ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ8140
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- A. Wassing
- P.W.G. de Beer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdenking van productie en handel in hennep en deelname aan een criminele organisatie
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 15 juni 2011 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van de productie van en handel in hennep en hasjiesj, alsook van deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de inhoud van de dozen waarmee hij betrokken was, en dat het enkel hebben van telefonisch contact met een medeverdachte niet voldoende was om opzet op de aanwezigheid van hennep aan te nemen. De inhoud van de telefoongesprekken was niet bekend en er was geen concrete verwijzing naar hennep. De officier van justitie had eerder al vrijspraak gevorderd voor een van de feiten, en de rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een vormfout in de procedure, zoals door de verdediging werd aangevoerd. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd vrijgesproken van de verdenking van het plegen van de feiten en de voorlopige hechtenis werd opgeheven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.