ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ3512
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Jeugddetentie voor poging tot doodslag en bedreiging door minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 3 mei 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 127 dagen. De feiten vonden plaats op 14 november 2010 in de gesloten jeugdzorginrichting Almata te Den Dolder, waar de verdachte tijdens een ruzie met een medebewoner, [aangever 1], een mes heeft gepakt en daarmee op het hoofd van [aangever 1] heeft gestoken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat hij [aangever 1] zou doden, maar dat het feit niet voltooid is. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van bedreiging van [aangever 2] door met twee pennen in zijn hand op deze persoon af te lopen, wat als dreigend werd ervaren.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, dat eerdere geweldsdelicten toonde, en met psychiatrische rapporten die wezen op een posttraumatische stressstoornis en een lichte verstandelijke beperking. De rechtbank concludeerde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was en dat er een hoge kans op recidive bestond zonder adequate behandeling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar oordeelde dat de opgelegde jeugddetentie en de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen noodzakelijk waren voor de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de verdachte. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van het in beslag genomen mes bevolen, dat bij het bewezen verklaarde feit was gebruikt.