ECLI:NL:RBUTR:2011:BR3490
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Verburg
- M.L. Bressers
- Rechtspraak.nl
Openbaarmaking definitief rapport Ernst & Young over Stichting CAOP
In deze zaak heeft eiser de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht om openbaarmaking van het definitieve rapport van Ernst & Young over de Stichting CAOP. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil meer bestaat over het feit dat het concept-rapport ongecensureerd aan eiser is verstrekt. Verweerder heeft echter aangevoerd dat dit per vergissing is gebeurd. De rechtbank verwijst naar vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), waarin is vastgesteld dat toezending per vergissing niet kan worden aangemerkt als openbaarmaking in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Dit betekent dat het verstrekken van het concept-rapport niet automatisch leidt tot de verplichting om het definitieve rapport ook openbaar te maken.
De rechtbank overweegt verder dat het concept-rapport een ander document is dan het definitieve rapport waar deze procedure over gaat. Het enkele feit dat het concept-rapport zonder weglakkingen aan eiser is verstrekt, is geen reden om te oordelen dat het definitieve rapport ook moet worden verstrekt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Utrecht op 1 juli 2011, waarbij de rechtbank de beslissing van de Minister om het verzoek om openbaarmaking af te wijzen, heeft bevestigd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om in te gaan op de verhouding tussen eerdere uitspraken van de ABRvS en het bestreden besluit, en concludeert dat het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zich verzet tegen de openbaarmaking van bepaalde gegevens.