ECLI:NL:RBUTR:2011:BP8888
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Bongers
- J.J.A.G. van der Bruggen
- Rechtspraak.nl
Loongerelateerde WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid bij meerdere werkgevers
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de loongerelateerde WGA-uitkering van eiser, die sinds 11 juli 2008 een uitkering ontving op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn uitkering tot 11 maart 2010 had vastgesteld. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard, waarna eiser beroep aantekende. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van 13 september 2010, waarin de toekenning van de WGA-uitkering aan eiser al aan de orde was geweest.
De rechtbank overweegt dat de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering, die maximaal 38 maanden kan bedragen, correct is vastgesteld op basis van het arbeidsverleden van eiser. Eiser had drie werkgevers en zijn arbeidsverleden werd berekend vanaf 1998. De rechtbank concludeert dat de loongerelateerde WGA-uitkering terecht is toegekend tot 18 februari 2011, en dat er geen recht op een tweede WGA-uitkering is ontstaan na de ziekmelding van eiser op 21 mei 2007. De rechtbank oordeelt dat de door eiser aangevoerde gronden met betrekking tot de hoogte van het dagloon en de referteperiode niet slagen.
Daarnaast merkt de rechtbank op dat de informatie over de inkomsten van eiser bij Top Schoon niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor het beroep in dat opzicht niet-ontvankelijk is. De rechtbank verklaart het beroep voor het overige ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Wet WIA en de voorwaarden voor het verkrijgen van een loongerelateerde WGA-uitkering.