parketnummer: 16/711840-09 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 31 augustus 2011
[verdachte],
geboren op [1974] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
raadsman mr. P.R. de Korte, advocaat te Veenendaal.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 17 augustus 2011, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
kinderpornografische foto’s en films heeft verspreid, gemaakt, gedownload, doorgevoerd, uitgevoerd en/of in zijn bezit heeft gehad en dat verdachte van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes in zijn bezit heeft gehad en baseert zich daarbij op de aangifte, de in de woning van verdachte aangetroffen gegevensdragers met daarop kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes en de verklaring van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank enkel tot een bewezenverklaring kan komen van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen en wijst daarbij op het aanvullend proces-verbaal, waaruit volgens de raadsman blijkt dat de bestanden niet zijn aangemaakt na de veroordeling van verdachte in 2005.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Invoeren en bezit en van kinderporno
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno in zijn bezit heeft gehad en hiervan een gewoonte heeft gemaakt gelet op:
- de bekennende verklaring bij de politie en ter terechtzitting;
- het proces-verbaal van bevindingen waarin het op de computer, cd’s en dvd’s van verdachte aangetroffen materiaal is beschreven;
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte 174 kinderpornografische afbeeldingen en 257 kinderpornografische filmbestanden in zijn bezit had, welke verdachte (althans deels) zelf heeft gedownload.
Bij het vaststellen van de pleegperiode gaat de rechtbank uit van de filedata van de bestanden aangetroffen op bovengenoemde gegevensdragers. De filedata van de bestanden op de betreffende cd’s en dvd’s zijn gelegen tussen 2003 en 2009. De filedatum geeft de datum van downloaden aan of de datum waarop het bestand voor het laatst is gewijzigd op de computer. Gelet hierop acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat de bij hem aangetroffen CD’roms er bij een vorige doorzoeking in 2005 ook al stonden en hij daar niets mee heeft gedaan ongeloofwaardig.
Partiële vrijspraak verspreiden/vervaardigen/invoeren/doorvoeren/uitvoeren kinderporno
Uit het proces-verbaal van de politie maakt de rechtbank op dat tijdens het door de politie uitgevoerde onderzoek niet is gebleken dat verdachte zich heeft beziggehouden met het verspreiden van kinderporno. De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid. De rechtbank zal verdachte daarvan vrijspreken. De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het vervaardigen en/of doorvoeren en/of uitvoeren van kinderpornografische films, daar dit evenmin uit het dossier is gebleken.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juni 2003 tot en met 5 oktober 2009 te Veenendaal,
een groot aantal afbeeldingen te weten 174 foto's en 257 films, in bezit heeft gehad
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het anaal penetreren met de penis en vingers door zichzelf en een volwassen man/een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van het lichaam van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet hebben bereikt (onder meer nummer 8 op pagina 83 en nummer 12 op pagina 83-84 en nummer 23 op pagina 86 van het proces-verbaal) en
- het in de mond (laten) nemen van de penis van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt door een persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer nummer 1 van pagina 81 van het
proces-verbaal) en
- het in de mond (laten) nemen van de stijve penis van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt en van een volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft bereikt (onder meer nummer 11 van pagina 83
en nummer 21 van pagina 86 van het proces-verbaal)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 8 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van die personen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in
beeld gebracht worden (onder meer nummer 4 van pagina 82 en/of nummer 9 van pagina 83 en nummer 10 van pagina 83 en nummer 13 van pagina 84 en nummer 16 van pagina 84-85 en nummer 17 van pagina 85 en nummer 18 van pagina 85 en nummer 20 van pagina 85-86 van het proces-verbaal)
- het likken van een stijve penis door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft bereikt (onder meer nummer 7 van pagina 82 van het proces-verbaal)
- het betasten en vasthouden van een stijve penis en het drukken van een stijve penis tegen de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (onder meer nummer 5 van pagina 82 en nummer 14 van pagina 84 en nummer 15 van pagina 84 van het proces-verbaal) en
- het houden van een (stijve) penis naast het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, terwijl op dat gezicht een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (onder meer nummer 6 van pagina 82 van het proces-verbaal) en
- het (door een volwassen man) masturberen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer nummer 22 van pagina 86 van het proces-verbaal)
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
- een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 14 maanden gevangenisstraf waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarden van een individuele behandeling bij de Waag, verplicht reclasseringscontact en een meldingsplicht bij de reclassering.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het voor verdachte spreekt dat hij in 2008 zelfstandig is gestopt met het bekijken van kinderporno. Daarnaast verzoekt de verdediging de rechtbank om bij de strafmaat rekening te houden met het feit dat verdachte de stoornis van Asperger heeft en verminderd toerekeningsvatbaar is. Verdachte heeft belang bij een goede individuele behandeling, welke is gericht op personen met deze stoornis. In plaats van een gevangenisstraf behoort een taakstraf ook tot de mogelijkheden.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder deze is begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno. Het bezit van kinderporno is een ernstig strafbaar feit, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte is mede verantwoordelijk voor genoemd seksueel misbruik van kinderen omdat hij, door kinderporno te verzamelen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die kinderporno verzamelen.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 5 juli 2011, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het bezit van kinderporno. Verdachte heeft kennelijk niet van zijn fout geleerd en heeft zich hier opnieuw schuldig aan gemaakt.
Uit het pro justitiarapport blijkt dat negatieve omstandigheden die de persoon van verdachte raken, van invloed zijn op het recidiverisico. De kans op herhaling wordt aanwezig geacht. Uit het rapport blijkt voorts dat verdachte aan de stoornis van Asperger lijdt. De ten laste gelegde feiten zijn deels te verklaren in het kader van deze stoornis, wat maakt dat hij verminderd toerekeningsvatbaar kan worden verklaard. De psychiater, drs. De Jong, adviseert een ambulante individuele behandeling. De rechtbank neemt deze conclusie over en acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar en zal daarmee met de strafmaat rekening houden.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal afbeeldingen en films dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op deze afbeeldingen en films en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen.
Daarnaast heeft de rechtbank in het voordeel van verdachte er rekening mee gehouden dat de tenlastegelegde periode al in oktober 2009 is geëindigd.
Gelet op de ernst van het feit, de lange pleegperiode, het strafblad van verdachte en de persoon van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat een gedeeltelijk onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. De rechtbank acht een gevangenisstraf van negen maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk passend en geboden. Een deel van de gevangenisstraf wordt voorwaardelijk opgelegd om behandeling mogelijk te maken en om verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 63, 14a, 14b, 14c, 14d en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 9 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering, ook als dit inhoudt een behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling;
- draagt genoemde reclasseringsinstelling op om aan de verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.E.M. Kranenbroek, voorzitter, mr. J. Ebbens en mr. M.S. Koppert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.T. de Muinck-Dezentje, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 31 augustus 2011.