ECLI:NL:RBUTR:2011:BP5492

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
18 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/963001-09
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie in de Sneep-zaak

In deze zaak, die op 18 februari 2011 door de Rechtbank Utrecht werd behandeld, stonden meerdere verdachten terecht voor mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een lange reeks openbare terechtzittingen die plaatsvonden tussen 15 april 2009 en 18 februari 2011. De verdachten werden beschuldigd van het werven, vervoeren en uitbuiten van verschillende slachtoffers, waaronder [betrokkene 36], [betrokkene 9], [betrokkene 20] en [betrokkene 14]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. I.A.H.M. Schepers, in overweging genomen, evenals de verdediging van de verdachten, vertegenwoordigd door hun raadsvrouwen, waaronder mr. G.A. Jansen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlasteleggingen in de zaken van Sneep II een vast patroon vertoonden, waarbij de verdachten primair als pleger en subsidiair als medeplichtige aan mensenhandel werden beschuldigd. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat niet alle verdachten op dezelfde wijze bij de verweten gedragingen betrokken waren, waardoor opzet en medeplegen in veel gevallen niet bewezen konden worden. De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of de tenlasteleggingen voldoende concreet waren en of de feitelijkheden die na 'immers' volgden, voldoende bewijs boden voor de beschuldigingen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de bewijsvoering tekortschiet en heeft zij de verdachten vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank benadrukte dat de ernst van mensenhandel niet gebagatelliseerd moet worden, maar dat de feiten zoals bewezen niet overeenkwamen met de algemene beschrijvingen in het requisitoir van het openbaar ministerie. De rechtbank heeft de vrijspraak van de verdachten uitgesproken, waarbij zij de inhoud van de tenlastelegging en de bewijsvoering kritisch heeft geëvalueerd.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT, NEVENZITTINGSPLAATS ALMELO
Sector strafrecht
parketnummer: 08/963001-09
datum vonnis: 18 februari 2011
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Utrecht, zitting houdende te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie bij het landelijk parket tegen:
[verdachte JT],
geboren op [geboortejaar] in [geboorteplaats], [geboorteland]
wonende in [postcode] [woonplaats] [land],
[adres].
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15 april 2009, 26 mei 2009, 1 juli 2009, 12 oktober 2009, 13 oktober 2009, 18 februari 2010, 3 maart 2010, 23 augustus 2010, 26 augustus 2010, 27 september 2010, 28 september 2010,
5 oktober 2010, 6 oktober 2010, 1 november 2010, 2 november 2010, 3 november 2010, 11 november 2010, 24 november 2010, 5 januari 2011 en 18 februari 2011.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. I.A.H.M. Schepers en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw
mr. G.A. Jansen, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 36] en [betrokkene 9], dan wel daaraan medeplichtig is geweest;
feit 2: zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 20], dan wel daaraan medeplichtig is geweest;
feit 3: zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van
[betrokkene 14], dan wel daaraan medeplichtig is geweest;
feit 4: heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2006 tot en met de maand september 2006 te Amsterdam en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Assendelft, gemeente Zaanstad, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- (een) ander(en), te weten [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9]
en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van hun/haar, [betrokkene 36]'s en/of [betrokkene 9]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] een (liefdes)relatie onderhouden en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (aldus) (emotioneel) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- voor die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon(den) werken en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] naar hun/haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van hun/haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] als prostituee en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of gecontroleerd en/of laten controleren en/of de keuze-/bewegingsvrijheid van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] ingeperkt en/of laten inperken en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (het) door hun/haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (aldus) in een (verder) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] geslagen en/of op (anderszins) agressieve/ gewelddadige wijze benaderd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] geen of (te) weinig weerstand tegen verdachte en/of verdachtes mededader(s) kon(den)/durfde(n) te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] door eerder agressief/gewelddadig handelen ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens hen/haar en/of hun/haar familie en/of hun/haar vrienden en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon(den) onttrekken aan de van verdachte en verdachtes mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie;
Althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 een veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, ter zake dat
[verdachte SB] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Alkmaar en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of Assendelft, gemeente Zaanstad, en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- (een) ander(en), te weten [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9]
en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan die [verdachte SB] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9]
en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen die [verdachte SB] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van hun/haar, [betrokkene 36]'s en/of [betrokkene 9]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers zijnde/hebbende die [verdachte SB] en/of diens mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] een (liefdes)relatie onderhouden en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (aldus) (emotioneel) van hen/hem, [verdachte SB] en/of diens mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- voor die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon(den) werken en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] naar hun/haar werkplek(ken) gebracht en/of van hun/haar werkplek(ken) opgehaald en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] als prostituee en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (verder) in de gaten gehouden en/of gecontroleerd en/of de keuze-/ bewegingsvrijheid van die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] ingeperkt en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (het) door hun/haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, [verdachte SB] en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (aldus) in een (verder) van hen/hem, [verdachte SB] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] geslagen en/of op (anderszins) agressieve/ gewelddadige wijze benaderd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] geen of (te) weinig weerstand die [verdachte SB] en/of diens mededader(s) kon(den)/durfde(n) te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] door eerder agressief/gewelddadig handelen ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van die [verdachte SB] en/of diens mededader(s) en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens hen/haar en/of hun/haar familie en/of hun/haar vrienden en/of
- die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon(den) onttrekken aan de van die [verdachte SB] en diens mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2006 tot en met de maand september 2006 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door voornoemde [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (als prostituee) voor voormelde [verdachte SB] en/of diens mededader(s) te beschermen en/of van/bij die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] beschermingsgeld(en) te innen en/of die [betrokkene 36] en/of [betrokkene 9] (als prostituee) voor genoemde [verdachte SB] en/of diens mededader(s) (mede) in de gaten te houden en/of te controleren en/of van hun/haar werkplek(ken) op te halen en/of naar de taxi te begeleiden.
