ECLI:NL:RBUTR:2011:BT2873

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
27 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/512091-11; 16/513991-11 (ttz.gev.); 16/514000-11 (ttz.gev.) [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraak en winkeldiefstal door minderjarige verdachte met oplegging van jeugddetentie en werkstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 27 september 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder woninginbraak en winkeldiefstal. De verdachte, geboren in 1988, heeft samen met anderen een woninginbraak gepleegd waarbij sieraden, horloges, een laptop en een computer zijn gestolen. Daarnaast heeft hij in verschillende winkels, waaronder Kruidvat en Plus, goederen gestolen, zoals parfum en een chocoladereep. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de standpunten van de verdediging. De verdachte is ter terechtzitting bijgestaan door zijn advocaat en heeft zich bekend aan de feiten. De rechtbank heeft de bewezenverklaring van de feiten gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en de aangiften van de slachtoffers.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met het rapport van Bureau Jeugdzorg, waarin wordt geadviseerd om een voorwaardelijke werkstraf op te leggen, gekoppeld aan de maatregel Hulp en Steun. De rechtbank heeft besloten om de verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen van 14 dagen, alsook een werkstraf van 60 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden gesteld, waaronder het volgen van aanwijzingen van de gezinsvoogd en het blijven meewerken aan Multi Dimensionele Familie Therapie. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de opgelegde jeugddetentie. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is ondertekend door de rechters, waarbij opgemerkt wordt dat twee rechters buiten staat waren om te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/512091-11; 16/513991-11 (ttz.gev.); 16/514000-11 (ttz.gev.) [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 september 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 september 2011. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. H.L.D. van Holland, advocaat te Breukeleveen.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van de standpunten door de raadsvrouwe van verdachte en door verdachte zelf naar voren gebracht.
2 De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis. Op vordering van de officier van justitie en met goedvinden van de verdachte en zijn raadsvrouwe beveelt de rechtbank de voeging van de afzonderlijk aangebrachte zaken.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak, aan het samen met anderen stelen van een aantal flesjes parfum, een paar schoenen en, alleen, een chocoladereep.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich voor wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder parketnummer 16/512091-11 onder 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 13 september 2011;
- de aangifte van [aangever 1];
De rechtbank acht het onder parketnummer 16/512091-11 onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 13 september 2011;
- de aangifte van [aangever 2], namens Kruidvat te Hilversum;
De rechtbank acht het onder parketnummer 16/513991-11 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 13 september 2011;
- de aangifte van Plus te Huizen;
De rechtbank acht het onder parketnummer 16/514000-11 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 13 september 2011;
- de aangifte namens de Schoenenreus te Hilversum.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
(16/512091-11)
1.
op 8 juni 2011 te Huizen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen sieraden en horloges en een laptop (merk Toshiba) en een computer (merk Apple,
type I-mac) en een X-box, toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn medeverdachten, waarbij verdachte en zijn
medeverdachten zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
2.
op 14 juli 2011 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aantal flesjes parfum, toebehorende aan het Kruidvat (filiaal Kerkstraat 81);
(16/513991-11)
op 17 juni 2011 te Huizen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een Kitkat Chunky, toebehorende aan de Plus (filiaal Oostermeent Oost);
(16/514000-11)
op 23 juni 2011 te Hilversum, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een paar herenschoenen (merk Edition, maat 44), toebehorende aan de Schoenenreus (filiaal Schoutenstraat).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen telkens meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van het onder parketnummer 16/512091-11 onder 1 bewezenverklaarde:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
Ten aanzien van het onder parketnummer 16/512091-11 onder 2 en parketnummer 16/514000-11:
Telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen;
Ten aanzien van het onder parketnummer 16/513991-11 bewezenverklaarde:
Diefstal.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen jeugddetentie voor de duur van veertien dagen met aftrek van het voorarrest en een werkstraf voor de duur van 60 uren waarvan 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de maatregel Hulp en Steun als bijzondere voorwaarde, ook indien dit betekent het meewerken aan psychologisch onderzoek.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte, nu hij al 14 dagen heeft vastgezeten, reeds behoorlijk is gestraft voor een 13-jarige. Een onvoorwaardelijke werkstraf voegt daarom niets meer toe. Voor verdachte is 40 uren voorwaardelijk te veel omdat hij zo jong is, 20 uur is passender.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de strafbare feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en ook met de persoon van verdachte zoals uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het hierna te noemen rapport is gebleken. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie met betrekking tot verdachte d.d. 10 juni 2011, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Binnen korte tijd heeft verdachte zich aan een aantal strafbare feiten schuldig gemaakt.
