ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ8589
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van openlijke geweldpleging en belemmering van ambtenaren
Op 29 april 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, vertegenwoordigd door raadsman mr. C.J.B. Rijser. De zaak betrof openlijke geweldpleging en belemmering van ambtenaren bij aanhouding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van het primair tenlastegelegde feit van openlijke geweldpleging, en de rechtbank volgde dit standpunt. De rechtbank oordeelde dat niet kon worden vastgesteld welke personen een significante bijdrage hebben geleverd aan het geweld, waardoor de verdachte niet kon worden betrokken bij de openlijke geweldpleging tegen de benadeelde partij. Ook voor de belemmering van ambtenaren bij aanhouding was er geen wettig en overtuigend bewijs. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade was ontstaan. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier mr. K.F. van Dam en is openbaar uitgesproken.