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2006 tot en met de maand september 2006 te Amsterdam en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Assendelft, gemeente Zaanstad, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 20] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 20] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 20]
en/of
- die [betrokkene 20] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 20] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 20] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 20] en/of
- die [betrokkene 20] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 20] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 20]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 20] een (liefdes)relatie onderhouden en/of die [betrokkene 20] (aldus) (emotioneel) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- die [betrokkene 20] - ook ongesteld - als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 20] als prostituee en/of die [betrokkene 20] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of middels bel-/sms-contact gecontroleerd en/of gedirigeerd en/of de keuze-/bewegingsvrijheid van die [betrokkene 20] ingeperkt en/of laten inperken en/of
- die [betrokkene 20] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [betrokkene 20] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 20] (aldus) in een (verder) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [betrokkene 20] geschopt en/of met de 'blote' hand/vuist en/of met een metalen honkbalknuppel geslagen en/of met de dood bedreigd en/of op (anderszins) agressieve/gewelddadige wijze benaderd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 20] geen of (te) weinig weerstand tegen verdachte en/of verdachtes mededader(s) kon/durfde te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 20] door eerder agressief/gewelddadig handelen ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of
- die [betrokkene 20] gedreigd haar hond wat aan te doen en/of
- die [betrokkene 20] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 20] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van verdachte en verdachtes mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie;
Althans, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, ter zake dat
[verdachte UT] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Amsterdam en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Assendelft, gemeente Zaanstad, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 20], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 20] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 20]
en/of
- die [betrokkene 20] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 20] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan die [verdachte UT] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 20] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 20] en/of
- die [betrokkene 20] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 20] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen die [verdachte UT] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 20]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers hebbende die [verdachte UT] en/of diens mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 20] een (liefdes)relatie onderhouden en/of die [betrokkene 20] (aldus) (emotioneel) van hen/hem, [verdachte UT] en/of diens mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- die [betrokkene 20] - ook ongesteld - als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 20] als prostituee en/of die [betrokkene 20] (verder) in de gaten gehouden en/of middels bel-/sms-contact gecontroleerd en/of gedirigeerd en/of de keuze-/ bewegingsvrijheid van die [betrokkene 20] ingeperkt en/of
- die [betrokkene 20] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of
- die [betrokkene 20] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, [verdachte UT] en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 20] (aldus) in een (verder) van hen/hem, [verdachte UT] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [betrokkene 20] geschopt en/of met de 'blote' hand/vuist en/of met een metalen honkbalknuppel geslagen en/of met de dood bedreigd en/of op (anderszins) agressieve/gewelddadige wijze benaderd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 20] geen of (te) weinig weerstand tegen die [verdachte UT] en/of diens mededader(s) kon/durfde te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 20] door eerder agressief/gewelddadig handelen ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van die [verdachte UT] en/of diens mededader(s) en/of
- die [betrokkene 20] gedreigd haar hond wat aan te doen en/of
- die [betrokkene 20] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 20] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van die [verdachte UT] en diens mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2006 tot en met de maand september 2006 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door voornoemde [betrokkene 20] (als prostituee) voor voormelde [verdachte UT] en/of diens mededader(s) te beschermen en/of van/bij die [betrokkene 20] beschermingsgeld(en) te innen en/of die [betrokkene 20] (als prostituee) voor genoemde [verdachte UT] en/of diens mededader(s) (mede) in de gaten te houden en/of te controleren en/of van haar werkplek(ken) op te halen en/of naar de taxi te begeleiden.
