ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ3288

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
27 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
743737 UV EXPL 11-114 RK/4062
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van werktijden in de zorgsector en de redelijkheid van de aanpassing

In deze zaak heeft [eiseres] Axioncontinu in kort geding gedagvaard, waarbij zij vorderde dat haar huidige werktijden van 18.00 tot 23.00 uur in stand zouden blijven. De kantonrechter heeft op 27 april 2011 uitspraak gedaan. De zitting vond plaats op 13 april 2011, waar beide partijen pleitnotities overlegden en [eiseres] haar vordering wijzigde. Axioncontinu had eerder aangekondigd de werktijden van [eiseres] te willen aanpassen naar een eerder aanvangstijdstip, wat door [eiseres] als een eenzijdige wijziging van haar arbeidsvoorwaarden werd betwist. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] een spoedeisend belang had bij haar vordering, maar dat er geen eenzijdig wijzigingsbeding was overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. De rechter stelde vast dat de langdurige praktijk van [eiseres] om op bepaalde tijden te werken, deel uitmaakte van haar arbeidsvoorwaarden, ondanks dat dit niet expliciet in de arbeidsovereenkomst was vastgelegd.

De kantonrechter beoordeelde de redelijkheid van het voorstel van Axioncontinu om de werktijden te wijzigen aan de hand van de gewijzigde omstandigheden in de zorgsector. Axioncontinu voerde aan dat de financiering en de zorgvraag wijziging vereisten, en dat de huidige werktijden niet meer strookten met de behoeften van de bewoners. De kantonrechter vond dat Axioncontinu voldoende had aangetoond dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die een aanpassing van de werktijden rechtvaardigden. Hoewel de persoonlijke omstandigheden van [eiseres] ook werden meegewogen, oordeelde de kantonrechter dat de belangen van Axioncontinu zwaarder wogen. Uiteindelijk werden zowel de primaire als subsidiaire vorderingen van [eiseres] afgewezen, en werd zij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector Civiel
Kantonrechter
Locatie Utrecht
zaaknummer: 743737 UV EXPL 11-114 RK/4062
kort geding vonnis d.d. 27 april 2011
inz[eiseres]
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [eiseres],
eisende partij,
gemachtigde: mr. W.P.J.M. van Gestel,
tegen:
de stichting
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Axioncontinu,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. A. Dekkers.
1. Het verloop van de procedure
[eiseres] heeft Axioncontinu in kort geding doen dagvaarden.
Axioncontinu heeft voor de zitting producties toegezonden.
De zitting heeft plaatsgevonden op 13 april 2011. Daarvan is aantekening gehouden.
Partijen hebben elk een pleitnotitie overgelegd.
[eiseres] heeft bij gelegenheid van de zitting de vordering gewijzigd.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] is op [1979] in dienst getreden van Axioncontinu en is laatstelijk werkzaam in de functie van zorgassistent op 3 avonden in de week van 18.00 tot 23.00 uur. Sinds 2000 werkt zij op de locatie Amaliahof (voorheen Wilhelminahof geheten).
2.2. Bij brief van 22 juni 2000 is het volgende aan [eiseres] bericht:
“(…)
Hierbij bevestig ik onze mondelinge afspraak dat, wanneer jij per 1 september start op de Wilhelminahof, je werktijden zullen zijn van 18.00 tot 23.00 (= ptD dienst). De diensten worden, volgens rooster, gepland.
Mocht ik hiervan willen afwijken, dan gaat dit altijd in overleg met jou.
Na een jaar zullen we deze afspraak evalueren.
(…)”
2.3. In een teamvergadering op 3 augustus 2010 heeft de nieuwe leidinggevende van [eiseres], de heer [leidinggevende], aangegeven dat hij met alle mensen die hun dienst tussen 17:00 en 18:00 starten een gesprek wil aangaan om te praten over een eerdere starttijd. In een gesprek tussen partijen op 16 september 2010 is dit punt aan de orde gekomen.
2.4. Bij brief van 14 december 2010 is aan [eiseres] bericht dat de aanvang van haar avonddienst met ingang van 1 maart 2011 zal worden vervroegd naar 15.45 uur.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert dat de kantonrechter Axioncontinu zal gebieden de arbeidstijden van [eiseres] (van 18.00 tot 23.00 uur) in stand te laten, op straffe van een dwangsom van € 250,-- per dag dat in strijd met het in deze te wijzen vonnis wordt gehandeld, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten. Ter zitting heeft zij haar eis aangevuld met als subsidiaire vordering dat de werktijden van [eiseres] worden gewijzigd naar een avonddienst van 17.30 tot 22.30 uur.
