ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2597
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de meervoudige economische kamer in strafzaak met asbestincidenten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 10 juni 2011, is de verdachte beschuldigd van het niet naleven van veiligheidsvoorschriften met betrekking tot asbesthoudende materialen. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het opzettelijk en wederrechtelijk in de bodem en/of lucht brengen van asbest(vezels) en het niet zorgdragen voor de veiligheid en gezondheid van zichzelf en anderen in de werkomgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de economische meervoudige kamer onbevoegd is om kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten, aangezien deze geen economisch delict betreffen. De rechtbank heeft verder opgemerkt dat de gedragingen van de verdachte, hoewel mogelijk strafbaar, niet onder de Wet op de economische delicten vallen. De rechtbank heeft zich dan ook onbevoegd verklaard om de zaak te behandelen. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer bestaande uit drie rechters, met mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus als griffier. De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 24 en 27 mei 2011, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding bevestigd en de zaak verder beoordeeld.