ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ2843
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Oostendorp
- J.E. Kruijff-Bronsing
- L.E. Verschoor-Bergsma
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte met psychische problemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 1 februari 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte, die in de Forensische Psychiatrische Kliniek Inforsa verblijft. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaren verlengd. De verdachte, geboren in 1965, is ter beschikking gesteld na een poging tot moord met een vuurwapen. De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere uitspraken en rapporten van de Forensische Psychiatrische Kliniek.
Tijdens de zitting op 18 januari 2011 is de verdachte gehoord, bijgestaan door zijn raadsman E. Boskma. De getuige-deskundige I. van Outheusden heeft het rapport van 12 oktober 2010 toegelicht, waarin de kernproblematiek van de verdachte wordt besproken. De verdachte heeft aanvankelijk de diagnose schizofrenie gekregen, maar recentelijk is er twijfel over deze diagnose en wordt gesproken van een persoonlijkheidsstoornis NAO. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte vooruitgang heeft geboekt in zijn behandeling, maar dat er nog steeds een hoog recidiverisico is.
De officier van justitie heeft de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren gevorderd, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen het noodzakelijk maken om de terbeschikkingstelling te verlengen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er enige vooruitgang is in het ziektebesef van de verdachte, maar dat er nog veel stappen te zetten zijn in de behandeling. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.