ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ3281
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingszaak tegen rechters van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Utrecht
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 11 april 2011, hebben verzoekers hun wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters van de meervoudige strafkamer. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben op 7 april 2011 een aantal strafzaken behandeld gezien, waarbij zij verzochten om getuigen te horen en documenten aan de dossiers toe te voegen. Deze verzoeken werden door de meervoudige strafkamer afgewezen, wat leidde tot de wraking. Tijdens de zitting op 11 april 2011 hebben de verzoekers hun gronden voor wraking toegelicht, terwijl de betrokken rechters hun standpunt over de wraking uiteenzetten. De officier van justitie heeft verzocht om het wrakingsverzoek af te wijzen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de wraking beoordeeld, met inachtneming van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en de relevante Europese regelgeving. De rechtbank concludeert dat de verzoekers niet hebben aangetoond dat er sprake is van een gebrek aan onpartijdigheid van de rechters. De enkele omstandigheid dat de rechters beslissingen hebben genomen die onwelgevallig zijn voor de verzoekers, is onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van partijdigheid. De rechtbank wijst de verzoeken tot wraking af en bepaalt dat de behandeling van de strafzaken zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van de schorsing.