ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ1531
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen omzetting werkstraf in vervangende hechtenis ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 maart 2011 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de omzetting van een werkstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde had een taakstraf van 150 uren opgelegd gekregen, maar had deze niet naar behoren uitgevoerd. Uit het afloopbericht van de reclassering bleek dat de veroordeelde meerdere keren niet was verschenen op afspraken en uiteindelijk slechts tien uur van de werkstraf had uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen aantonen dat hij geen verwijt kon worden gemaakt voor het niet uitvoeren van de taakstraf.
De verdediging voerde aan dat de veroordeelde gezondheidsproblemen had en dat hij uit angst om opgepakt te worden niet naar de werkplek was gegaan. De rechtbank oordeelde echter dat de reclassering voldoende rekening had gehouden met de gezondheidsklachten van de veroordeelde en dat het wegblijven van de werkplek een persoonlijke keuze was geweest. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde zelf verantwoordelijk was voor het niet slagen van de werkstraf en dat hij de gevolgen hiervan moest dragen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het bezwaarschrift ongegrond, omdat de veroordeelde niet had aangetoond dat hij niet in staat was om de werkstraf uit te voeren. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.