ECLI:NL:RBUTR:2011:BU5313

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
16 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
300481 / HA ZA 11-167
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.M. Vanwersch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bemiddelingsovereenkomst tussen Netlijn Utrecht BV en Installatiebedrijf Van Leeuwen BV

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Netlijn Utrecht BV (eiseres) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Installatiebedrijf Van Leeuwen BV (gedaagde). De procedure betreft een vordering van Netlijn tot betaling van een bemiddelingsfee van EUR 7.140,00, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een mondeling tot stand gekomen bemiddelingsovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen, maar dat de door Netlijn gehanteerde algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, omdat deze pas na het sluiten van de overeenkomst zijn toegestuurd. De rechtbank heeft overwogen dat voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden vereist is dat de wederpartij voorafgaand aan de overeenkomst kennis heeft kunnen nemen van de voorwaarden. Aangezien dit niet het geval was, werd de vordering van Netlijn afgewezen. De rechtbank heeft daarnaast geoordeeld dat Netlijn recht heeft op een redelijk loon voor de verrichte bemiddelingswerkzaamheden, maar dat dit bedrag niet in verhouding staat tot de gevorderde hoofdsom. De zaak is verwezen naar de rol voor een akte uitlating over het redelijk loon aan de zijde van Netlijn, waarna IVL de gelegenheid krijgt om een antwoordakte in te dienen. De rechtbank heeft verder iedere verdere beslissing aangehouden, met de mogelijkheid voor partijen om tot een vergelijk te komen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handel en kanton
Handelskamer
zaaknummer / rolnummer: 300481 / HA ZA 11-167
Vonnis van 16 november 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NETLIJN UTRECHT BV,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. P.J. Stuy,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INSTALLATIEBEDRIJF VAN LEEUWEN BV,
gevestigd te Wijk bij Duurstede,
gedaagde,
advocaat mr. F.M. Haarmans,
Partijen zullen hierna Netlijn en IVL genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 mei 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 12 september 2011
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Netlijn is een onderneming die zich onder meer bezig houdt met werving en selectie van medewerkers ten behoeve van opdrachtgevers en het uitzenden van uitzendkrachten.
2.2. Naar aanleiding van een of meerdere vacatures op de website van IVL voor (onder meer) een koelmonteur, heeft Netlijn telefonisch contact opgenomen met IVL en geïnformeerd of IVL interesse had in een geschikte kandidaat voor de betreffende vacature. Hierop heeft IVL positief gereageerd.
2.3. Netlijn heeft op 10 december 2009, 1 februari 2010, 2 februari 2010, 3 maart 2010, 22 maart 2010 en 16 april 2010 kandidaten bij IVL geïntroduceerd.
2.4. Bij e-mail van 2 februari 2010 deelt Netlijn onder meer het volgende aan IVL mee:
“Goedemorgen [voornaam 1],
Bijgaand het CV van [kandidaat] aan te treffen, alsmede de voorwaarden voor indiensttreding.
Topkandidaat!
(…)
Klik hier voor het CV en klik hier voor de voorwaarden.
(…)
Mail me aub wat data/tijden, dan plan ik een kennismakingsgesprek in.
(…)
2.5. Bij e-mail van 4 februari 2010 deelt IVL aan Netlijn het volgende mee:
‘Beste [voornaam 2],
We hebben zojuist een goed gesprek gehad met [kandidaat].
[kandidaat] gaat morgen eerst nog naar Dorp Installaties: dus dat wordt even afwachten.
We kunnen op dit moment ook niet beslissen daar onze directeur pas maandag terug is en wij dit eerst met hem moeten bespreken.
We komen hier dus midden volgende week op terug; tenzij [kandidaat] natuurlijk beslist voor Van Dorp.
Wordt vervolgd!
(…).’
2.6. Bij e-mail van 5 februari 2010 bericht Netlijn IVL dat [kandidaat] bij Van Dorp in dienst is getreden.
2.7. Op 15 februari 2010 treedt [kandidaat] bij IVL in dienst als Service-Monteur Koeltechniek. Per 1 november 2010 is dit dienstverband beëindigd.
2.8. Bij brief van 14 oktober 2010 deelt Netlijn aan IVL mee dat het haar duidelijk is geworden dat [kandidaat] bij IVL in dienst is getreden. Netlijn maakt op basis van haar algemene voorwaarden aanspraak op een vergoeding.
3. Het geschil
3.1. Netlijn vordert samengevat - veroordeling van IVL tot betaling van EUR 7.140,00 vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Aan deze vordering legt Netlijn - zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag. Tussen partijen is een bemiddelingsovereenkomst tot stand gekomen. Aangezien IVL een door Netlijn geselecteerde kandidaat in dienst heeft genomen, is IVL op grond van de door Netlijn gehanteerde algemene voorwaarden een bemiddelingsfee verschuldigd.
3.3. IVL voert verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.
4. De beoordeling
4.1. De kern van het debat tussen partijen heeft betrekking op de vraag of tussen partijen een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen en of de door Netlijn gehanteerde algemene voorwaarden op deze overeenkomst van toepassing zijn.
