ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0685
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een moratorium op verzoek van een schuldenaar in het kader van de Faillissementswet
Op 28 maart 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een zaak waarin de verzoekster een moratorium heeft aangevraagd op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw). De verzoekster, geboren in 1981 en woonachtig op een niet gespecificeerd adres, heeft aangegeven dat zij bezig is met het treffen van een minnelijke regeling met haar schuldeisers. Tijdens de zitting was de verzoekster aanwezig, evenals haar maatschappelijk werker, mevrouw W. Jansen. De schuldhulpverlener, mevrouw E. Hidraoui, en de schuldeiser waren echter niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproep. De verzoekster heeft aangegeven dat zij is aangemeld voor inkomstenbeheer en dat er een aanvraag is gedaan voor beschermingsbewind. De maatschappelijk werker heeft bevestigd dat de hulpverlening zal worden voortgezet en dat de verzoekster uitzicht heeft op een vaste baan.
De rechtbank heeft het verzoek tot het instellen van een moratorium toegewezen, omdat er op dat moment sprake was van een stabiele situatie waarin een minnelijk traject kans van slagen had. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om de verzoekster de ruimte te geven om tot overeenstemming met haar schuldeisers te komen. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van een eerder uitgesproken vonnis tot ontruiming opgeschort en de huurovereenkomst verlengd voor de duur van het moratorium, dat is vastgesteld op zes maanden. De voorzieningen vervallen zodra de verzoekster haar verzoek tot schuldsanering intrekt of er een definitieve beslissing op dat verzoek is genomen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de schuldhulpverlener verslag moet uitbrengen over de voortgang van de buitengerechtelijke schuldregeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het creëren van een stabiele situatie voor schuldenaren, zodat zij de kans krijgen om hun financiële situatie te verbeteren en tot een minnelijke regeling te komen met hun schuldeisers.