ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ8049
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- A. Wassing
- P.W.G. de Beer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdenking van het voorhanden hebben van 52,5 kilogram hasj
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 15 juni 2011 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het samen met anderen voorhanden hebben van 52,5 kilogram hasj op 13 oktober 2010. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte betrokken was bij de handel in hasj, onderbouwd met camerabeelden en het feit dat de verdachte het telefoonnummer van een medeverdachte in zijn telefoon had staan. De rechtbank oordeelde echter dat het bewijs onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank stelde vast dat er geen bewijs was dat de verdachte wist dat er hasj in de dozen zat die in zijn aanwezigheid werden uitgeladen. Het enkele feit dat de verdachte een sms-bericht van de medeverdachte had ontvangen, waarin niets werd vermeld over de inhoud van de dozen, was niet voldoende om opzet aan te nemen. De rechtbank concludeerde dat de officier van justitie niet had aangetoond dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs, en sprak hem daarom vrij. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.