ECLI:NL:RBUTR:2011:BT8700
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor bezit van kinderpornografisch materiaal met strafvermindering op basis van persoonlijke omstandigheden
Op 6 oktober 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderpornografisch materiaal. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting verklaard dat hij het op zijn computer aangetroffen kinderpornografisch materiaal heeft gedownload en opgeslagen. De rechtbank heeft op basis van de feiten en omstandigheden geoordeeld dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte kinderpornografisch materiaal heeft gedownload en in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank heeft echter niet bewezen geacht dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van dit materiaal, waardoor hij van dat deel van de tenlastelegging is vrijgesproken.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met verschillende strafverminderende factoren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het hier gaat om een relatief geringe hoeveelheid van 68 afbeeldingen, waarop geen verdergaande handelingen dan poseren worden vertoond. Daarnaast heeft de verdachte vanaf het begin met de politie meegewerkt, openheid van zaken gegeven en het feit volledig bekend. De rechtbank heeft ook in overweging genomen dat de verdachte geen eerdere strafbare feiten heeft gepleegd en dat hij bereid is mee te werken aan begeleiding door de reclassering. De rechtbank heeft geoordeeld dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 120 uur, passend is. De bijzondere voorwaarden van de voorwaardelijke gevangenisstraf zijn gericht op het voorkomen van recidive en het bieden van noodzakelijke ondersteuning aan de verdachte.