ECLI:NL:RBUTR:2011:BR5524

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
17 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
723050 UC EXPL 10-19180 CTH 4065
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgkosten en niet-ontvankelijkheid van de eisende partij

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DFA Service B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. DFA Service vorderde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, een bedrag van € 186,12, vermeerderd met wettelijke rente en kosten van de procedure. De vordering was gebaseerd op een geneeskundige behandelingsovereenkomst die de gedaagde had gesloten met Tandzorg Utrecht, waarbij DFA Service de facturering en inning van de kosten voor behandelingen verzorgde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bewijs is geleverd dat het vorderingsrecht van Tandzorg Utrecht aan DFA Service is overgedragen. Dit leidde tot de conclusie dat DFA Service niet-ontvankelijk werd verklaard in haar vordering. De rechter oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die een overdracht van het vorderingsrecht zouden kunnen onderbouwen, en dat de gedaagde niet op de hoogte was gesteld van een eventuele overdracht. Aangezien DFA Service niet-ontvankelijk werd verklaard, werd zij ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot. De uitspraak vond plaats op 17 augustus 2011 en werd gedaan door kantonrechter M.E. Heinemann.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
sector handel en kanton
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 723050 UC EXPL 10-19180 CTH 4065
vonnis van 17 augustus 2011
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DFA Service B.V.,
gevestigd te Meppel,
verder te noemen DFA Service,
eisende partij,
gemachtigde: Vesting Finance Incasso B.V.,
tegen:
[[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen [gedaagde],
gedaagde partij,
procederend in persoon.
1. Het verloop van de procedure
DFA Service heeft een vordering ingesteld.
[gedaagde] heeft geantwoord op de vordering.
DFA Service heeft voor repliek en [gedaagde] heeft voor dupliek geconcludeerd.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten
2.1. Tandzorg Utrecht heeft een begroting gemaakt voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden in het kader van een te sluiten geneeskundige behandelingsovereenkomst. Tandzorg Utrecht en [gedaagde] hebben vervolgens een geneeskundige behandelingsovereenkomst gesloten op grond waarvan Tandzorg Utrecht tandheelkundige zorg zou verlenen aan [gedaagde] overeenkomstig de eerdergenoemde begroting.
3. De vordering en het verweer
3.1. DFA Service vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om aan haar te voldoen een bedrag van € 186,12, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 oktober 2010 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure. Deze vordering is als volgt samengesteld:
- € 454,90 aan hoofdsom;
- € 6,22 aan rente tot en met 26 oktober 2010;
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 350,00 in mindering te brengen betaling door [gedaagde].
3.2. DFA Service stelt in deze procedure dat DFA staat voor Dienstverlening Financiële Administratie en dat zij als zodanig zorg draagt voor de facturering en inning van de vergoeding van behandelingen die patiënten hebben ondergaan bij centrale huisartsenposten, huisartsen, tandartsen, mondhygiënisten en orthodontisten die bij haar zijn aangesloten. Verder stelt zij dat [gedaagde] als patiënt een behandeling heeft ondergaan bij een van de zorgverleners die bij DFA Service is aangesloten. DFA Service heeft de kosten voor deze behandeling aan [gedaagde] in rekening gebracht door een factuur te sturen. [gedaagde] is volgens DFA Service vanaf de vervaldag van de factuur in verzuim, aldus DFA Service. De verschuldigdheid van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten vloeit volgens DFA Service voort uit de volgens haar van toepassing zijnde algemene voorwaarden, dan wel uit de wet.
3.3. [gedaagde] voert verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Bij conclusie van repliek voert DFA Service aan dat [gedaagde] een behandeling heeft ondergaan bij Tandzorg Utrecht. In deze procedure is gesteld noch gebleken dat het vorderingsrecht van Tandzorg Utrecht betreffende de kosten voor behandeling van [gedaagde] door haar is overgedragen aan DFA Service. Door DFA Service zijn evenmin feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan een overdracht of andere wijze van eigendomsverkrijging door DFA Service zou kunnen worden aangenomen. Evenmin is gebleken dat, zo er al sprake zou zijn van een overdracht van het vorderingsrecht, hiervan mededeling is gedaan aan [gedaagde] als vermeend debiteur van Tandzorg Utrecht.
4.2. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat DFA Service niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering.
4.3. Nu DFA Service niet-ontvankelijk verklaard zal worden, zal zij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nihil.
5. De beslissing
De kantonrechter:
5.1. verklaart DFA Service niet-ontvankelijk in haar vordering,
5.2. veroordeelt DFA Service tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2011.