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2006 tot en met de maand september 2006 te Amsterdam en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Diemen en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 14] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 14] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 14]
en/of
- die [betrokkene 14] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 14] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 14] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 14]
en/of
- die [betrokkene 14] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 14] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 14]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 14] een (liefdes)relatie onderhouden en/of die [betrokkene 14] - door/met het geven van veel aandacht - ingepalmd en/of (emotioneel) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- voor die [betrokkene 14] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 14] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [betrokkene 14] - ook ongesteld - als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 14] als prostituee en/of die [betrokkene 14] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of middels bel-/sms-contact gecontroleerd en/of gedirigeerd en/of de keuze-/bewegingsvrijheid van die [betrokkene 14] ingeperkt en/of laten inperken en/of
- die [betrokkene 14] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), (onder het mom van sparen) doen afstaan en/of doen overmaken en/of die [betrokkene 14] (aldus) in een (verder) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [betrokkene 14] gedwongen, althans aangezet/bewogen, zich te laten aborteren (teneinde het prostitutiewerk te kunnen (blijven) vervullen) en/of
- die [betrokkene 14] en/of een of meer medeprostituees geslagen en/of op (anderszins) agressieve/gewelddadige wijze benaderd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 14] geen of (te) weinig weerstand tegen verdachte en/of verdachtes mededader(s) kon/durfde te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 14] door eerder agressief/gewelddadig handelen ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of
- die [betrokkene 14] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 14] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van verdachte en verdachtes mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie en/of
- die [betrokkene 14] te verstaan gegeven dat zij, wanneer zij zou stoppen met haar werk (en daarmede haar inkomsten) als prostituee, een (afkoop)bedrag van 50.000,- euro of daaromtrent, in elk geval enig (afkoop)bedrag, moest betalen en/of haar ouders alsdan op de hoogte zouden worden gebracht van haar werk als prostituee;
Althans, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, ter zake dat
[verdachte AK] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand januari 2006 tot 11 oktober 2007 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of
Alkmaar en/of Amsterdam en/of Diemen en/of Utrecht en/of (elders) in Nederland
en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 14], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 14] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 14]
en/of
- die [betrokkene 14] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 14] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan die [verdachte AK] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 14] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 14]
en/of
- die [betrokkene 14] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 14] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen die [verdachte AK] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 14]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers zijnde/hebbende die [verdachte AK] en/of diens mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 14] een (liefdes)relatie aangegaan en/of onderhouden en/of die [betrokkene 14] - door/met het geven van veel aandacht - ingepalmd en/of (emotioneel) van hen/hem, [verdachte AK] en/of diens mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- voor die [betrokkene 14] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 14] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of
- die [betrokkene 14] - ook ongesteld - als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 14] als prostituee en/of die [betrokkene 14] (verder) in de gaten gehouden en/of middels bel-/sms-contact gecontroleerd en/of gedirigeerd en/of de keuze-/bewegingsvrijheid van die [betrokkene 14] ingeperkt en/of
- die [betrokkene 14] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, [verdachte AK] en/of diens mededader(s), (onder het mom van sparen) doen afstaan en/of doen overmaken en/of die [betrokkene 14] (aldus) in een (verder) van hen/hem, [verdachte AK] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [betrokkene 14] gedwongen, althans aangezet/bewogen, zich te laten aborteren (teneinde het prostitutiewerk te kunnen (blijven) vervullen) en/of
- die [betrokkene 14] en/of een of meer medeprostituees geslagen en/of op (anderszins) agressieve/gewelddadige wijze benaderd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 14] geen of (te) weinig weerstand tegen die [verdachte AK] en/of diens mededader(s) kon/durfde te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 14] door eerder agressief/gewelddadig handelen ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van die [verdachte AK] en/of diens mededader(s) en/of
- die [betrokkene 14] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 14] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van die [verdachte AK] en diens mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie en/of
- die [betrokkene 14] te verstaan gegeven dat zij, wanneer zij zou stoppen met haar werk (en daarmede haar inkomsten) als prostituee, een (afkoop)bedrag van 50.000,- euro of daaromtrent, in elk geval enig (afkoop)bedrag, moest betalen en/of haar ouders alsdan op de hoogte zouden worden gebracht van haar werk als prostituee,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2006 tot en met de maand september 2006 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door voornoemde [betrokkene 14] (als prostituee) voor voormelde [verdachte AK] en/of diens mededader(s) te beschermen en/of van/bij die [betrokkene 14] beschermingsgeld(en) te innen en/of die [betrokkene 14] (als prostituee) voor genoemde [verdachte AK] en/of diens mededader(s) (mede) in de gaten te houden en/of te controleren en/of van haar werkplek(ken) op te halen en/of naar de taxi te begeleiden.
