ECLI:NL:RBUTR:2011:BT7388

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
11 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/370419-04
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar voor verdachte met psychische problemen

In de zaak met parketnummer 16/370419-04 heeft de rechtbank Utrecht op 11 augustus 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte, geboren in 1961, die verblijft in het Forensisch Psychiatrisch Centrum 2Landen te Utrecht. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Tijdens de zitting verklaarde de deskundige dat de verdachte recentelijk heeft aangegeven naar een Longstay-voorziening te willen worden overgeplaatst, maar dat hij nog wel deelneemt aan activiteiten. De kliniek heeft echter geen plannen voor een dergelijke overplaatsing en wil de behandeling voortzetten zodra er duidelijkheid is over de vordering tot verlenging.

De rechtbank heeft de deskundige gehoord en gelet op het recidiverisico dat zou ontstaan bij het wegvallen van de structuur van de terbeschikkingstelling. De deskundige heeft aangegeven dat de verdachte lijdt aan een lichtbeschadigd brein, mogelijk door niet-aangeboren hersenletsel en chronisch middelengebruik, en dat hij een gebrekkig vermogen tot agressieregulatie heeft. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van de verdachte wordt verlengd.

De rechtbank heeft de beslissing genomen om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen voorop staan. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/370419-04
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte],
geboren op [1961] te [geboorteplaats],
verblijvende Forensisch Psychiatrisch Centrum 2Landen te Utrecht,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken.
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het arrest van het Gerechtshof Amsterdam, zittinghoudende te Arnhem, d.d. 24 april 2006, waarbij [verdachte] wegens medeplegen van doodslag, poging tot doodslag, poging tot medeplegen van aanranding, bedreiging en diefstal, onder meer ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 17 augustus 2009;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 30 juni 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte] voornoemd tot en met het eerste kwartaal van 2011:
- het rapport van het Forensisch Psychiatrisch Centrum 2Landen te Utrecht d.d. 19 juni 2011, opgemaakt door J. Lucieer (psychiater, directeur behandeling en plaatsvervangend hoofd van de inrichting) en N. Blom (hoofd behandeling), waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met twee jaar.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 11 augustus 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens zijn gehoord de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. D.C. van den Heuvel, advocaat te Utrecht, alsmede de deskundige N. Blom.
3 Het standpunt van de inrichting en deskundige
De deskundige N. Blom heeft ter zitting d.d. 11 augustus 2011 het standpunt en het advies van de inrichting toegelicht. Uit hetgeen door de inrichting naar voren is gebracht blijkt het volgende.
Kernproblematiek:
Betrokkene is een man met een lichtbeschadigd brein (mogelijk op grond van niet aangeboren hersenletsel en chronisch middelengebruik) en functioneert op een zwakbegaafd intelligentieniveau. Er zijn verschillende cerebrale functiestoornissen passend bij een achtergrond van chronisch alcoholmisbruik. Voorts heeft betrokkene een gebrekkig vermogen tot agressieregulatie. Tevens is er sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline trekken.
Verloop behandeling:
Betrokkene is veelal gemotiveerd voor behandeling als hij in goeden doen is, hij volgt zijn programma en zet zich naar vermogen in waarbij hij afhankelijk is van externe motivatie. Hij toont zich open en bereid tot verandering. Als hij het overzicht verliest, het gevoel heeft onrechtvaardig behandeld te worden of overprikkeld raakt, trekt hij zich terug op zijn kamer, weigert contact met het behandelteam en stopt met het gebruik van medicatie. Deze perioden van terugtrekken worden minder frequent en duren steeds korter.
Betrokkene is tijdens zijn verblijf driemaal positief bevonden op het gebruik van cannabis.
Het laatste kwartaal van 2010 is vrij moeizaam verlopen. Betrokkene kwam vaak in conflict met zijn omgeving. Het eerste kwartaal van 2011 verloopt echter goed en er vinden geen escalaties plaats.
Binnenkort zal voor betrokkene begeleid verlof worden aangevraagd met als doel een voorzichtige start te maken met zijn resocialisatie. Op lange termijn wordt gedacht aan een overplaatsing richting een beschermde woonvoorziening. Een passende dagstructuur is van belang waarbij er voldoende begeleiding is. Betrokkene dient extern gecontroleerd te worden op het gebruik van middelen.
Toekomst:
Zoals het zich nu laat aanzien is de prognose onvoorspelbaar en daardoor ongunstig gezien de combinatie van het zwakbegaafde intelligentieniveau, de cognitieve stoornis, het gebruik van middelen, de antisociale persoonlijkheidsproblematiek, de impulsiviteit en agressie, de vijandigheid en de beperkte vaardigheden. Volgens het FPC zal betrokkene zeer langdurig aangewezen zijn op toezicht en begeleiding in een gestructureerde setting.
Recidiverisico:
Op zowel korte als lange termijn tijdens het verblijf binnen de kliniek wordt de kans op recidive van gewelddadig gedrag ingeschat als matig tot hoog. Bij het wegvallen van de huidige structuur wordt op korte termijn de kans op recidive van gewelddadig gedrag ingeschat als matig tot hoog, op lange termijn wordt deze ingeschat als hoog.
De deskundige heeft ter zitting verklaard dat betrokkene sinds kort het standpunt heeft ingenomen dat hij naar een Longstay-voorziening overgeplaatst wil worden. Betrokkene neemt sindsdien nog wel deel aan de activiteiten, maar wil geen behandeling meer volgen. De kliniek vermoedt dat deze opstelling van betrokkene wordt ingegeven door de huidige vordering tot verlenging van de maatregel en het moeten verschijnen ter zitting. De kliniek denkt op dit moment echter niet aan een plaatsing in een Longstay-voorziening en wil, zodra in deze een uitspraak is gedaan en betrokkene tot rust is gekomen, de behandeling voortzetten.
De inrichting adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting zijn vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De verdediging heeft zich aangesloten bij het door de officier van justitie ingenomen standpunt. De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting verklaard dat hij naar een Longstay-voorziening overgeplaatst wil worden en niet meer naar buiten wil.
6 De beoordeling
De rechtbank is gebleken dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de tbs-maatregel met dwangverpleging is voldaan. Daarbij is de rechtbank inhoudelijk van oordeel, gelet op het voormelde advies van de inrichting en gehoord hetgeen door de deskundige ter zitting naar voren is gebracht, dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van [verdachte] wordt verlengd met twee jaar.
De rechtbank heeft daarbij uitdrukkelijk gelet op het door de deskundige en niet door de terbeschikkinggestelde weersproken recidiverisico dat zou ontstaan bij het wegvallen van de structuur van de terbeschikkingstelling.
De rechtbank zal de maatregel dan ook verlengen voor de duur van twee jaar.
7 De beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.C. Oostendorp, voorzitter, mr. E.A. Messer en mr. M.A.A.T. Engbers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G. van Engelenburg en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 augustus 2011.