ECLI:NL:RBUTR:2011:BT6284
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn
- R.P. den Otter
- R.P.G.L.M. Verbunt
- Rechtspraak.nl
Poging tot zware mishandeling van een politieagent en mishandeling van de levensgezel
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 29 september 2011, is de verdachte veroordeeld voor poging tot zware mishandeling van een politieagent en mishandeling van zijn levensgezel. De zaak kwam aan het licht na een melding van huiselijk geweld op 8 juli 2011 in IJsselstein, waar de verdachte een glas kapot sloeg en dit vervolgens naar het achterhoofd van de politieagent gooide. De agent, brigadier [verbalisant 1], liep hierdoor een snede van 5 centimeter op, met een geschatte genezingsduur van één week. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn handelen de kans op zwaar letsel aanvaardde, wat leidde tot de bewezenverklaring van de poging tot zware mishandeling.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zijn levensgezel, [aangever 2], heeft mishandeld door haar meerdere keren te slaan en te schoppen terwijl zij op de grond lag. De officier van justitie had een gevangenisstraf van acht maanden geëist, waarvan vier maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend was. In plaats daarvan werd een werkstraf van 200 uren opgelegd, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht en behandeling.
De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk en woning, en het feit dat hij niet recentelijk in aanraking was gekomen met de politie. De beslissing om een werkstraf op te leggen, in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, was bedoeld om de verdachte te helpen en te voorkomen dat hij opnieuw in de problemen zou komen. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van € 605,-- aan de benadeelde partij, [verbalisant 1], ter compensatie van de geleden schade.