ECLI:NL:RBUTR:2011:BR1561
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.A. Messer
- G. Perrick
- I.J.B. Corbey
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor huiselijk geweld met voorwaardelijke gevangenisstraf en vordering tenuitvoerlegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 mei 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van huiselijk geweld. De verdachte, geboren in 1977 en woonachtig in Amersfoort, werd beschuldigd van het mishandelen en bedreigen van zijn levensgezel op 22 januari 2011. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mishandeling en bedreiging met zware mishandeling. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 60 dagen geëist, waarvan 26 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig had gemaakt aan een nieuw strafbaar feit, waardoor de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf kon worden toegewezen. Echter, in plaats van de gevangenisstraf ten uitvoer te leggen, besloot de rechtbank de proeftijd met een jaar te verlengen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de aanstaande geboorte van een kind. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 60 dagen, waarvan 26 dagen voorwaardelijk, met de bijzondere voorwaarde dat hij zich moet houden aan de voorschriften van de Reclassering Nederland. De rechtbank hoopte dat deze voorwaardelijke straf de verdachte zou aanmoedigen om zich aan de voorwaarden te houden en te werken aan zijn persoonlijke situatie.