ECLI:NL:RBUTR:2011:BR0619
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Merkenrechtelijke geschil tussen FrieslandCampina en De Natuurhoeve over inbreuk op ingeschreven merken van Mona puddingverpakkingen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht is behandeld, vorderde FrieslandCampina, handelend onder de naam Mona, dat De Natuurhoeve zou worden bevolen om inbreuk op haar merkrechten te staken. FrieslandCampina stelde dat De Natuurhoeve met haar puddingverpakkingen inbreuk maakte op de ingeschreven merken van Mona, die als vormmerk zijn gedeponeerd. De rechtbank heeft de procedure op 6 juli 2011 behandeld, waarbij de feiten en de vorderingen van beide partijen uitvoerig zijn besproken. FrieslandCampina heeft betoogd dat de beschermingsomvang van haar merken de driedimensionale vorm van de verpakking betreft, terwijl De Natuurhoeve aanvoerde dat de door FrieslandCampina gedeponeerde merken generiek zijn en niet voor bescherming in aanmerking komen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingeschreven merken van FrieslandCampina niet overeenstemmen met de door De Natuurhoeve op de markt gebrachte verpakkingen. De rechtbank oordeelde dat de totaalindruk van de verpakkingen zodanig verschilt dat er geen verwarring kan ontstaan bij het publiek. De vorderingen van FrieslandCampina zijn afgewezen, en de rechtbank heeft geoordeeld dat FrieslandCampina als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de overeenstemming tussen merken en de producten die op de markt worden gebracht, evenals de relevantie van marktonderzoek in dergelijke geschillen.