3.2. Zij legt het volgende aan de vordering ten grondslag. [eiseres] is van mening dat er sprake is van een eenzijdige wijziging van haar arbeidsvoorwaarden door Axioncontinu door terug te komen op de uitdrukkelijke toezegging zoals vermeld in de brief van 22 juni 2000. Afgesproken was dat afwijking van de overeengekomen werktijden door Axioncontinu slechts mogelijk zou zijn in overleg met [eiseres]. Van een overleg, waarbij partijen over en weer rekening hebben gehouden met elkaars standpunt, is echter geen sprake geweest. Er is geen rekening gehouden met de zwaarwegende privé-omstandigheden van [eiseres], namelijk de hulp die zij haar jongste zoon van 14 jaar wil bieden bij het huiswerk en het voorkomen dat haar zoon zal ontsporen. [eiseres] acht het voorstel van Axioncontinu tot wijziging van haar werktijden onredelijk, gelet op haar privé-belangen. Haar werktijden worden bovendien per saldo langer. Zij is van mening dat - zo dit voorstel wel als redelijk kan worden aangemerkt, quod non, - aanvaarding van de gewijzigde arbeidstijden in het licht van de omstandigheden van dit geval niet van haar gevergd kan worden.
3.3. Axioncontinu voert verweer. Zij voert aan dat zij naar een aanpassing van de werktijden en herverdeling van inzet van uren streeft en als gevolg daarvan de werktijden van [eiseres] dienen te worden aangepast. Op haar stellingen zal hierna - voor zover nodig - worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Hoewel betwist door Axioncontinu is de kantonrechter van oordeel dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening gelet op de aard van de vordering. Weliswaar heeft Axioncontinu aangegeven dat zij hangende de procedure de gewijzigde werktijden van [eiseres] niet zal laten ingaan, echter niet gesteld of gebleken is dat Axioncontinu bereid was deze werktijden gedurende een langere periode toe te staan.
4.2. Vooropgesteld wordt dat voor toewijzing van een voorziening zoals door [eiseres] wordt gevorderd, het in hoge mate waarschijnlijk moet zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
4.3. Vaststaat dat [eiseres] vanaf 2000 werkzaam is in de functie van zorgassistent op de Amaliahof gedurende drie avonden per week van 18.00 uur tot 23.00 uur. De enkele vermelding in de brief van haar vorige leidinggevende dat deze werktijden worden gehanteerd, rechtvaardigt op zichzelf nog niet de conclusie dat partijen een harde afspraak hebben gemaakt met betrekking tot vaste uren waarop de werkzaamheden verricht dienen te worden. De kantonrechter is echter wel van oordeel dat het feit dat [eiseres] gedurende zoveel jaren op basis van dit rooster heeft gewerkt tot gevolg heeft dat dit werkrooster - ondanks dat hierover niets in een arbeidsovereenkomst is vastgelegd - deel is gaan uitmaken van haar arbeidsvoorwaarden. Daaraan doet niet af dat in artikel 5.1 lid 2 van de CAO is bepaald dat de werkgever de werktijden vaststelt. Het feit dat Axioncontinu thans de werktijden heeft aangepast betekent derhalve dat zij eenzijdig - immers zonder instemming van [eiseres] - een arbeidsvoorwaarde heeft gewijzigd.
4.4. De kantonrechter stelt vast dat partijen geen eenzijdig wijzigingsbeding in de zin van artikel 7:613 BW zijn overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. De vraag is dan of van [eiseres] op grond van artikel 7:611 BW kan worden verwacht dat zij het voorstel tot aanpassing van haar werktijden accepteert. Ter beoordeling van deze vraag zijn op basis van het arrest Stoof/Mammoet (HR 11 juli 2008, JAR 2008/204) drie stappen te onderscheiden:
1) is er sprake van gewijzigde omstandigheden die nopen tot een wijziging van de arbeidsovereenkomst;
2) is het gedane voorstel tot wijziging van de overeenkomst in het licht van alle omstandigheden van het geval redelijk;
3) kan aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van de werknemer worden gevergd.
