ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9831
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van openstaande facturen en reconventionele vordering wegens onrechtmatig handelen
In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Direct Pay Services B.V. (hierna: Direct Pay) betaling van € 71,69 aan openstaande facturen van de gedaagde partij, die als consument wordt gekwalificeerd. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die de gedaagde met Beyond Beauty B.V. heeft gesloten, waarbij Beyond Beauty haar vordering op de gedaagde aan Direct Pay heeft gecedeerd. De gedaagde heeft echter betwist dat zij de producten heeft ontvangen en heeft de betalingen stopgezet. De kantonrechter oordeelt dat Direct Pay niet heeft bewezen dat de gedaagde de pakketten heeft ontvangen, waardoor Beyond Beauty tekort is geschoten in haar verplichtingen. Dit leidt tot de conclusie dat de vordering van Direct Pay in conventie wordt afgewezen.
In reconventie vordert de gedaagde een verklaring voor recht dat Beyond Beauty onrechtmatig heeft gehandeld en vergoeding van de door haar geleden schade, bestaande uit advocaatkosten. De kantonrechter overweegt dat de gedaagde terecht heeft betoogd dat Direct Pay onterecht de incassoprocedure heeft doorgezet, maar dat de vordering in reconventie niet kan worden toegewezen. De kantonrechter wijst de vordering in reconventie af, omdat er geen sprake is van een uitzonderingssituatie die een vergoeding op grond van onrechtmatige daad rechtvaardigt. De proceskosten worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen, waarbij Direct Pay wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde en vice versa.