4.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007, althans de periode van de maand juli 2006 tot en met de maand september 2006, te Amsterdam en/of Utrecht en/of Alkmaar en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of België en/of Turkije heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit [verdachte SB] en/of [verdachte HB] en/of [verdachte UT] en/of [verdachte MD] en/of [verdachte BI] en/of verdachte ('de organisatie [B]'), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273a (oud) van het Wetboek van Strafrecht en/of 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) en/of
- (zware) mishandeling, als bedoeld in artikel 300 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die (zware) mishandeling onder andere bestond uit het slaan en/of stompen en/of schoppen van (meerdere) personen (prostituees, klanten van prostituees en/of pooiers) en/of
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het bedreigen van prostituees en/of klanten van prostituees) en/of
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben van steek- en/of vuurwapens) en/of
- afpersing, als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het afhandig maken van geld van prostituees).
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten in de bewezenverklaring verbeterd. Daardoor wordt verdachte niet geschaad in zijn verdediging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat voor feit 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van achttien maanden.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
Feitelijk gedeelte van de tenlastelegging
De tenlasteleggingen in de zaken van Sneep II zijn voor wat betreft de mensenhandel toegespitst op de in artikel 273a (oud)/273f en in een enkel geval ook in 250a (oud) Sr, telkens in het eerste lid omschreven onderdelen. De opbouw van de tenlastelegging is steeds dat eerst de onderdelen zijn omschreven, gevolgd door een passage die begint met ‘immers’, welke passage de feitelijke omschrijving bevat. De rechtbank duidt in haar overwegingen in voorkomende gevallen dat deel van de tenlastelegging soms aan als ‘het feitelijk deel van de tenlastelegging’ of ‘de feitelijke omstandigheden’ maar ook wel als ‘de feitelijkheden’. Met die laatste term wordt dan niet bedoeld: feitelijkheden in de zin van de als dwangmiddel in de delictsomschrijving opgenomen wetsterm. Wanneer dat wél wordt bedoeld, vermeldt de rechtbank dat uitdrukkelijk.
Artikel 273f, eerste lid aanhef en sub 4°, Sr
- Gebondenheid aan de tenlastelegging
De rechtbank stelt voorop dat de tenlastelegging er toe strekt voor de procesdeelnemers – zowel voor het openbaar ministerie en de rechter als voor de verdachte en eventueel de benadeelde partij – de inzet van het geding en de te volgen beslissingsstructuur met de vereiste duidelijkheid vast te leggen. Afgezien van de wettelijke wijzigings- en aanvullingsmogelijkheden (artikelen 312, 313 en 314 Sv) kan de rechter aan de tenlastelegging overeenkomstig haar kennelijke strekking een uitleg geven die met de bewoordingen ervan niet letterlijk overeenstemt, mits die uitleg met die bewoordingen niet onverenigbaar en ook overigens niet onbegrijpelijk is alsmede ook voor de andere procesdeelnemers duidelijk is. Eventuele kennelijke misslagen kunnen aldus worden hersteld (vgl. HR 27 juni 1995, NJ 1996, 126 en 127).
- Tenlastelegging in Sneep II
In de zaken die onder de naam Sneep II aan de rechtbank zijn voorgelegd, zijn de tenlasteleggingen die betrekking hebben op mensenhandel, in de meeste gevallen volgens een vast patroon opgebouwd. Primair wordt verdachte verweten dat hij als pleger of medepleger betrokken is geweest, subsidiair is medeplichtigheid tenlastegelegd. In vrijwel alle zaken is onder meer artikel 273f, eerste lid sub 4°Sr, of de corresponderende strafbaarstelling in de vervallen artikelen 273a (oud) en 250a (oud) Sr, tenlastegelegd. Dit onderdeel ziet op degene die in een door een ander gecreëerde uitbuitingssituatie of situatie van onvrijwilligheid (dat zijn de onder 1° genoemde omstandigheden waarbij een dwangmiddel is gebruikt ) enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten. Volgens de wetsgeschiedenis is deze culpoze variant ingevoerd met het oog op personen voor wie niet bewijsbaar geldt dat zij zelf de dwangmiddelen hebben aangewend om een vrouw te dwingen of te bewegen zich tot prostitutie beschikbaar te stellen, maar die, in een situatie waarin een vrouw door anderen daartoe gedwongen of bewogen zich prostitueert, zelf iets doet waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de vrouw zich daardoor prostitueert. In gewoon Nederlands: iemand doet iets, waarvan hij weet of moet vermoeden, dat een vrouw die in een uitbuitingssituatie verkeert, zich daardoor prostitueert.
