ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ2359

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
11 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-712052-07
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden

In de zaak met parketnummer 16/712052-07 heeft de rechtbank Utrecht op 11 april 2011 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde. De officier van justitie had verzocht om de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar te verlengen. Tijdens de zitting is deskundige R. Jens van Reclassering Nederland gehoord, die in zijn rapport van 2 februari 2011 had geadviseerd om de terbeschikkingstelling te beëindigen. Hij bevestigde dit standpunt ter zitting. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en rapportages van deskundigen. De rechtbank concludeert dat de terbeschikkinggestelde, die sinds 22 april 2009 onder behandeling is, een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en stabiel functioneert. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van personen of goederen geen verlenging van de terbeschikkingstelling meer eist. De vordering van de officier van justitie wordt afgewezen. De beslissing is genomen door de rechters J.R. Krol, M.J. Veldhuijzen en P.L.C.M. Ficq, in aanwezigheid van griffier A. Heijboer, en is openbaar uitgesproken op 11 april 2011.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/712052-07
Beslissing afwijzing verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden d.d. 11 april 2011
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[Naam]
geboren te Paramaribo op [1955],
wonende te [woonplaats], [adres].
advocaat mr. I.E. Leenhouwers te Alkmaar
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 14 augustus 2008 waarbij [Naam] ter beschikking is gesteld met voorwaarden, vanwege het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarige jongens;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 22 april 2009 en dat vanaf dat moment de behandeling bij De Waag is gestart;
-de vordering van de officier van justitie d.d. 1 maart 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de duur van één jaar;
-het rapport d.d. 23 maart 2011, opgemaakt door J.M.J.F Offermans, psychiater, waarin is geadviseerd de opgelegde maatregel niet te verlengen;
-een voortgangsverslag en verlengingsadvies d.d. 2 februari 2011 van R. Jens, reclasseringswerker, waarin is geadviseerd de opgelegde maatregel te beëindigen
-een voortgangsverslag d.d. 5 april 2011 van R. Jens, reclasseringswerker.
2 De procesgang
De terbeschikkinggestelde is bij het vonnis van deze rechtbank d.d. 14 augustus 2008 ter beschikking gesteld met voorwaarden omdat hij ontuchtige handelingen met minderjarige jongens heeft gepleegd. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 22 april 2009.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn advocaat.
Voorts is de deskundige R. Jens, werkzaam bij Reclassering Nederland, gehoord.
3 Het standpunt van de deskundigen
Het standpunt van psychiater J.M.J.F. Offermans blijkt uit het door hem opgemaakte rapport d.d. 23 maart 2011. Het standpunt luidt - zakelijk weergegeven - als volgt.
De diagnose
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een (vrij milde) narcistische persoonlijkheidsstoornis.
De behandeldoelen, en het verloop en effect van de behandeling
De terbeschikkinggestelde lijkt aanvankelijk nogal wat moeite te hebben gehad met de groepsgerichte aanpak van De Waag (ambulante forensische psychiatrie) in het kader van de opgelegde tbs met voorwaarden, maar heeft wel zijn voordeel weten te doen met de individuele behandeling, waarbij hij meer zicht heeft gekregen op zijn risicoprofiel en terugvalpreventie. De gestructureerde aanpak vanuit Exodus heeft ertoe geleid dat de terbeschikkinggestelde gaandeweg weer zelfstandig is kunnen gaan functioneren in zowel wonen als werken. Hierdoor kan gesteld worden dat de therapeutische interventies met betrekking tot begeleiding en behandeling hun effect hebben gehad en een situatie van (psychische) stabiliteit hebben gecreëerd.
Het recidiverisico
De kans op recidive, wanneer de tbs per direct wordt beëindigd en de terbeschikkinggestelde zelfstandig in de maatschappij moet functioneren, is laag voor de korte-, de middellange- en lange termijn.
Het advies
De aan de terbeschikkinggestelde opgelegde maatregel dient niet te worden verlengd, aangezien hij stabiel functioneert en voldoende uit eerdere ervaringen lijkt te hebben geleerd om niet opnieuw in de fout te gaan.
Het standpunt van Reclassering Nederland blijkt uit het door R. Jens opgemaakte rapport d.d. 2 februari 2011. Het standpunt luidt - zakelijk weergegeven - als volgt.
Conclusie en advies
De terbeschikkinggestelde is sinds 22 april 2009 in behandeling bij De Waag. Sinds medio 2009 heeft hij naast de groepsbehandeling ook individuele gesprekken met zijn behandelaar wat een flinke bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling en inzicht bij de terbeschikkinggestelde.
De terbeschikkinggestelde heeft tijdens zijn behandeling een positieve ontwikkeling doorgemaakt en zit nu wellicht aan het plafond van zijn ontwikkeling.
Samengevat kan worden gesteld dat de terbeschikkinggestelde zich goed heeft gehouden aan de voorwaarden die zijn gesteld aan de tbs met voorwaarden. De reclassering is evenals de behandelaar van mening dat het recidiverisico verminderd is.
Geadviseerd wordt de tbs met voorwaarden te beëindigen.
Ter terechtzitting d.d. 11 april 2011 heeft R. Jens het in zijn rapport van 2 februari 2011 ingenomen standpunt dat de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd onderschreven.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft haar vordering, als genoemd onder 1, om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, ter terechtzitting niet gehandhaafd en heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen.
5 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering af te wijzen en heeft de rechtbank verzocht direct uitspraak te doen.
6 De beoordeling
De rechtbank overweegt dat uit de rapportages van Reclassering Nederland en de psychiater volgt dat de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Door de behandeling en de begeleiding zijn de gestelde doelen bereikt.
Er is sprake van een stabiele woon- en werksituatie, waardoor de terbeschikkinggestelde goed kan functioneren. De terbeschikkinggestelde kan op basis van vrijwilligheid een beroep doen op reclasseringstoezicht.
Het recidiverisico is laag voor de korte-, de middellange- en lange termijn.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet langer eist en dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen.
7 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering d.d. 1 maart 2011 van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van [Naam] af.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.R. Krol, voorzitter, mr. M.J. Veldhuijzen en mr. P.L.C.M. Ficq, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier A. Heijboer en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 april 2011.
Mr. P.L.C.M. Ficq is niet in de gelegenheid deze beslissing mee te ondertekenen.