ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ5267
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- R. in ’t Veld
- G. Perrick
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 17 mei 2011 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Utrecht een beslissing genomen in een wrakingszaak. Verzoeker, die eerder op 28 april 2010 een wrakingsverzoek had ingediend tegen rechter mr. [A], diende opnieuw een verzoek in op 1 mei 2011, omdat hij meende dat de rechter onzorgvuldig had gehandeld. Dit verzoek was gebaseerd op een situatie waarin verzoeker op 8 april 2011 was benaderd voor een zitting op 2 mei 2011, maar later had aangegeven verhinderd te zijn. De rechtbank besloot echter dat de zitting doorging, wat verzoeker als partijdig en onzorgvuldig beschouwde.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 mei 2011 werd het standpunt van de rechter toegelicht, waarbij mr. [A] stelde dat de zittingsdatum in overleg met partijen was vastgesteld en dat verzoeker geen uitzonderlijke omstandigheden had aangedragen voor uitstel. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid van mr. [A] konden rechtvaardigen. De rechtbank benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en werd bepaald dat een volgend verzoek tot wraking van mr. [A] door verzoeker niet in behandeling zou worden genomen. Deze beslissing werd genomen in aanwezigheid van griffier mr. K.F. van Dam en werd op dezelfde dag aan de betrokken partijen gecommuniceerd.