- Bewijsvraag
Voor alle verdachten is een vrijwel gelijkluidende tenlastelegging uitgebracht. Voor vrijwel alle verdachten is gerequireerd tot bewezenverklaring van het (mede)plegen van mensenhandel bij alle vrouwen. Het is de taak van de rechtbank op basis van de tenlastelegging tot een oordeel te komen. De rechtbank constateert bij beantwoording van de bewijsvraag dat niet alle verdachten op eenzelfde wijze bij de verweten gedragingen betrokken zijn geweest. Daardoor kan in veel gevallen opzet en/of medeplegen niet bewezenverklaard worden.
- Sub 4°
De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of het gedachtestreepje dat ziet op sub 4° in die gevallen bewezen kan worden.
In het huidige sub 4° - en de voorlopers daarvan in de inmiddels vervallen artikelen 273a (oud) en 250a (oud) Sr - heeft de wetgever, voor zover in deze zaak van belang, naar het oordeel van de rechtbank twee situaties strafbaar willen stellen, te weten:
1) een ander met de onder lid 1, sub 1° genoemde middelen dwingen of bewegen, zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid of diensten, en
2) onder de omstandigheden van lid 1, sub 1°, enige handeling ondernemen waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat een ander zich daardoor beschikbaar stelt voor het verrichten van arbeid of diensten.
Onder 1) valt de uitbuiter zelf, onder 2) bijvoorbeeld degene die door de officier is aangeduid als “facilitator”, ofwel een persoon die op de hoogte is van de uitbuiting en daarbij zelf ook enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moeten vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele diensten. De officier van justitie heeft steeds de delictsomschrijving van sub 4° in zijn geheel tenlastegelegd, ook al had zij, zo leidt de rechtbank uit het requisitoir af, soms alleen het oog op het tweede deel van sub 4°.
De rechtbank loopt door deze wijze van tenlasteleggen tegen een probleem op. In gevallen waarin de rechtbank niet kan bewijzen dat verdachte zelf de pleger van de uitbuiting was en dus zal vrijspreken van het eerste deel van sub 4°, blijft het tweede deel van dat gedachtestreepje over. Dat tweede deel is: dat verdachte “onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die vrouw zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten”, waarna onder “immers” de feitelijke handelingen van de uitbuiter volgen.
De rechtbank is van oordeel dat de overgebleven zin “onder genoemde omstandigheden enige handeling ondernemen” onvoldoende concreet en feitelijk is. Waar doelt de steller van de tenlastelegging dan op? De genoemde omstandigheden worden daarin immers niet meer genoemd, nu het eerste deel van de tenlastelegging is weggestreept. Bovendien zijn de feitelijkheden die na “immers” volgen, geen uitwerking van “enige handeling” die door verdachte wordt verricht. De feitelijkheden die door verdachte worden verricht, staan namelijk in de tenlastelegging genoemd onder het subsidiair tenlastegelegde, ter invulling van de medeplichtigheid.
De rechtbank heeft zich afgevraagd of zij de tenlastelegging verbeterd zou kunnen en moeten lezen in die zin dat de steller van de tenlastelegging het volgende heeft bedoeld ten laste te leggen: dat een medeverdachte (de uitbuiter) de vrouw heeft gedwongen of bewogen, met de dwangmiddelen van lid 1 sub 1°, om zich beschikbaar te stellen voor arbeid en diensten, door de na “immers” genoemde feitelijkheden te verrichten, terwijl verdachte onder die omstandigheden, enige handeling heeft verricht, te weten de handelingen die onder het subsidiair tenlastegelegde staan, ter invulling van de medeplichtigheid. Die feitelijkheden zou de rechtbank daar dan moeten inlezen.
Een dergelijke reconstructie is naar het oordeel van de rechtbank echter niet een uitleg van de tenlastelegging die valt binnen de door de Hoge Raad getrokken grenzen.
- De conclusie
De rechtbank zal verdachte in dergelijke gevallen (ook) vrijspreken van het deel van de tenlastelegging dat ziet op het als artikel 273f/273a (oud), onder sub 4°/250a (oud) sub 1° Sr tenlastegelegde.
Verzoek horen getuige [betrokkene 14]
- Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft gepersisteerd bij haar eerdere (door de rechtbank toegewezen) verzoek om de getuige [betrokkene 14] te horen. Ze heeft daartoe aangevoerd het niet eens te zijn met de (daarop volgende) beslissing van de rechtbank om af te zien van verdere oproeping van de getuige omdat “de rechtbank te Keulen heeft overwogen dat de getuige kan worden aangevoerd middels een bevel medebrenging”.
