ECLI:NL:RBUTR:2011:BR3815
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavicevic
- J.R. van Es-de Vries
- G.C. van Gelein Vitringa-Boudewijnse
- Rechtspraak.nl
Subsidievaststelling op nihil voor project 'Nieuwe stationsomgeving Abcoude' met woningbouw
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 juli 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen (eiser) en het college van gedeputeerde staten van Utrecht (verweerder) over de subsidievaststelling voor het project 'Nieuwe stationsomgeving Abcoude'. Eiser had een subsidie aangevraagd voor de aanleg van infrastructuur en woningbouw, maar verweerder stelde de subsidie vast op nihil en vorderde eerder verstrekte voorschotten terug. Eiser maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder, waarna eiser beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de subsidieaanvraag van eiser, die op 4 april 2001 was ingediend, onmiskenbaar woningbouw omvatte. Verweerder had de subsidieaanvraag als uitgangspunt genomen en de financieringsopzet van het project, inclusief woningbouw, in aanmerking genomen. De rechtbank oordeelde dat de opbrengsten van het gehele project, inclusief de woningbouw, relevant waren voor de beoordeling van de subsidievaststelling. Dit was in lijn met artikel 3 van het Besluit TIPP, dat bepaalt dat het tekort moet worden berekend met inachtneming van alle aan het project toe te rekenen opbrengsten.
De rechtbank concludeerde dat verweerder de opbrengsten uit de woningbouw terecht had meegenomen bij de vaststelling van het bedrijfseconomisch tekort. Eiser had betoogd dat woningbouw geen onderdeel van het project kon zijn, maar de rechtbank verwierp dit argument. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.