ECLI:NL:RBUTR:2011:BS1714

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/993 en 11/994
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor ondergane inverzekeringstelling en kosten van verzoekschrift

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 augustus 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoeker, die op 11 april 2011 in verzekering was gesteld en op 12 april 2011 weer is heengezonden. Verzoeker heeft een kennisgeving van niet verdere vervolging ontvangen op 15 april 2011, wat betekent dat de strafzaak zonder oplegging van straf of maatregel is geëindigd. Verzoeker heeft aanspraak gemaakt op een schadevergoeding op basis van artikel 89 en artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 105,- voor de ondergane inverzekeringstelling van één dag. Daarnaast heeft de rechtbank ook een vergoeding van € 275,- toegekend voor de kosten van de raadsman voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De rechtbank heeft het verzoekschrift zonder mondelinge behandeling behandeld, waarbij het openbaar ministerie heeft aangegeven dat het verzoekschrift zonder verdere behandeling kon worden toegewezen.

De beslissing is genomen door mr. Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. G.C. van de Ven-de Vries. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om de toegekende bedragen aan verzoeker uit te betalen. Deze uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor verzoekers om schadevergoeding te vragen voor de gevolgen van onterecht ondergane inverzekeringstelling en de kosten die daarmee gepaard gaan.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: -
Rekestnummer: 11/993 en 11/994
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het op 14 juni 2011 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift op grond van het bepaalde in de artikelen 89 (rekestnummer 11/993) en 591a (rekestnummer 11/994) van het Wetboek van Strafvordering (Sv), van
[verzoeker]
geboren te [geboorteplaats] op [1965]
wonende te [woonplaats], [adres]
domicilie kiezende ten kantore van zijn raadsman mr. J.J.L. Maalsté, 3500 GE Utrecht, Vasco da Gamalaan 11
(hierna te noemen: verzoeker).
Het verzoekschrift ex artikel 89 Sv strekt ertoe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor ondergane inverzekeringstelling.
Het verzoekschrift ex artikel 591a Sv strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de kosten voor opstellen en indiening van het verzoekschrift.
De rechtbank heeft kennis genomen van voornoemd verzoekschrift.
Het openbaar ministerie heeft aan de rechtbank te kennen gegeven dat het verzoekschrift zonder mondelinge behandeling kan worden toegewezen. Van de zijde van de rechtbank is op 8 augustus 2011 aan de raadsman meegedeeld dat de rechtbank voornemens is het verzoekschrift toe te wijzen en dat een mondelinge behandeling in raadkamer niet noodzakelijk is.
Het verzoekschrift is zonder mondelinge behandeling in openbare raadkamer aan de orde geweest in raadkamer van 9 augustus 2011.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige verzoek uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
- verzoeker is op 11 april 2011 in verzekering gesteld en op 12 april 2011 heengezonden;
- in totaal gaat het om 1 hele dag;
- verzoeker heeft dit doorgebracht in een politiebureau;
- op 15 april 2011 is aan verzoeker een kennisgeving van niet verdere vervolging verstuurd, inhoudende dat hij niet verder vervolgd zal worden.
Overwegingen
Nu de strafzaak van verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, kan hij aanspraak maken op een vergoeding zoals hierna is vermeld.
Ter zake het verzoekschrift ex artikel 89 Sv.
Verzoeker kan aanspraak maken op een vergoeding van de schade die is geleden ten gevolge van ondergane verzekering, klinische observatie of voorlopige hechtenis. Schadevergoeding wordt toegekend indien en voor zover daartoe, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker alles in aanmerking genomen een vergoeding toekomt van € 105,-. De rechtbank gaat daarbij uit van de dagen doorgebracht in verzekering als hierboven opgenomen en van de bedragen die over het algemeen worden toegekend als vergoeding daarvoor, te weten 1 dag à € 105,-.
Ter zake van het verzoekschrift ex artikel 591a Sv.
De rechtbank is van oordeel dat aan kosten van de raadsman voor het indienen van het verzoekschrift een vergoeding op zijn plaats is zoals die gewoonlijk wordt toegewezen, te weten € 275,- .
Het verzoek zal dus worden toegewezen.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt:
Op voet van artikel 89 Sv:
kent toe aan verzoeker ten laste van de Staat een vergoeding ten bedrage van € 105,- (zegge: honderdenvijf euro)
Op grond van artikel 591a Sv:
kent toe aan verzoeker uit ’s Rijks kas een vergoeding ten bedrage van € 275,- (zegge: tweehonderdvijfenzeventig euro)
beveelt de griffier van deze rechtbank voormeld bedrag aan verzoeker uit te betalen op rekeningnummer 47.01.56.430 t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Berte, Maalsté en Blom Advocaten.
Deze beslissing is gewezen door mr. Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Ven-de Vries, griffier en uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 23 augustus 2011.