- Beslissing rechtbank
Voorzover de raadsvrouw bedoeld heeft te verzoeken om het verhoor van [betrokkene 14] overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank heeft ter terechtzitting van 3 november 2010, na herhaalde vergeefse pogingen [betrokkene 14] te horen, afgezien van verdere oproeping van de getuige, omdat een dergelijke oproeping nutteloos is. Daartoe is overwogen dat het onaannemelijk is dat de getuige [betrokkene 14] binnen een aanvaardbare termijn ter terechtzitting zal verschijnen en zal getuigen. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat de getuige niet langer woonachtig is op het adres waarop de rechtbank in Keulen getracht heeft haar middels een bevel medebrenging op te laten halen. De raadsvrouw lijkt dit laatste detail over het hoofd te hebben gezien. De rechtbank vat hetgeen door de raadvrouw is aangevoerd op als een verkapt appel tegen de beslissing van 3 november 2010, ziet in hetgeen zij heeft aangevoerd geen nieuwe argumenten en acht het niet noodzakelijk de getuige (wederom) op te roepen voor verhoor.
5.1 [betrokkene 36] (tenlastelegging onder feit 1)
5.1.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
5.1.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Tenlastelegging
Aan verdachte is primair medeplegen van en subsidiair medeplichtigheid aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 36] tenlastegelegd. De tenlastelegging bevat een groot aantal feitelijkheden die de uitwerking vormen van de tenlastelegging voor zover die is toegesneden op artikel 273a (oud)/273f, eerste lid aanhef, sub 1°, 4°, 6° en 9° Sr.
Medeplegen volgens de officier van justitie
De officier van justitie heeft niet onderbouwd welke passages uit het feitelijk deel van de tenlastelegging op grond van welke bewijsmiddelen bewezenverklaard kunnen worden, waarom dit vervolgens tot bewezenverklaring van alle uit het eerste lid van artikel 273a (oud)/273f Sr tenlastegelegde subonderdelen moet leiden en op grond waarvan aan de eisen voor opzet en medeplegen voldaan is.
Verklaring verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting van 5 oktober 2010, na enig gepuzzel over het jaartal, verklaard dat hij in 2006 twee maanden (juli en augustus) op de Wallen in Amsterdam heeft gewerkt. Dat werk bestond eruit dat hij op zeven à tien vrouwen paste. Met oppassen zegt hij te bedoelen dat ze hem konden bellen als er problemen waren. Ook deed hij wel boodschappen voor hen en bracht hij ze na het werk naar de auto. Hij ontkent dat hij de vrouwen controleerde. Op foto 11 herkent hij [betrokkene 36] (de rechtbank stelt vast: [betrokkene 36]). Zij hoorde bij [verdachte SB]. Hij heeft voor haar gewerkt. [verdachte SB] wist dat. Verdachte zegt niet te kunnen geloven dat [betrokkene 36] al haar geld moest afstaan en alleen maar tien euro kreeg voor de taxi. Zij belde hem wel eens om haar op te halen. Hij werd [verdachte BK] genoemd. Er liepen daar meer mannen die zo werden genoemd maar verdachte was (de rechtbank begrijpt: in die periode) de enige bodyguard die [verdachte BK] genoemd werd.
Verdachte heeft niet gezien dat mannen geld van de vrouwen afnamen. Hij werd niet door de mannen betaald. De vrouwen betaalden hem: soms zelf, soms zamelde één vrouw het geld voor hem in.
Verklaring [betrokkene 36]
[betrokkene 36] is diverse keren door zowel de politie als de rechter-commissaris gehoord en heeft, kort gezegd, steeds verklaard geen slachtoffer van mensenhandel te zijn. Zij herkent verdachte op de haar getoonde foto 36 bij haar verhoor bij de politie op 7 maart 2007 (pagina 46A/21162). Alles wat zij over hem verklaard heeft, bij alle verhoren die haar zijn afgenomen, staat op de genoemde pagina te lezen: “Ik heb deze persoon wel een keer gezien. Maar de naam weet ik niet”.
