ECLI:NL:RBUTR:2011:BT2927

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
28 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
309808 - FA RK 11-4393
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om inschrijving van Turkse gezagsbeslissing in het gezagsregister

In deze zaak heeft de moeder op 19 mei 2011 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Zwolle-Lelystad, met het doel om een beschikking van de rechtbank te Antalya, Turkije, d.d. 10 april 2007, waarin is bepaald dat het ouderlijk gezag alleen aan de moeder toekomt, in te schrijven in het gezagsregister. De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft zich echter onbevoegd verklaard en de zaak doorverwezen naar de rechtbank Utrecht. Tijdens de zitting op 23 augustus 2011 is de moeder verschenen, bijgestaan door haar advocaat, mr. P. Bosma.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder in 1998 is gehuwd met de vader en dat de echtscheiding op 10 april 2007 door de rechtbank te Antalya is uitgesproken. De rechtbank Amsterdam heeft op 5 oktober 2010 aantekening gemaakt in het gezagsregister dat de moeder alleen het gezag heeft over de minderjarige [minderjarige 1]. De moeder verzoekt nu om inschrijving van de beschikking van de rechtbank te Antalya met betrekking tot de minderjarige [minderjarige 2].

De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat op grond van artikel 1:244 van het Burgerlijk Wetboek en het Besluit Gezagsregisters, een verzoek tot inschrijving in het gezagsregister gericht moet zijn aan de griffier. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de moeder niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat er geen beroep mogelijk is tegen de weigering van de griffier om een aantekening te maken. De rechtbank heeft de moeder ook geadviseerd om een verzoek in te dienen bij de centrale autoriteit van het Ministerie van Justitie, voorzien van de benodigde documenten, om de Turkse beslissing in Nederland te laten erkennen.

De rechtbank heeft uiteindelijk de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, en deze beschikking is gegeven door mr. R.C. Stijnen, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. T.M.M.P. Westbroek, griffier, en openbaar uitgesproken op 28 september 2011.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector Familie & Toezicht
zaaknummer / rekestnummer: 309808 / FA RK 11-4393
inschrijving gezagsregister
Beschikking van 28 september 2011
in de zaak van
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
hierna: de moeder,
advocaat mr. C. Kuipers.
1. Verloop van de procedure
De moeder heeft op 19 mei 2011 ter griffie van de rechtbank Zwolle-Lelystad een verzoekschrift ingediend dat strekt tot inschrijving in het gezagsregister van de beschikking van rechtbank te Antalya, Turkije, d.d. 10 april 2007, waarin onder meer is bepaald dat het ouderlijk gezag alleen de moeder toekomt.
Bij beschikking d.d. 5 juli 2011 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, zich onbevoegd verklaard van voormeld verzoek kennis te nemen en heeft de zaak verwezen naar de rechtbank Utrecht.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 23 augustus 2011.
Verschenen zijn de moeder met mr. P. Bosma, een kantoorgenoot van haar advocaat.
2. Vaststaande feiten
De moeder is op [1998] gehuwd met [de vader] (hierna: de vader).
Uit dit huwelijk zijn geboren de minderjarigen:
[minderjarige 1], op [1999] te [geboorteplaats], Turkije,
[minderjarige 2], op [2001] te [geboorteplaats].
Bij beschikking d.d. 10 april 2007 van de rechtbank te Antalya, Turkije, is de echtscheiding tussen de moeder en de vader uitgesproken. Tevens is bij deze beschikking bepaald dat de moeder het gezag over de minderjarigen heeft.
De rechtbank Amsterdam heeft op 5 oktober 2010 aantekening gemaakt in het gezagsregister dat de moeder alleen is belast met het gezag over de minderjarige [minderjarige 1].
3. Beoordeling van het verzoek
De moeder verzoekt het besluit van de rechtbank te Antalya, Turkije, betreffende de minderjarige [minderjarige 2], op [2001] te [geboorteplaats], op te nemen in het gezagsregister.
De rechtbank stelt voorop dat op grond van artikel 1:244 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) jo artikel 1 van het Besluit Gezagsregisters de griffier rechtsfeiten aantekent die betrekking hebben op de gezagsuitoefening over de in het arrondissement geboren kinderen. Een verzoek tot inschrijving in het gezagsregister dient dan ook te worden gericht aan de griffier. Tegen de weigering van aantekening in het gezagsregister door de griffier, is geen beroep mogelijk.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat de moeder niet-ontvankelijk is in haar verzoek.
Ter terechtzitting heeft de advocaat van de moeder verzocht het verzoek aan te mogen vullen met een verzoek om te bepalen dat de beschikking van 10 april 2011 van de rechtbank te Antalya, Turkije, waarbij onder meer is bepaald dat de moeder het ouderlijk gezag over de minderjarige(n) heeft, in Nederland uitvoerbaar is.
Op 20 mei 1980 is te Luxemburg het Europees Verdrag betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen gesloten. Nederland en Turkije zijn partij bij dit Verdrag. Artikel 4 lid 1 van het verdrag bepaalt dat een ieder die in een Verdragsluitende Staat een beslissing heeft verkregen betreffende het gezag over een kind en die wenst dat die beslissing in een andere Verdragsluitende Staat wordt erkend of ten uitvoer gelegd, een daartoe strekkend verzoek kan richten tot de centrale autoriteit van een verdragsluitende Staat. Artikel 5 bepaalt dat de centrale autoriteit van de aangezochte Staat zo spoedig mogelijk alle maatregelen treft die zij geschikt acht, of zorgt dat deze zo spoedig mogelijk worden getroffen, eventueel door het instellen van een procedure voor de bevoegde autoriteiten van die Staat, teneinde de erkenning of de tenuitvoerlegging van de beslissing te verzekeren. Lid 3 van dit artikel bepaalt dat aan dit verzoek voor verzoeker geen kosten zijn verbonden.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de moeder een verzoek, voorzien van de in artikel 13 van het Verdrag genoemde documenten, bij de centrale autoriteit (onderdeel van het Ministerie van Justitie) dient in te dienen, teneinde ervoor zorg te dragen dat voornoemde beslissing van de rechtbank te Turkije in Nederland in het gezagsregister kan worden ingeschreven. De rechtbank verklaart de moeder dan ook niet-ontvankelijk in dit deel van haar verzoek.
4. Beslissing
De rechtbank
verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.C. Stijnen, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. T.M.M.P. Westbroek, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2011.?