4.5. Ten aanzien van de gewijzigde omstandigheden op de werkvloer heeft Axioncontinu onder meer het volgende aangevoerd. De financiering binnen de verpleeghuiszorg is zodanig gewijzigd dat er geen inefficiënte uren meer gedraaid dienen te worden. Gebleken was dat de verdeling van het personeelsaanbod ten opzichte van de zorgvraag niet optimaal was en wijziging behoefde, hetgeen gelijkmatige spreiding van medewerkers over de dagen noodzakelijk maakt. De huidige werktijden van [eiseres] stroken niet met de behoefte en wensen van de bewoners en de afdeling. De drukte ligt tussen 15:00 en 21:00 en dan met name tussen 16:00 en 19:00 in verband met het avondeten. [eiseres] kan in verband met haar functie geen eindverantwoordelijkheid dragen, waardoor er altijd iemand naast haar ingeroosterd dient te worden, hetgeen na ’s avonds 22:00 niet nodig is. Met de huidige starttijd van [eiseres] is er bovendien in verband met aansluitende diensten geen optimale bezetting tijdens de drukte in de ochtend. De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] niet gemotiveerd heeft weersproken dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden op de werkvloer. Zij voert weliswaar aan dat Axioncontinu creatiever dient in te roosteren en draagt enkele suggesties aan, maar heeft geen oplossing geboden die de door Axioncontinu aangevoerde - en niet voldoende weersproken - problemen wegneemt. De kantonrechter acht derhalve voldoende aannemelijk dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die nopen tot wijziging van de werktijden van [eiseres].
4.6. [eiseres] heeft van haar kant argumenten aangedragen die het noodzakelijk maken om haar huidige werktijden te handhaven. De kantonrechter acht de wens van [eiseres] om voor haar 14-jarige zoon te zorgen op zichzelf beschouwd gerechtvaardigd, maar dat haar afwezigheid de consequentie zal hebben zoals door [eiseres] is gesteld, namelijk het ontsporen van haar zoon, is op geen enkele manier nader onderbouwd en lijkt op voorhand niet aannemelijk gelet op de toelichting van [eiseres] ter zitting dat het een jongen betreft die in 3 VWO zit en die goede schoolresultaten behaalt; derhalve een kind dat op dit moment geen speciale begeleiding behoeft. Bovendien is [eiseres] geen alleenstaande moeder, maar is er ook een vader die in het begin van de avond thuiskomt en dan de benodigde aansturing kan geven, zodat het er per saldo op neerkomt dat de zoon slechts drie maal per week enkele uren alleen is.
4.7. De kantonrechter stelt vast dat Axioncontinu - in tegenstelling wat [eiseres] hierover heeft gesteld - overleg met [eiseres] heeft gevoerd om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Bovendien is reeds tijdig door Axioncontinu kenbaar gemaakt dat er een wijziging aan zat te komen. Uit het verslag van het teamoverleg dat plaatsvond op 3 augustus 2010 blijkt immers dat de heer [leidinggevende] heeft aangegeven dat hij graag wil dat medewerkers die hun dienst starten tussen 17:00 en 18:00 eerder gaan beginnen. Daarnaast is in het gesprek dat plaatsvond tussen partijen op 16 september 2010 gesproken over een vervroeging van de dienst van [eiseres]. Op 14 december 2010 heeft Axioncontinu [eiseres] - na hierover met haar te hebben gesproken - per brief laten weten dat de aanvang van haar avonddienst met ingang van 1 maart 2011 zou worden vervroegd naar 15.45 uur. De maatregel is niet per direct opgelegd en hangende deze procedure heeft Axioncontinu zich ook bereidwillig getoond door de gewijzigde werktijden nog niet in te laten gaan.
4.8. De kantonrechter acht het door Axioncontinu gedane voorstel tot wijziging van de arbeidsovereenkomst in het licht van alle hiervoor besproken omstandigheden redelijk. De belangen van beide partijen tegen elkaar afwegend dient het belang van Axioncontinu in dit geval te prevaleren en derhalve kon aanvaarding van dit voorstel naar het oordeel van de kantonrechter in redelijkheid van [eiseres] worden gevergd.
4.9. Gelet op het vorenstaande zal zowel de primaire als de subsidiaire vordering worden afgewezen.
4.10. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing
De kantonrechter:
weigert de gevorderde voorziening;
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Axioncontinu, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 200,-- aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.V.M. Gehlen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 27 april 2011.