ECLI:NL:RBUTR:2011:BP9445

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
30 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
724472 AC EXPL 10-9054 MH
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding koopovereenkomst tweedehands auto wegens onjuiste kilometerstand en gebrekkige staat

In deze zaak heeft eiser, [eiser], een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde], naar aanleiding van de aankoop van een tweedehands Audi A3. De koopovereenkomst werd op 15 mei 2010 gesloten voor een bedrag van € 2.500,-. Eiser heeft de auto slechts 10 dagen kunnen gebruiken voordat deze defect raakte. Na onderzoek bleek dat de kilometerstand van de auto, zoals vermeld op de teller, niet klopte en dat deze met ongeveer 50.000 kilometer was teruggedraaid. Eiser heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op grond van de gebrekkige staat van de auto en de onjuiste kilometerstand, wat volgens hem een aanmerkelijke afwijking van de overeenkomst vormde.

Gedaagde heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij de auto zonder garantie en voor een meeneemprijs heeft verkocht, en dat eiser de mogelijkheid had om de auto te laten keuren. Gedaagde betwistte ook dat hij op de hoogte was van de onjuiste kilometerstand. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de kilometerstand van essentieel belang is voor de koper en dat gedaagde niet heeft aangetoond dat hij eiser op de hoogte heeft gesteld van enige twijfel over de kilometerstand. De kantonrechter concludeerde dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst en dat eiser recht had op teruggave van de koopprijs.

De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van € 2.700,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 november 2010. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 577,93. Het vonnis is uitgesproken op 30 maart 2011 door kantonrechter M.E. Heinemann.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector Civiel
Kantonrechter
Locatie Amersfoort
zaaknummer: 724472 AC EXPL 10-9054 MH
vonnis van 30 maart 2011
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen [eiser],
eisende partij,
gemachtigde: Deurwaarders- en Incassobureau Enschede BV,
tegen:
[gedaagde]
h.o.d.n. [gedaagde] Auto's,
wonende te [vestigingsplaats],
verder te noemen [gedaagde],
gedaagde partij,
procederend in persoon.
1. Het verloop van de procedure
[eiser] heeft een vordering ingesteld. [gedaagde] heeft geantwoord op de vordering. De comparitie is gehouden op 15 maart 2011. Daarvan is aantekening gehouden. Hierna is uitspraak bepaald.
2. Feiten
2.1. Op 15 mei 2010 is tussen [eiser] en [gedaagde] een koopovereenkomst tot stand gekomen ter zake van een tweedehands en APK-gekeurde Audi A3 1.9 TDI uit 1998. Na inruil van zijn oude auto, een Volkwagen Polo, bedroeg de koopprijs € 2.500,-. Voorafgaand aan de koop heeft [eiser] tweemaal een proefrit met de Audi gemaakt.
2.2. Volgens de stand op de kilometerteller had de Audi ten tijde van de koop ongeveer 232.000 kilometer gereden. Uit gegevens van de Nationale Auto Pas (NAP) blijkt dat de kilometerstand op 14 december 2006 reeds 219.740 bedroeg en op 29 januari 2009 279.616. Op 12 februari 2010 was de kilometerstand blijkens de NAP-gegevens 229.385.
2.3. In zijn brief van 16 juli 2010 ontbindt [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk. Hij schrijft onder meer:
“Op 23 juni, slechts een week na het ophalen van de auto, gaat deze kapot. Uit onderzoek blijkt dat de klep van de 4e cilinder kapot is welke waarschijnlijk ook naar beneden, in de motor, is gevallen en hier schade veroorzaakt heeft. Kortom, de auto is momenteel in zijn geheel niet te gebruiken / berijden. (…)
Buiten dit feit kom ik er dan ook nog eens achter dat de kilometerstand van de auto totaal niet klopt. Ik heb bij u een auto gekocht met een kilometerstand van ca. 232.000 km. Deze stand bleek, na een bevraging bij de Nationale Auto Pas al in 2006 bereikt te zijn. Het is, gezien de duur en de kilometerhistorie van de auto dan ook meer aannemelijk dat deze 332.000 km zou hebben gelopen. (…)”
2.4. Bij handgeschreven brief (datum onbekend) schrijft [gedaagde] onder meer, voor zover leesbaar:
“Je hebt geen garantie, zoals je weet.