Overige bewijsmiddelen
Dat [betrokkene 36] verdachte wel eens gezien kan hebben omdat hij haar wel eens geholpen heeft, leidt de rechtbank af uit een drietal tapgesprekken tussen haar en een zekere [verdachte BK], die een telefoon met het nummer 06-55513653 gebruikt op 8 en 11 augustus 2006. [betrokkene 36] vraagt in die gesprekken telkens, een - door haar [A] genoemde - man om te komen dan wel haar op te halen. In één van de gesprekken met dat nummer wordt de stem van de man herkend als die van verdachte (pagina 46A/21341). Zoals hierna bij de bespreking van de andere in feit 1 genoemde vrouw wordt overwogen, zijn er wel gesprekken tussen [verdachte SB] en verdachte. Die mondden, door de autoritaire wijze waarop [verdachte SB] verdachte bejegende, naar zeggen van verdachte uit in zijn vertrek van de Wallen. De rechtbank acht die verklaring aannemelijk.
De rechtbank concludeert op basis van het beschikbare bewijs dat verdachte op 8 en 11 augustus 2006 in totaal drie keer telefonisch door [betrokkene 36] is gevraagd (haar) te komen (halen). Voor bewijs van het door verdachte verrichten van meer uitvoeringshandelingen zoals tenlastegelegd, biedt het dossier geen aanknopingspunten. Niet bewezen kan daarom worden dat verdachte het feit alleen gepleegd heeft.
Betrokkenheid via deelneming? Primair medeplegen subsidiair medeplichtigheid
Zou, indien de mensenhandel bij [verdachte SB] of een andere medeverdachte bewezenverklaard kan worden, verdachte daar via medeplegen of medeplichtigheid aan gekoppeld kunnen worden?
Voor een bewezenverklaring van het medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 36] is vereist dat er tussen verdachte en zijn medeverdachte een zekere mate van nauwe en bewuste samenwerking is geweest. Er moet bij verdachte (voorwaardelijk) opzet op (1) het medeplegen van (2) die mensenhandel hebben bestaan. De samenwerking kan blijken uit voorafgaande al dan niet stilzwijgende afspraken, taakverdelingen, de aanwezigheid ten tijde van het delict en het zich niet distantiëren ervan.
De rechtbank is van oordeel dat een dergelijke opzet uit de bewijsmiddelen niet valt af te leiden.
Eenzelfde bewijsprobleem doet zich voor de bij de tenlastegelegde medeplichtigheid. Wel kan bewezen worden dat verdachte in augustus 2006 drie keer door [betrokkene 36] zelf is benaderd (haar) te komen (halen). Maar niet dat dit in opdracht van [verdachte SB] gebeurde, laat staan dat verdachte daarbij opzet op het misdrijf mensenhandel had.
5.1.3 De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair ten aanzien van [betrokkene 36] is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5.2 [betrokkene 9] (tenlastelegging onder feit 1)
5.2.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
5.2.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Tenlastelegging
Aan verdachte is primair medeplegen en subsidiair medeplichtigheid aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 9] tenlastegelegd. De tenlastelegging bevat een groot aantal feitelijkheden die de uitwerking vormen van de tenlastelegging voor zover die is toegesneden op artikel 273a (oud)/273f, eerste lid aanhef, sub 1°, 4°, 6° en 9° Sr.
Medeplegen volgens de officier van justitie
De officier van justitie heeft niet onderbouwd welke passages uit het feitelijk deel van de tenlastelegging op grond van welke bewijsmiddelen bewezenverklaard kunnen worden, waarom dit vervolgens tot bewezenverklaring van alle uit het eerste lid van artikel 273a (oud)/273f Sr tenlastegelegde onderdelen moet leiden en op grond waarvan aan de eisen voor opzet en medeplegen voldaan is.
Verklaring verdachte
Voor wat verdachte in het algemeen over de hem tenlastegelegde mensenhandel heeft verklaard, verwijst de rechtbank naar de samenvatting van zijn ter zitting van 5 oktober 2010 afgelegde verklaring zoals weergegeven bij de overwegingen onder 5.1.2. Verdachte herkent op foto 48 [betrokkene 9] (de rechtbank stelt vast: [betrokkene 9]). Hij heeft op haar gepast en haar geholpen.
Verklaring [betrokkene 9]
[betrokkene 9] verklaart kort gezegd dat zij geen slachtoffer van mensenhandel door wie dan ook is geweest. Wel herkent zij verdachte bij het verhoor door de rechter-commissaris op 18 maart 2010 op een haar getoonde foto. Ze verklaart dat zij verdachte benaderde om iets voor haar te gaan halen, haar naar de taxi te begeleiden of als ze problemen had. Dat laatste herinnert ze zich niet concreet, omdat ze zeer zelden problemen had.
