ECLI:NL:RBUTR:2011:BR4741
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van verzekeraar voor schade door medische nalatigheid
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 17 augustus 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Witlox Juristen sinds 1915 B.V. (hierna: Witlox) en de naamloze vennootschap VvAA Schadeverzekeringen NV (hierna: VvAA). Witlox heeft een vordering ingesteld tegen VvAA, die de aansprakelijkheid van de huisarts [B] voor de schade van [A] erkende, maar betwistte dat zij de volledige schade zou vergoeden. De zaak betreft medische beroepsaansprakelijkheid, waarbij [A] stelt dat zij door de nalatigheid van [B] een herseninfarct heeft gekregen. VvAA heeft een bedrag van € 10.000,-- voor schade en € 5.000,-- voor buitengerechtelijke kosten aan [A] uitgekeerd, maar partijen zijn het niet eens geworden over de hoogte van de schadevergoeding.
Witlox heeft de vordering tot betaling van € 5.000,-- ingesteld, gebaseerd op de cederingsakte van [A] en de artikelen 6:96 lid 2 en 7:954 BW. De kantonrechter heeft overwogen dat de door VvAA betaalde bedragen redelijk zijn in verhouding tot de verrichte werkzaamheden van Witlox. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Witlox onvoldoende heeft aangetoond dat er nog een relevante schadevergoeding te verwachten is, en dat de aansprakelijkheid van VvAA niet verder reikt dan wat reeds is vergoed. De vordering van Witlox is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van VvAA, begroot op € 400,--.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor rechtshulpverleners om hun vorderingen goed te onderbouwen en de relatie tussen de kosten van rechtsbijstand en het onderliggende belang van de zaak in overweging te nemen. De kantonrechter heeft de stelling van Witlox dat het potentiële belang van de zaak veel groter is dan € 100.000,-- als onvoldoende gemotiveerd afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.