ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ2822

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
26 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
302385/FT-RK 11.245
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid verzoek dwangakkoord wegens gebrek aan informatie door schuldhulpverlener

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 26 april 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord, ingediend door de verzoeker op 25 februari 2011. De verzoeker had tevens een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend. De rechtbank heeft de verzoeker in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek aan te vullen met ontbrekende gegevens, zoals voorgeschreven in de Faillissementswet (Fw). De rechtbank heeft op 28 februari 2011 de verzoeker, via de schuldhulpverlener van PLANgroep Stichtse Vecht, geïnformeerd over de noodzaak om de ontbrekende informatie binnen een maand aan te leveren.

Op 15 maart 2011 ontving de rechtbank enkele aanvullende stukken van de schuldhulpverlener, maar deze vormden slechts een klein deel van de benodigde informatie. De rechtbank heeft vervolgens geprobeerd telefonisch contact op te nemen met de schuldhulpverlener om de reden van het ontbreken van de overige stukken te achterhalen. Na meerdere pogingen en een herinnering op 29 maart 2011, heeft de schuldhulpverlener aangegeven dat hij de verzoeker had uitgenodigd om op 4 april 2011 op kantoor te komen en dat hij voornemens was om de ontbrekende informatie op die dag toe te sturen. Dit voornemen is echter niet uitgevoerd, en op 15 april 2011 ontving de rechtbank opnieuw aanvullende informatie, maar niet alle benodigde stukken waren bijgevoegd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verzoeker niet, binnen de gestelde termijn, zijn verzoek volledig heeft aangevuld. Gezien het ontbreken van de akkoordverklaringen van vier schuldeisers en de incomplete informatie, heeft de rechtbank de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot dwangakkoord. Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J. Verschoof en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2011.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector Civiel
zaaknummer: 302385/FT-RK 11.245
nummer verklaring: MRS0151100020
uitspraakdatum: 26 april 2011
uitspraak op grond van artikel 287a lid 2 jo. 287 lid 2 van de Faillissementswet
(“niet-ontvankelijkheid verzoek dwangakkoord”)
enkelvoudige kamer
[verzoeker]
wonende [adres], [woonplaats],
hierna: verzoeker.
Verzoeker heeft op 25 februari 2011 een verzoekschrift tot het opleggen van een dwangakkoord ingediend en hierbij gevoegd een verzoek met bijlagen tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 28 februari 2011 heeft de rechtbank verzoeker, middels PLANgroep Stichtse Vecht, de instantie, als bedoeld in artikel 285 lid 2 van de Faillissementswet (hierna: Fw), in de gelegenheid gesteld zijn verzoek op grond van artikel 287a lid 2 Fw jo. 287 lid 2 Fw binnen een maand met de ontbrekende gegevens aan te vullen.
De rechtbank heeft op 15 maart 2011 aanvullende stukken van de schuldhulpverlener van PLANgroep Stichtse Vecht ontvangen. Dit betrof echter slechts een klein deel van de ontbrekende informatie.
De griffier van de rechtbank heeft geprobeerd telefonisch te overleggen met de schuldhulpverlener over de reden van het ontbreken van de overige stukken. Toen dit om diverse redenen niet lukte, heeft de rechtbank bij bericht van 29 maart 2011 nogmaals gemeld welke informatie ontbrak. Hierop heeft de schuldhulpverlener laten weten dat hij verzoeker had uitgenodigd op 4 april 2011 op kantoor te komen en dat hij voornemens was die dag de ontbrekende informatie toe te sturen. Dit voornemen is kennelijk niet uitgevoerd, want zonder tussenbericht heeft de rechtbank op 15 april 2001 aanvullende informatie van de schuldhulpverlener ontvangen. De rechtbank heeft echter niet alle stukken ontvangen, waarvan de schuldhulpverlener heeft gemeld dat hij deze heeft bijgevoegd. Daarnaast ontbreken ook nog de akkoordverklaringen van vier schuldeisers.
De rechtbank overweegt als volgt.
Nu verzoeker niet, middels de instantie, als bedoeld in artikel 285 lid 2 Fw, binnen de gestelde termijn als bedoeld in artikel 287a lid 2 Fw jo. 287 lid 2 Fw noch nadien zijn verzoek volledig heeft aangevuld, zal hij niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek tot dwangakkoord.
Beslissing
De rechtbank
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Verschoof en in het openbaar uitgesproken op
26 april 2011.