ECLI:NL:RBUTR:2011:BP8836

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
296940/ FA RK 10-7102
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van adoptie en afwijzing verzoek tot voogdij over minderjarigen na aardbeving in Haïti

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 maart 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot voogdij over drie minderjarigen die na de aardbeving in Haïti naar Nederland zijn gekomen. De minderjarigen, die de Haïtiaanse nationaliteit bezitten, waren eerder geadopteerd volgens Haïtiaans recht door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2]. De adoptie was op 16 maart 2011 door de rechtbank erkend, wat betekende dat de adoptiefouders het gezag over de kinderen hadden verkregen.

De Raad voor de Kinderbescherming had op 16 november 2010 een verzoekschrift ingediend om [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] te belasten met de voogdij over de minderjarigen. De rechtbank heeft op 21 februari 2011 een brief gestuurd naar de belanghebbenden waarin werd aangegeven dat, indien zij instemden met het verzoek, er geen verdere zitting nodig was. Aangezien er geen reactie op deze brief is gekomen, heeft de rechtbank de zaak zonder nadere zitting behandeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] in Haïti is uitgesproken en erkend, waardoor het gezag over de minderjarigen aan hen is toegekend. Gezien deze erkenning had de Raad voor de Kinderbescherming geen belang meer bij het verzoek tot benoeming van voogden. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot voogdij afgewezen, met als gevolg dat de adoptiefouders de zorg voor de kinderen blijven dragen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 296940/ FA RK 10-7102
Beschikking van 23 maart 2011
in de zaak van
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING
kantoorhoudende te Haarlem,
hierna: de Raad,
met als belanghebbenden:
[belanghebbende 1],
en
[belanghebbende 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2],
advocaat: mr. M. Koomen,
betreffende de minderjarigen:
[minderjarige 1], geboren op [2004] te [geboorteplaats], Haïti,
[minderjarige 2], geboren op [2007] te [geboorteplaats], Haïti, en
[minderjarige 3], geboren op [2007] te [geboorteplaats], Haïti.
kinderen van:
[vader],
de vader,
en
[moeder],
de moeder.
1. Verloop van de procedure
1.1. De Raad heeft op 16 november 2010 een verzoekschrift ingediend strekkende tot het belasten van [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] met de voogdij over de minderjarigen op grond van artikel 1:253 q en r van het Burgerlijk Wetboek.
1.2. De Raad heeft een verklaring van [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] overgelegd waaruit blijkt dat zij bereid zijn de voogdij over de minderjarigen op zich te nemen.
1.3. Op 21 februari 2011 heeft de rechtbank een brief aan [belanghebbende 1] en
[belanghebbende 2] gestuurd waarin zij heeft medegedeeld dat, wanneer zij het eens zijn met het verzoek, zij niet op deze brief hoeven te reageren. De rechtbank zal dan een beschikking geven zonder nadere zitting. Op deze brief is geen reactie gekomen.
2. Vaststaande feiten
2.1. Op [2004] is uit de moeder geboren de minderjarige [minderjarige 1]. Op [2007] zijn uit de moeder geboren de minderjarigen [minderjarige 2] en [minderjarige 3].
2.2. De Minister van Justitie heeft bij besluit van 3 december 2008 aan verzoekers toestemming verleend voor het opnemen van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ter adoptie.
2.3. Blijkens het overgelegde stuk ‘Extrait des Minutes du Greffe de Tribunal Civil de Port-au-Prince’ d.d. 21 oktober 2009 is naar het recht van Haïti uitgesproken de adoptie door verzoekers van de minderjarige [minderjarige 1]. De naam van de minderjarige is bij deze beslissing gewijzigd in: [minderjarige 1].
2.4. Blijkens het overgelegde stuk ‘Extrait des Minutes du Greffe de Tribunal Civil de Port-au-Prince’ d.d. 21 oktober 2009 is naar het recht van Haïti uitgesproken de adoptie door verzoekers van de minderjarige [minderjarige 3]. De naam van de minderjarige is bij deze beslissing gewijzigd in: [minderjarige 3].
2.5. Blijkens het overgelegde stuk ‘Extrait des Minutes du Greffe de Tribunal Civil de Port-au-Prince’ d.d. 21 oktober 2009 is naar het recht van Haïti uitgesproken de adoptie door verzoekers van de minderjarige [minderjarige 2]. De naam van de minderjarige is bij deze beslissing gewijzigd in: [minderjarige 2].
2.6. De minderjarigen zijn op 21 januari 2010 naar Nederland gekomen. Sinds deze datum worden de minderjarigen verzorgd door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2].
2.7. Bij beschikking van 16 maart 2011 van deze rechtbank is voor recht verklaard dat de adoptie door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] van de minderjarigen die is uitgesproken in Haïti, in Nederland wordt erkend.
2.8. De minderjarigen hebben de Haïtiaanse nationaliteit. [belanghebbende 1] en
[belanghebbende 2] hebben de Nederlandse nationaliteit.
3. Beoordeling
Bij beschikking van 16 maart 2011 is de adoptie naar Haïtiaans recht van de minderjarigen door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] door deze rechtbank erkend (onder zaaknummers 290877 / FA RK 10-4489, 29089 / FA RK 10-4495 en 290882 / FA RK 10-4490).
Nu de adoptie naar Haïtiaans recht door deze rechtbank wordt erkend, staat vast dat
[belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] het gezag over de minderjarigen hebben gekregen en heeft de Raad geen belang meer bij het verzoek tot het benoemen van voogden. Gelet hierop zal de rechtbank het verzoek afwijzen.
4. Beslissing
De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van G. Hagens LL.B, griffier, en in het openbaar uitgesproken op
23 maart 2011.?