Met name aan de woninginbraak tilt de rechtbank zwaar. Woninginbraken veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Het is voor hen vaak bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat iemand in hun woning is geweest en hun persoonlijke bezittingen heeft doorzocht. Daar komt nog bij dat het hier de woning van een bekende van verdachte betrof. Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan meerdere winkeldiefstallen. Hij heeft daarmee getoond weinig respect te hebben voor eigendommen van anderen. Het plegen van winkeldiefstal zorgt voor veel overlast voor de winkeliers. Het levert de middenstand jaarlijks bovendien een forse schadepost op.
De rechtbank heeft kennis genomen van het over verdachte opgemaakte rapport van Bureau Jeugdzorg Utrecht d.d. 30 augustus 2011, opgemaakt door B. van den Brink. Ter terechtzitting heeft mevrouw Van den Brink haar rapport toegelicht. Uit het rapport en de toelichting daarop blijkt, dat verdachte en zijn ouders zijn gestart met Multi Dimensionele Familie Therapie (hierna ook: MDFT), hetgeen bij verdachte en zijn ouders aan lijkt te slaan. Bureau Jeugdzorg adviseert aan verdachte een voorwaardelijke werkstraf op te leggen, met als voorwaarde de maatregel Hulp en Steun. Daarnaast wordt geadviseerd als voorwaarde op te leggen, dat verdachte dient mee te werken aan – kort gezegd – een persoonlijkheidsonderzoek. De Raad voor de Kinderbescherming heeft overeenkomstig geadviseerd in het rapport d.d. 18 augustus 2011. Ter terechtzitting heeft mevrouw De Visser het advies bevestigd.
Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur passend en geboden. Daarnaast zal de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde deels voorwaardelijke werkstraf opleggen. Met het voorwaardelijke deel van deze straf wordt mede beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Bovendien maakt deze begeleiding door de jeugdreclassering mogelijk, hetgeen de rechtbank noodzakelijk acht. De rechtbank gaat er hierbij vanuit dat de maatregel hulp en steun en de ondertoezichtstelling door dezelfde persoon worden uitgevoerd. Anders dan geadviseerd, zal de rechtbank niet bepalen dat verdachte in het kader van een bijzondere voorwaarde dient mee te werken aan een psychologisch onderzoek. De rechtbank is van oordeel dat het passender is zo’n onderzoek uit te voeren binnen het civiele kader van de met betrekking tot verdachte uitgesproken ondertoezichtstelling. De rechtbank zal tevens als bijzondere voorwaarden bepalen, dat verdachte de aanwijzingen van zijn gezinsvoogd dient op te volgen en voorts dat hij zal blijven meewerken aan MDFT.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77v, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat telkens meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5.1 genoemde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 14 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie;
- veroordeelt verdachte voorts tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van deze werkstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die in het kader van de maatregel Hulp en Steun worden gegeven door of namens Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdreclassering;
* dat verdachte zal blijven meewerken aan Multi Dimensionele Familie Therapie;
* dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd.
- draagt voornoemde reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
Voorlopige hechtenis
- heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop dit vonnis onherroepelijk wordt.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.A. van Kalveen, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. J.M. Bruins en mr. T. Reichardt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.A. van Wageningen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 27 september 2011.
Zowel mr. Bruins als mr. Reichardt zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.