ECLI:NL:RBUTR:2011:BU5551
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Ebbens
- P. Wagenmakers
- N.E.M. Kranenbroek
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor bezit van verdovende middelen en witwassen
Op 16 november 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 augustus 2011 in Utrecht werd aangehouden. Tijdens de doorzoeking van zijn woning werden aanzienlijke hoeveelheden verdovende middelen aangetroffen, waaronder 293,65 gram cocaïne en 95,93 gram hasjiesj. Daarnaast werd er een geldbedrag van € 9.945,- gevonden, waarvan de rechtbank oordeelde dat het afkomstig was uit misdrijf. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van deze verdovende middelen en het witwassen van het geldbedrag. De verdediging voerde aan dat de verdachte geen wetenschap had van de drugs in zijn woning, maar de rechtbank oordeelde dat de aangetroffen bewijsmiddelen voldoende waren om tot een veroordeling te komen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan, evenals met het feit dat de verdachte niet eerder onherroepelijk was veroordeeld voor soortgelijke feiten. Het vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechtbank ook besliste over het beslag op de inbeslaggenomen voorwerpen en geldbedragen.