ECLI:NL:RBUTR:2011:BT2590

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
312256/FT-RK 11.1082
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van moratorium in faillissementsrechtelijke context met betrekking tot huurovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 13 september 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot het instellen van een moratorium op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw). Verzoekster, geboren in 1976 en wonende te [woonplaats], heeft het verzoek ingediend met het doel om artikel 305 Fw van toepassing te verklaren. Dit verzoek is gedaan in het kader van een poging om een minnelijke schuldregeling te treffen met haar schuldeisers. De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro, de schuldeiser, heeft zich schriftelijk verzet tegen het verzoek en heeft aangevoerd dat verzoekster herhaaldelijk wanprestatie heeft geleverd in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst, wat heeft geleid tot meerdere ontruimingsvonnissen.

De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort en de huurovereenkomst verlengd voor de duur van het moratorium, dat is vastgesteld op zes maanden. De rechtbank oordeelde dat verzoekster, mede door de woonkostentoeslag, in staat is om haar lopende vaste lasten te voldoen en dat er voldoende waarborgen zijn dat zij haar verplichtingen kan nakomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een gestart schuldregelingstraject is en dat het verzoek tot moratorium noodzakelijk is om verzoekster de kans te geven om tot een minnelijke regeling te komen.

De beslissing houdt in dat de voorziening vervalt zodra het verzoek tot schuldsanering wordt ingetrokken of wanneer er een definitieve uitspraak op dat verzoek is gedaan. Tevens is bepaald dat de uitvoerder van de buitengerechtelijke schuldregeling uiterlijk twee weken voor het aflopen van de voorziening verslag moet uitbrengen aan de rechtbank. Deze uitspraak benadrukt het belang van een moratorium in het faillissementsrecht en de mogelijkheden voor schuldenaren om hun financiële situatie te stabiliseren.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector Civiel
zaaknummer: 312256/FT-RK 11.1082
nummer verklaring: STV0151100179
uitspraakdatum: 13 september 2011
moratorium
enkelvoudige kamer
in de zaak van
[verzoekster],
geboren op [1976],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: verzoekster,
is door verzoekster tegelijk met het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een verzoek ingediend tot het instellen van een moratorium als bedoeld in artikel 287b Faillissementswet (Fw).
1. Het verzoek
De gevraagde voorziening houdt in: het van toepassing verklaren van artikel 305 Fw.
Verzoekster heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat zij poogt een minnelijke schuldregeling met haar schuldeisers overeen te komen dan wel - als dat niet lukt - toelating tot de schuldsaneringsregeling zal verzoeken. De gevraagde voorziening is volgens verzoekster noodzakelijk om rust te creëren, zodat de minnelijke schuldregeling kans van slagen heeft.
2. Het verweer
De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro, de schuldeiser op wie de gevraagde voorziening betrekking heeft, is opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzoek.
De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro is niet verschenen.
Wel heeft zij – middels mr. J.A. van Emden – zich schriftelijk tegen het verzoek verzet en daartoe aangevoerd dat verzoekster grove en herhaalde wanprestatie heeft geleverd in de nakoming van haar verplichtingen, voortvloeiende uit de tussen partijen gesloten huurovereenkomst. Dit heeft er in geresulteerd in een drietal vonnissen. Voorts stelt Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro zich op het standpunt dat er geen perspectief is voor de voldoening van de lopende termijnen en dat nog geen sprake is van een in gang gezet regelingstraject.
3. Beoordeling
De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro heeft weliswaar tot drie maal toe een ontruimingsvonnis verkregen, maar verzoekster heeft gesteld dat zij naar aanleiding van de vonnissen van 28 oktober 2009 en 28 april 2010 de huurachterstand heeft voldaan.
Uit het door de schuldhulpverlener overgelegde budgetplan blijkt dat verzoekster – mede door de toegekende woonkostentoeslag – voldoende ruimte heeft haar vaste lasten te voldoen. Nu de schuldhulpverlening hierop zal toezien, is er naar het oordeel van de rechtbank voldoende waarborg dat de lopende verplichtingen zullen worden voldaan.
Voorts heeft de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro zich beroepen op een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage d.d. 28 juni 2010. Gelet op de aanwezige administratie en de overzichtelijkheid van de activiteiten van de onderneming van verzoekster is de rechtbank van oordeel dat verzoekster in staat moet worden geacht op korte termijn alsnog haar belastingaangiften te doen. Ter zitting heeft de schuldhulpverlener verklaard dat op grond van de huidige schuldenlast desnoods hedenmiddag een aanbod aan de schuldeisers van verzoekster kan worden gedaan en mocht de belastingdienst – naar aanleiding van de aangiften – alsnog de ambtshalve aanslagen naar beneden toe bijstellen, zal dit tot een hoger aanbod leiden. De rechtbank is echter van oordeel dat – ook al heeft verzoekster zich op 17 augustus 2011 aangemeld voor schulphulpverlening – thans voldoende sprake is van een gestart schuldregelingstraject.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat gevraagde voorziening noodzakelijk en gerechtvaardigd is teneinde verzoekster in staat te stellen in het minnelijk traject tot overeenstemming met haar schuldeisers te komen over een minnelijke schuldregeling.
Op het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal thans nog niet worden beslist. Indien verzoekster gedurende de looptijd van dit moratorium een minnelijke schuldregeling met haar schuldeisers tot stand brengt, dient zij dit zo spoedig mogelijk aan de rechtbank te melden en daarbij het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling in te trekken.
Dit leidt tot de volgende beslissing.
4. Beslissing
De rechtbank
- schort de tenuitvoerlegging op van het op 17 augustus 2011 op verzoek van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro uitgesproken vonnis tot ontruiming van de onroerende zaak staande en gelegen te [woonplaats], aan de [adres], voor de duur van deze voorziening en verlengt de huurovereenkomst zoals deze tussen partijen bestaat of bestond voor de duur van deze voorziening; •
- bepaalt dat genoemde voorziening geldt voor de duur van zes maanden;
- bepaalt dat de voorziening in ieder geval vervalt op het moment dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt ingetrokken dan wel een beslissing daarop in kracht van gewijsde is gegaan
- bepaalt dat genoemde voorziening slechts geldt zolang aan de lopende verplichtingen uit de rechtsverhouding waar het moratorium betrekking op heeft wordt voldaan;
- bepaalt dat degene die namens verzoekster de buitengerechtelijke schuldregeling uitvoert, uiterlijk twee weken vóór het aflopen van de getroffen voorziening verslag uitbrengt als bedoeld in artikel 287b zesde lid Fw.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op
13 september 2011.