ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ6093
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn
- J.M. Bruins
- R.G.A. Beaujean
- Rechtspraak.nl
Langdurige bijstandsfraude met onrechtmatige bewijsgaring
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 24 mei 2011, stond de verdachte terecht voor langdurige bijstandsfraude. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gedurende een periode van ruim acht jaar opzettelijk heeft nagelaten om de instantie die haar bijstandsuitkering verstrekte, te informeren over haar gezamenlijke huishouding met haar partner. Dit gebeurde ondanks de verplichting om wijzigingen in haar persoonlijke en financiële situatie door te geven. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank vond een identieke straf voor zowel de verdachte als de medeverdachte op zijn plaats, gezien de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de fraude. De rechtbank oordeelde dat de observaties door de gemeente Utrecht rechtmatig waren, ondanks het verweer van de verdediging dat er sprake was van onrechtmatige bewijsgaring. De rechtbank legde een werkstraf op van 240 uur, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, en hield rekening met de lange duur van de fraude en de impact op het sociale stelsel. De verdachte werd schuldig bevonden aan het opzettelijk nalaten van het verstrekken van noodzakelijke gegevens, wat resulteerde in een veroordeling voor meermalen gepleegd feit.