ECLI:NL:RBUTR:2011:BT7655
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis na bewezenverklaring van bedreiging en mishandeling
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 9 augustus 2011, stond de verdachte terecht voor de feiten van bedreiging en mishandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, geboren in 1986 en thans verblijvende in een psychiatrisch centrum, ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de feiten. De zaak kwam voort uit een incident op 18 februari 2011, waarbij de verdachte met twee messen dreigende bewegingen maakte richting zijn buurmeisje, [aangever 1], en haar met kracht in de bovenarm kneep. De rechtbank achtte niet bewezen dat de verdachte opzettelijk zwaar lichamelijk letsel had willen toebrengen, maar wel dat hij zich schuldig had gemaakt aan bedreiging en mishandeling. De psychiater concludeerde dat de verdachte leed aan een schizofrene stoornis, wat zijn gedrag verklaarde. Gezien de ernst van de situatie en het risico op herhaling, besloot de rechtbank tot plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar, met toepassing van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, die bij de burgerlijke rechter kon worden ingediend. De rechtbank legde ook beslag op de in beslag genomen messen, die verbeurd werden verklaard.