ECLI:NL:RBUTR:2011:BT7302
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bedreiging met zware mishandeling van politieagenten met een ijzeren paal
Op 23 augustus 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met zware mishandeling van drie hoofdagenten van de politie. De zaak kwam voort uit een incident op 28 april 2011, waarbij de verdachte een ijzeren paal opnam en in de richting van de agenten liep, terwijl zij op de grond lagen om een andere man onder controle te krijgen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat zij zich schuldig had gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. De afstand tussen de verdachte en de agenten was te groot en de gedragingen van de verdachte konden niet worden beschouwd als een begin van uitvoering van het misdrijf.
De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte de hoofdagent [slachtoffer 1] had bedreigd met zware mishandeling. De agent had verklaard dat hij zich onveilig voelde door de acties van de verdachte, die de paal omhoog hield en dreigend naar hem toe liep. De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de aanbevelingen van de reclassering. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder contact met de reclassering en medewerking aan behandeling.
De benadeelde partij, [slachtoffer 1], vorderde een schadevergoeding voor immateriële schade, maar de rechtbank verklaarde hem niet-ontvankelijk in zijn vordering, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De rechtbank besloot ook dat de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de werkstraf.