ECLI:NL:RBUTR:2011:BU1989
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn
- J.M. Bruins
- T. Reichardt
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor diefstallen en poging tot inbraak met bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 oktober 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van twee diefstallen en een poging tot inbraak. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor de diefstal van een camera op 10 mei 2011 en de poging tot inbraak in een woning op 26 juni 2011. De verdachte had samen met een vriend de intentie om in te breken, maar heeft uiteindelijk geen goederen weggenomen. De rechtbank verwierp het beroep op vrijwillige terugtred, omdat de verdachte op het moment van de poging tot inbraak wist dat hij bezig was met een strafbaar feit. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaringen van de verdachte en de aangiften van de slachtoffers.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werden er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een gebiedsverbod en een locatiegebod, die gecontroleerd zouden worden door middel van een GPS-enkelband. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte, die eerder veroordeeld was voor vermogensdelicten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, ondanks zijn jonge leeftijd, al meerdere kansen had gekregen om zijn gedrag te verbeteren, maar dat eerdere hulpverleningstrajecten niet het gewenste effect hadden gehad. De rechtbank besloot tot een gevangenisstraf, maar met een voorwaardelijk deel om de verdachte te stimuleren zijn leven te veranderen en recidive te voorkomen.