Ik heb tot 3 keer gezegd, dat je de auto ANWB mocht laten keuren.
(…)
Toen je belde dat de auto kapot was heb ik je aangeboden om de helft van de kosten te vergoeden. (…) Je zei toen dat je hem zelf wel kon maken.
Ik zei toen dan betaal ik ook de helft van de kosten.
(…)
Ik ga geen auto die goed rijdt verkopen en dan na 10 dagen kapot terugnemen.”
2.5. Bij brief van 1 oktober 2010 schrijft de gemachtigde van [eiser] onder meer:
“Namens cliënt roepen wij hierbij, voor zover dit nog niet is gedaan, de buiten gerechtelijke ontbinding in, op grond van verkoop van een ondeugdelijk product en dwaling.”
Verder doet de gemachtigde een voorstel voor een regeling van de kwestie. Dit voorstel is niet door [gedaagde] aanvaard.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert dat [gedaagde], bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 november 2010 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding (waaronder begrepen het salaris van zijn gemachtigde).
3.2. [eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] hem een gebrekkige auto heeft verkocht. Hij heeft toegelicht dat hij zijn Audi 10 dagen naar tevredenheid heeft gebruikt. Toen stopte de auto er opeens mee. De ANWB heeft de auto naar de vliegbasis gebracht waar [eiser] werkt. Een van zijn collega’s constateerde dat een klep kapot is. [eiser] stelt dat hij niet hoefde te verwachten dat een klep in een dergelijke korte periode kapot zou gaan.
Enkele dagen na de autopech heeft [eiser] van een Volkswagendealer (Autobedrijf [X] in [woonplaats]) vernomen dat de kilometerstand niet klopt. Als hij dat had geweten, zou hij de koop niet hebben gesloten, aldus [eiser].
3.3. Samengevat komt het verweer van [gedaagde] erop neer dat hij een auto voor een “meeneemprijs” en zonder garantie aan [eiser] heeft verkocht. Van de onjuiste kilometerstand was zij niet op de hoogte, aldus [gedaagde]. Zij heeft de gelegenheid geboden de Audi door de ANWB te laten keuren, maar dat wilde [eiser] niet. Als [eiser] de auto had laten keuren, dan was de onjuiste kilometerstand aan het licht gekomen. Deze keuring zou niet hebben uitgewezen dat de klep op korte termijn kapot zou gaan, aldus nog steeds [gedaagde]. Bovendien was [gedaagde] bereid de reparatiekosten te delen, zodat zij zich als een zorgvuldige verkoper heeft opgesteld.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 7:17 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet de afgeleverde (gekochte) zaak aan de overeenkomst voldoen. Uit artikel 7:17 lid 2 BW volgt dat een zaak niet aan de overeenkomst voldoet als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Het is vaste jurisprudentie dat de kilometerstand van een tweedehands auto in beginsel van doorslaggevend belang is voor de koper en dat bij een aanmerkelijke afwijking daarvan de geleverde auto niet aan de overeenkomst beantwoordt.
4.2. In deze kwestie staat vast dat de kilometerstand niet klopt. Uit de NAP-gegevens blijkt dat de kilometerstand van de Audi tussen 29 januari 2009 en 12 februari 2010 met ongeveer 50.000 kilometer is teruggedraaid (zie r.o. ?2.2). Anders gezegd: de auto heeft 50.000 kilometer meer gereden dan [eiser] bij de koop op grond van de tellerstand mocht verwachten. Dit is te beschouwen als een aanmerkelijke afwijking, zodat de conclusie luidt dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt.
Het verweer van [gedaagde] dat zij de kilometerstand niet heeft teruggedraaid, doet hieraan niet af. Bij de beoordeling van de vraag of een zaak aan de overeenkomst voldoet, speelt op zichzelf geen rol of de verkoper een verwijt te maken valt.
Het verweer dat [eiser] de auto had moeten laten keuren, doet aan voornoemd oordeel evenmin af. Omdat de kilometerstand essentieel is voor de koper, en daarom als stilzwijgend gegarandeerd moet worden beschouwd, en gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] enige twijfel over de juistheid van de kilometerstand aan [eiser] heeft meegedeeld, lag het niet op diens weg deze kilometerstand nader te onderzoeken.
