ECLI:NL:RBUTR:2011:BR5832
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak en strafoplegging voor schuldheling en belediging van een ambtenaar
Op 22 augustus 2011 vond de terechtzitting plaats in de Rechtbank Utrecht, waar de politierechter M.J. Grapperhaus de zaak behandelde tegen de verdachte, die niet aanwezig was. De raadsman, mr. Van Riel, was wel aanwezig en voerde de verdediging. De officier van justitie presenteerde het bewijs, waaronder een uittreksel uit het Justitieel documentatieregister, waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld voor heling en diefstal. De politierechter besloot het onderzoek te sluiten en zou later uitspraak doen.
Tijdens de zitting werd de verdachte vrijgesproken van het meer of anders ten laste gelegde feit. De politierechter oordeelde dat de verdachte 80 uur werkstraf moest uitvoeren, met een vervangende hechtenis van 40 dagen bij niet-naleving, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar. De politierechter achtte de verdachte strafbaar en veroordeelde hem tot de opgelegde straffen.
De zaak betrof onder andere de verwerving van een snorfiets en het voorhanden hebben van een wapen, namelijk een boksbeugel. De politierechter oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan schuldheling en het in bezit hebben van een wapen, en dat hij een ambtenaar had beledigd. De beslissing was gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet Wapens en Munitie. De politierechter verklaarde dat de verdachte vrijgesproken werd van het primair ten laste gelegde feit, maar dat de bewezenverklaring van de andere feiten standhield.