ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ8560
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging bijzondere voorwaarden na voorwaardelijke veroordeling in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 27 mei 2011 uitspraak gedaan in een vordering tot wijziging van bijzondere voorwaarden die eerder waren opgelegd aan de veroordeelde. De veroordeelde, geboren in 1988 en wonende in Den Dolder, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De bijzondere voorwaarden omvatten onder andere een klinische opname in de Wier te Den Dolder en het naleven van voorschriften van de reclassering.
De officier van justitie heeft tijdens de zitting verduidelijkt dat het niet gaat om een vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf, maar om een wijziging van de bijzondere voorwaarden. De wijziging houdt in dat zowel ambulante als klinische behandeling mogelijk is, afhankelijk van de beoordeling door de behandelaars van de Wier. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder brieven van de reclassering en de Wier, en heeft vastgesteld dat er overeenstemming is bereikt over het plan van aanpak voor de veroordeelde.
De rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken en de verklaringen ter zitting geoordeeld dat de bijzondere voorwaarden moeten worden aangepast. De gewijzigde voorwaarde houdt in dat de veroordeelde zich moet houden aan de voorschriften van de reclassering, inclusief de mogelijkheid van ambulante of klinische behandeling, zolang dit nodig wordt geacht door de behandelaars. De rechtbank heeft gelet op artikel 14f van het Wetboek van Strafrecht en heeft de beslissing op 27 mei 2011 openbaar uitgesproken.