ECLI:NL:RBUTR:2011:BP8657
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- I. Bruna
- N. van der Velden
- Rechtspraak.nl
Beslissing op vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf met gedeeltelijke omzetting naar werkstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 7 februari 2011 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf. De vordering was ingediend door de officier van justitie onder parketnummer 16/711747-07. De veroordeelde had een gevangenisstraf van 2 jaar en 6 maanden opgelegd gekregen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd was aangevangen op 6 maart 2009, maar was tijdelijk opgeschort vanwege detentie in België van 17 januari 2010 tot en met 19 maart 2010.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde meermalen waarschuwingen heeft ontvangen en zich niet altijd aan de aanwijzingen van de Reclassering heeft gehouden. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat er termen aanwezig zijn voor een gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft besloten om een gedeelte van 2 maanden van de voorwaardelijke gevangenisstraf ten uitvoer te leggen, maar deze te vervangen door een werkstraf van 120 uren. Indien de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, zal vervangende hechtenis van 60 dagen worden toegepast.
De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de omstandigheden, waaronder de terugmelding tegen het einde van de proeftijd en de positieve stappen die de veroordeelde heeft gezet, zoals het aangaan van gesprekken bij De Waag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor het overige afgewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. De veroordeelde was bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht.