ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ1962
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot aanbieding arbeidsovereenkomst bij contractswisseling in de schoonmaakbranche
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 13 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en een schoonmaakbedrijf, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft de verplichting van [gedaagde] om aan [eiser] een arbeidsovereenkomst aan te bieden na een contractswisseling als gevolg van heraanbesteding van een object, in dit geval de locatie van DHL te Utrecht. De werknemer vorderde dat [gedaagde] hem per 1 juli 2009 een arbeidsovereenkomst zou aanbieden die voldeed aan de geldende cao voor het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen de relevante bepalingen van de cao besproken, met name artikel 34, dat de verplichting tot het aanbieden van een arbeidsovereenkomst bij contractswisseling regelt. De rechter oordeelde dat [gedaagde] niet verplicht was om [eiser] een arbeidsovereenkomst aan te bieden, omdat [eiser] als objectleider was aangemerkt en deze functie was uitgezonderd van de aanbiedingsverplichting. Bovendien was het aanbod van [gedaagde] om [eiser] op andere objecten in Haarlem te laten werken, redelijk, aangezien DHL niet wenste dat [eiser] op hun object werkzaam zou zijn. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].