ECLI:NL:RBUTR:2011:BR4712
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. J.R. van Es-de Vries
- mr. T. Pavicevic
- mr. J.W. Veenendaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van onroerende zaak in Woerden
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 augustus 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde WOZ-waarde van de onroerende zaak gelegen aan de Vijzelmolenlaan 4 te Woerden. De waarde was vastgesteld op € 3.896.000,- voor het tijdvak van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, met als waardepeildatum 1 januari 2009. Eiser, de eigenaar van de onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar het bezwaar werd door verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden, ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante artikelen van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) besproken, waarin de methoden voor het bepalen van de waarde van onroerende zaken zijn vastgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de WOZ-waarde heeft bepaald aan de hand van de huurwaardekapitalisatiemethode, waarbij de huurwaarde van vergelijkbare niet-woningen wordt gebruikt om de waarde van de onroerende zaak te bepalen. Eiser heeft aangevoerd dat de vastgestelde waarde te hoog is en heeft dit onderbouwd met een taxatierapport van DTZ Zadelhoff, waarin een lagere waarde werd gesuggereerd.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet hoger is dan de economische waarde van het object op de waardepeildatum. De rechtbank heeft de vergelijkingsobjecten die door verweerder zijn gepresenteerd als relevant en vergelijkbaar beoordeeld. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat de door verweerder gehanteerde huurwaardekapitalisatiefactor te hoog is vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.