ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ8073

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
6 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200005 - HA ZA 05-1750
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van geheimhoudingsverklaring in verband met boetebeding

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Utrecht, zijn de besloten vennootschappen NITERBU HYDRAULIEK B.V. (eiseres in conventie, verweerster in reconventie) en ASI SOEST B.V. (gedaagde in conventie, eiseres in reconventie) betrokken. De zaak betreft een geschil over een geheimhoudingsverklaring die ASI wenst te laten ondertekenen door Habeco, maar die Habeco weigert te ondertekenen vanwege een boetebeding dat daarin is opgenomen. De rechtbank heeft op 14 oktober 2010 een brief ontvangen van de deskundige, de heer Kattouw, waarin hij de rechtbank informeert over de situatie rondom de geheimhoudingsverklaring. Habeco geeft aan geen bezwaar te hebben tegen de geheimhoudingsverklaring zelf, maar wel tegen het boetebeding. ASI heeft hierop gereageerd en stelt dat ondertekening van de geheimhoudingsverklaring noodzakelijk is voor de bescherming van haar bedrijfsdebiet.

De rechtbank heeft vervolgens besloten om een comparitie van partijen te bevelen, waarbij beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig moeten zijn om inlichtingen te geven en te onderzoeken of er een minnelijke regeling kan worden bereikt. De comparitie is gepland op 7 maart 2011. De rechtbank heeft partijen verzocht om uiterlijk twee weken voor de zittingsdatum de benodigde bescheiden aan de rechter en de wederpartij toe te zenden. Tevens is er een waarschuwing gegeven dat het niet verschijnen van een partij gevolgen kan hebben voor de uitkomst van de procedure.

Het vonnis is op 8 december 2010 uitgesproken door mr. A.M. Verhoef. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan en verdere stappen in de procedure zullen volgen na de comparitie.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 200005 / HA ZA 05-1750
Vonnis van 8 december 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NITERBU HYDRAULIEK B.V.,
h.o.d.n. Habeco Hydrauliek,
gevestigd te Krimpen aan de Lek, gemeente Nederlek,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J. Postma te Delft,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ASI SOEST B.V.,
gevestigd te Soest,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.I. van Dijk te Utrecht.
Partijen zullen hierna Habeco en ASI genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 mei 2007
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
2.1. Op 14 oktober 2010 heeft de in deze procedure benoemde deskundige, de heer Kattouw, de rechtbank geschreven over een door ASI gewenste geheimhoudingsverklaring die Habeco niet wenst te ondertekenen. In haar brief van 14 oktober 2010 aan de rechtbank geeft Habeco aan geen bezwaar te hebben tegen de geheimhoudingsverklaring op zichzelf, echter wel tegen het daarin opgenomen boetebeding. In een brief van 10 november 2010 heeft ASI hierop haar reactie gegeven. Kort gezegd komt deze reactie erop neer dat ondertekening van de geheimhoudingsverklaring door Habeco noodzakelijk is ter bescherming van het bedrijfsdebiet.
2.2. De rechtbank zal een comparitie bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen en over de nu ontstane situatie ten aanzien van de geheimhoudingsverklaring en het tijdsverloop van de procedure. Tevens zal de comparitie benut kunnen worden om te onderzoeken of partijen het op een of meerdere punten met elkaar eens kunnen worden. De heer Kattouw zal nadien door de rechtbank worden geïnformeerd over de (wijze van) voortzetting van zijn onderzoek.
2.3. Elk van partijen wordt verzocht uiterlijk twee weken voor de zittingsdatum aan de rechter (t.a.v. Zittingsplanning Handel, kamer B1-35 van het gebouw van de rechtbank aan het Vrouwe Justitiaplein 1 te Utrecht) en aan de wederpartij toe te zenden (kopieën van) de bescheiden (voor zover nog niet in het geding gebracht) waarop zij ter comparitie een beroep wenst te doen.
2.4. De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
2.5. Partijen moeten er op voorbereid zijn, dat de rechtbank een mondeling tussenvonnis kan wijzen.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie en in reconventie
3.1. beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. H. Phaff in het gerechtsgebouw te Utrecht aan Vrouwe Justitiaplein 1 op 7 maart 2011 van 13.30 tot 15.30 uur,
3.2. bepaalt dat de partijen dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
3.3. bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de roladministratie van de sector civiel - om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum,
3.4. bepaalt dat de heer Kattouw na de comparitie door de rechtbank zal worden geïnformeerd over de (wijze van) voortzetting van zijn onderzoek,
3.5. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Verhoef en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2010.