4.2. In artikel 6:217 BW is bepaald dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding. Volgens Netlijn dient het eerste telefoongesprek met de potentiële opdrachtgever aangemerkt te worden als een aanbod tot het aangaan van een bemiddelingsovereenkomst. In dit gesprek wordt - aldus Netlijn - verteld wat Netlijn kan en welke kosten aan haar bemiddeling zijn verbonden. Vast staat dat IVl meerdere malen is ingegaan op het aanbod van Netlijn om kandidaten bij haar te introduceren. Zo ook met betrekking tot de kandidaat [kandidaat], voor wiens bemiddeling Netlijn thans aanspraak maakt op bemiddelingsfee. Door het bemiddelingsaanbod van Netlijn te aanvaarden, is tussen Netlijn en IVL een overeenkomst (van opdracht) tot stand gekomen, op grond waarvan Netlijn gehouden was om voor IVL geschikte kandidaten te vinden voor haar vacature.
4.3. Hoewel, zoals overwogen, vast staat dat tussen partijen een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen, is gesteld noch gebleken dat partijen een gave overeenkomst hebben gesloten. Hiervoor is vereist dat partijen ten aanzien van de essentialia van de overeenkomst overeenstemming hebben bereikt. De essentialia van een overeenkomst zijn de kernverplichtingen die partijen overeenkomen. Door afspraken te maken over de kernverbintenissen, weten de contractpartijen wat zij van elkaar kunnen verwachten. Ten aanzien van de onderhavige bemiddelingsovereenkomst behoren de concrete bemiddelingswerkzaamheden van Netlijn en de betalingsverplichting(en) van IVL tot de kernverbintenissen. Hoewel Netlijn stelt dat zij tijdens het eerste telefonische contact met IVL heeft uitgelegd wat zij doet en onder welke voorwaarden, heeft dit niet tot gevolg dat aangenomen kan worden dat partijen ten aanzien van de essentialia overeenstemming hebben bereikt.
4.4. Voor zo ver Netlijn van mening is dat dit niet nodig is, omdat de verplichtingen over en weer zijn vastgelegd in haar algemene voorwaarden, heeft het volgende te gelden. De essentialia van een overeenkomst kunnen niet eenzijdig worden opgelegd, enkel door deze op te nemen in algemene voorwaarden. Zoals overwogen dient ten aanzien van alle essentialia overeenstemming te bestaan. Daar komt bij dat de onderhavige algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op tussen partijen gesloten bemiddelingsovereenkomst. Voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden is immers vereist dat de wederpartij ten tijde of voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de voorwaarden. Hiervan is sprake indien de gebruiker de voorwaarden voorafgaande of tijdens het sluiten van de overeenkomst de algemene voorwaarden ter hand heeft gesteld, of indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij bekend heeft gemaakt dat de voorwaarden bij ter inzage liggen of op eerste verzoek zullen worden toegezonden. Vast staat dat Netlijn de door haar gehanteerde algemene voorwaarden - wat hier verder ook van zij - eerst na het sluiten van de bemiddelingsovereenkomst per e-mail toestuurt. Bovendien vraagt Netlijn haar wederpartij niet om met de toepasselijkheid in te stemmen, zoals te doen gebruikelijk bij elektronische kennisneming van algemene voorwaarden. Nu de algemene voorwaarden van Netlijn niet van toepassing zijn op de tussen partijen tot stand gekomen bemiddelingsovereenkomst, wordt de gevorderde hoofdsom, die op deze algemene voorwaarden is gebaseerd, afgewezen.
4.5. Zoals overwogen dient de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst aangemerkt te worden als een overeenkomst van opdracht. Dit heeft tot gevolg dat Netlijn op grond van het bepaalde in artikel 7:405 lid 2 BW recht heeft op een redelijk loon. Te denken valt aan de tijd die is besteed aan het zoeken naar een de kandidaat [kandidaat], gebaseerd op het uurloon van de betrokken medewerker en eventuele onkosten. Het moge Netlijn duidelijk zijn dat dit aldus te berekenen redelijke loon in geen verhouding zal staan tot het gevorderde bedrag. Nu partijen zich op dit punt nog niet hebben uitgelaten, zal de zaak naar de rol worden verwezen voor ‘akte uitlating redelijk loon’ aan de zijde van Netlijn. Aansluitend zal IVL in de gelegenheid worden gesteld een antwoordakte te nemen.
4.6. Het komt de rechtbank geraden voor, nu op de belangrijkste geschilpunten is beslist, dat partijen met in achtneming van het voorgaande tot een vergelijk moeten kunnen komen. Indien partijen hierin slagen, kunnen zij dit schriftelijk meedelen aan de griffie van de rechtbank en verzoeken om doorhaling van de procedure.
4.7. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verwijst de zaak naar de rol van woensdag 14 december 2011 voor akte uitlating redelijk loon aan de zijde van Netlijn;
5.2. bepaalt dat IVL aansluitend een antwoordakte mag nemen;
5.3. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Vanwersch en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2011.?