ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ7653
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over verkeersongeluk met dodelijke afloop en werkstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 mei 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een dodelijk verkeersongeluk op 1 januari 2010. De verdachte, bestuurder van een personenauto, reed op de Balijelaan te Utrecht en kwam in botsing met een voetganger, genaamd [slachtoffer], die op een verdrijvingsvlak stond en vuurwerk afstak. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan dood door schuld, zoals primair ten laste gelegd. De rechtbank erkende dat de verdachte schrok van een harde knal en daardoor naar links stuurde, wat leidde tot de aanrijding. De rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte opzettelijk of roekeloos handelde, en sprak hem vrij van het primair ten laste gelegde feit.
Echter, de rechtbank achtte het subsidiair ten laste gelegde feit, de overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, wel bewezen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zijn snelheid niet voldoende had aangepast aan de omstandigheden, gezien de feestvierende mensen en het afsteken van vuurwerk in de omgeving. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de gevolgen voor de nabestaanden, maar ook met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld en psychologische hulp zocht na het voorval. De rechtbank legde een werkstraf op van 50 uren en sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit.