ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2587
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de economische meervoudige kamer in asbestzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 10 juni 2011, is de verdachte beschuldigd van het niet naleven van veiligheidsvoorschriften met betrekking tot asbesthoudende materialen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de economische meervoudige kamer onbevoegd is om kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten, omdat deze geen economische delicten betreffen. De tenlastelegging omvat onder andere het opzettelijk en wederrechtelijk in de bodem en/of lucht brengen van asbest(vezels), wat gevaar voor de openbare gezondheid met zich meebracht. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de gedragingen van de verdachte, hoewel strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht, niet onder de Wet op de economische delicten vallen. Dit betekent dat de economische kamer niet bevoegd is om deze zaak te behandelen. De rechtbank heeft zich dan ook onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de tenlastelegging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. De zaak is eerder inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 24 en 27 mei 2011, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De dagvaarding is geldig bevonden, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de feiten niet onder haar bevoegdheid vallen.