ECLI:NL:RBUTR:2011:BS1714
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor ondergane inverzekeringstelling en kosten van verzoekschrift
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 augustus 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoeker, die op 11 april 2011 in verzekering was gesteld en op 12 april 2011 weer is heengezonden. Verzoeker heeft een kennisgeving van niet verdere vervolging ontvangen op 15 april 2011, wat betekent dat de strafzaak zonder oplegging van straf of maatregel is geëindigd. Verzoeker heeft aanspraak gemaakt op een schadevergoeding op basis van artikel 89 en artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 105,- voor de ondergane inverzekeringstelling van één dag. Daarnaast heeft de rechtbank ook een vergoeding van € 275,- toegekend voor de kosten van de raadsman voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De rechtbank heeft het verzoekschrift zonder mondelinge behandeling behandeld, waarbij het openbaar ministerie heeft aangegeven dat het verzoekschrift zonder verdere behandeling kon worden toegewezen.
De beslissing is genomen door mr. Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. G.C. van de Ven-de Vries. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om de toegekende bedragen aan verzoeker uit te betalen. Deze uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor verzoekers om schadevergoeding te vragen voor de gevolgen van onterecht ondergane inverzekeringstelling en de kosten die daarmee gepaard gaan.