair verzocht om afwijzing van de vordering van de officier van justitie. Subsidiair heeft de raadsman aangegeven dat hij van mening is dat kan worden volstaan met verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
6 De beoordeling
De rechtbank is gebleken dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is voldaan. De rechtbank overweegt daarbij dat zij de conclusies in het rapport ter zake van het bestaan van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en het herhalingsrisico overneemt en tot de hare maakt. De rechtbank overweegt in het bijzonder dat bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege door de rapporteurs de kans op recidive als hoog wordt getaxeerd. Dit beeld komt overeen met de afname van gestructureerde instrumenten voor risicotaxatie. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het recidiverisico nog niet is teruggebracht tot een voor beëindiging van de terbeschikkingstelling vereist aanvaardbaar niveau.
Op basis van de geschetste risico’s en de conclusies in het rapport, is de rechtbank voorts van oordeel dat niet kan worden volstaan met een kortere verlenging dan twee jaren. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat ook tijdens de terechtzitting is gebleken dat er bij de terbeschikkinggestelde, ook na herhaalde plaatsing in een nieuwe behandelomgeving, geen probleembesef en behandelmotivatie lijkt te bestaan. Op basis hiervan valt niet te verwachten dat er de komende periode zodanige stappen in de behandeling van de terbeschikkinggestelde kunnen en zullen worden genomen, dat een nieuwe toetsing van de TBS-maatregel met dwangverpleging over reeds één jaar zinvol kan worden geacht.
De rechtbank hecht er in dit verband aan de terbeschikkinggestelde voor te houden, dat het nauwelijks voorstelbaar is dat de rechtbank bij een eventuele volgende verlengingszitting anders dan thans zal kunnen oordelen, tenzij hij zijn opstelling ten aanzien van het hem aangeboden traject van behandeling en begeleiding ingrijpend wijzigt.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en met name gelet op het nog steeds actueel te achten recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] wordt verlengd met twee jaren.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] voor de duur van twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.G. van Doorn, voorzitter, mrs. A. Kuijer en A.M. Crouwel, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D. Riani el Achhab en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 25 november 2011.