ECLI:NL:RBUTR:2011:BR1638
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot diefstal met geweld en afpersing
Op 16 mei 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot diefstal met geweld in vereniging en poging tot afpersing. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte betrokken was bij een overval op [slachtoffer 1], waarbij deze met geweld werd bedreigd. De verdachte fungeerde als contactpersoon tussen [slachtoffer 1] en medeverdachte [medeverdachte]. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de plannen voor de overval. De verdediging stelde dat de verdachte niet wist wat er op de twaalfde verdieping van de flat zou gebeuren en dat er geen opzet was. De rechtbank concludeerde dat uit de afgeluisterde telefoongesprekken niet kon worden afgeleid dat de verdachte wist wat er zou gebeuren. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden, zoals de aanwezigheid van een vrouw in de lift en de mogelijkheid dat de deal betrekking had op gestolen goederen, niet voldoende bewijs boden voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overval. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.