4.3. Omdat met betrekking tot de onjuiste kilometerstand herstel of vervanging onmogelijk is, komt [eiser] op grond van artikel 7:22 lid 1, onder a, en lid 2 BW de bevoegdheid toe de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden, zoals hij heeft gedaan. Het gevolg van deze ontbinding is dat partijen gehouden zijn de door hen ontvangen prestaties terug te betalen (artikel 6:271 BW). Dit betekent dat [eiser] in beginsel gehouden is de Audi aan [gedaagde] te retourneren en [gedaagde] verplicht is de koopprijs aan [eiser] terug te betalen.
4.4. In dit licht stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat [eiser], als de buitengerechtelijke ontbinding gerechtvaardigd is, de Audi in de door hem gekochte staat (dat wil zeggen zonder kapotte klep) moet terugleveren. Omdat dit onmogelijk is, stelt [gedaagde] dat zij niet gehouden is de volledige koopprijs aan [eiser] te vergoeden. De kantonrechter gaat aan dit standpunt voorbij en overweegt daartoe als volgt.
4.5. [eiser] stelt dat het feit dat een klep binnen 10 dagen na de koop kapot is gegaan, op zichzelf ook meebrengt dat de auto niet aan de overeenkomst voldoet. Door [gedaagde] is niet gesteld (noch is anderszins gebleken) dat [eiser] niet mocht verwachten dat een klep van een Audi als de onderhavige ook bij een juiste (dus ongeveer 50.000 kilometer lagere) kilometerstand niet binnen een dergelijk korte termijn na de koop kapot zou gaan. Gelet hierop – en mede gelet op het feit dat sprake is van een dieselmotor die in het algemeen goed bestand is tegen hoge kilometerstanden – is de kantonrechter van oordeel dat ook het binnen 10 dagen na de koop kapot gaan van de klep met zich brengt dat de Audi niet aan de koopovereenkomst voldoet.
Het verweer van [gedaagde] dat zij de auto zonder garantie tegen een meeneemprijs heeft verkocht, doet aan dit oordeel niet af. Uit hetgeen partijen ter zitting hebben meegedeeld, leidt de kantonrechter af dat bekend was dat [eiser] de auto kocht om deze als vervoermiddel te gebruiken. Onder deze omstandigheden hoefde hij, ondanks de meeneemprijs en het ontbreken van enige expliciete garantie, niet te verwachten dat een dergelijk ernstig gebrek binnen een dergelijk korte termijn zou ontstaan.
4.6. Dit betekent dat het feit dat [eiser] de auto niet in de door hem gekochte staat aan [gedaagde] kan terugleveren, het gevolg is van een gebrek aan de auto en voor rekening en risico van [gedaagde] behoort te komen. Van een vermindering van de door [gedaagde] terug te betalen koopprijs op deze grond kan dan ook geen sprake zijn.
4.7. ,Gelet op het voorgaande zal [eiser]s vordering tot restitutie van de door hem betaalde koopprijs worden toegewezen. Niet in geschil is dat [eiser] na inruil van zijn Volkwagen Polo een bedrag van € 2.500,- heeft betaald. Partijen twisten over de hoogte van de inruilwaarde van de Polo. [eiser] stelt dat deze inruilwaarde € 500,- bedroeg, zodat de koopprijs van de Audi per saldo € 3.000,- was. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat de inruilwaarde € 200,- was.
4.8. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] – mede gelet op de omstandigheid dat de koopovereenkomst geen inruilprijs voor de Polo noemt – onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die zijn stelling rechtvaardigen dat de inruilprijs € 500,- was. Daarom neemt de kantonrechter tot uitgangspunt dat de inruilprijs € 200,- was, zodat [eiser] recht heeft op teruggave door [gedaagde] van een bedrag van € 2.700,-.
4.9. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente, zodat deze zal worden toegewezen op de hierna te vermelden wijze.
4.10. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 87,93
- vast recht 140,00
- salaris gemachtigde 350,00 (2,0 punten × tarief € 175,00)
Totaal € 577,93
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. veroordeelt [gedaagde] aan [eiser] te betalen € 2.700,00 (tweeduizend zevenhonderd euro) met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 november 2010 tot de algehele voldoening,
5.2. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 577,93,
5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar bij vervroeging uitgesproken op 30 maart 2011.