Overige bewijsmiddelen
De rechtbank herhaalt voor de leesbaarheid enkele hiervoor ten aanzien van [betrokkene 36] gegeven overwegingen. Er zijn tapgesprekken tussen verdachte en [verdachte SB] op 28 juli 2006 om 20:13:52 uur (pagina 48/35624A) waarin [verdachte SB] verdachte op autoritaire wijze opdracht geeft vanaf acht uur op [betrokkene 9] te passen. Even later, om 20:37:52 uur, belt [verdachte SB] hem opnieuw en deelt hem mee dat een zekere [verdachte MK] met hem zal gaan werken. [verdachte SB] zegt dat als verdachte samen met [verdachte MK] loopt en er zijn problemen, dan kunnen die zonder vechtpartij opgelost worden. Uit deze gesprekken leidt de rechtbank af dat [verdachte SB] verdachte instrueerde dat hij die dag voor [betrokkene 9] moest werken en dat het werk inhield dat hij met [verdachte MK] op straat moest lopen en problemen zonder vechten moest oplossen. Op 11 augustus 2006 (pagina 42/19230) ruziën verdachte en [verdachte SB] telefonisch over [betrokkene 51] (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 51] ). Kort gezegd verwijt [verdachte SB] verdachte dat deze iets met [betrokkene 51] heeft. Verdachte heeft ter zitting verklaard, dat dit verwijt onterecht was. De toon die [verdachte SB] toen tegen hem aansloeg was voor hem de reden om met zijn werk op de Wallen te stoppen.
De rechtbank concludeert op basis van het beschikbare bewijs dat verdachte in de maanden juli en augustus 2006:
- [betrokkene 9] na werktijd naar een taxi bracht
- boodschappen voor haar deed
- problemen met klanten oploste.
Die handelingen zijn met uitzondering van ‘het van een werkplek ophalen’ (ruim uitgelegd) niet omschreven onder het primair tenlastegelegde. Voor bewijs van andere door verdachte verrichte uitvoeringshandelingen in de vorm van de wél tenlastegelegde feitelijkheden (na “immers”) biedt het dossier geen aanknopingspunten en heeft de officier van justitie niets aangevoerd.
Betrokkenheid via deelneming? Primair medeplegen subsidiair medeplichtigheid
Zou, indien de mensenhandel bij [verdachte SB] of een andere medeverdachte bewezenverklaard kan worden, verdachte daar via medeplegen of medeplichtigheid aan gekoppeld kunnen worden?
Voor een bewezenverklaring van het medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 9] gelden de vereisten zoals hiervoor bij [betrokkene 36] geformuleerd. De rechtbank is ook ten aanzien van [betrokkene 9] van oordeel dat het vereiste opzet uit de bewijsmiddelen niet valt af te leiden.
Eenzelfde bewijsprobleem doet zich voor de bij de tenlastegelegde medeplichtigheid. Wel kan bewezen worden dat verdachte in de maanden juli en augustus 2006 [betrokkene 9] heeft beschermd en naar de taxi heeft begeleid en dat zij hem daarvoor betaalde. Maar niet dat dit al die tijd in opdracht van [verdachte SB] gebeurde, laat staan dat verdachte daarbij opzet op het misdrijf mensenhandel had.
5.2.3 De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair ten aanzien van [betrokkene 9] is tenlastegelegd zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5.3 [betrokkene 20] (tenlastelegging onder feit 2)
5.3.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
5.3.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Tenlastelegging
Aan verdachte is primair medeplegen en subsidiair medeplichtigheid aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 20] tenlastegelegd. De tenlastelegging bevat een groot aantal feitelijkheden die de uitwerking vormen van de tenlastelegging voor zover die is toegesneden op artikel 273a (oud)/273f, eerste lid aanhef, sub 1°, 4°, 6° en 9° Sr.
Medeplegen volgens de officier van justitie
De officier van justitie heeft niet onderbouwd welke passages uit het feitelijk deel van de tenlastelegging op grond van welke bewijsmiddelen bewezenverklaard kunnen worden, waarom dit vervolgens tot bewezenverklaring van alle uit het eerste lid van artikel 273a (oud)/273f Sr tenlastegelegde onderdelen moet leiden en op grond waarvan aan de eisen voor opzet en medeplegen voldaan is.
Verklaring verdachte
Voor wat verdachte in het algemeen over de hem tenlastegelegde mensenhandel heeft verklaard, verwijst de rechtbank wederom naar de samenvatting van zijn ter zitting van 5 oktober 2010 afgelegde verklaring zoals weergegeven bij de overwegingen onder 5.1.2. Hij heeft [betrokkene 20] niet herkend van de hem getoonde foto's 61 en 71. Zij zag er toen anders uit en droeg als werkkleding een politie-uniform, aldus verdachte.
Verklaring
[betrokkene 20] heeft verklaard – kort gezegd – geen slachtoffer van mensenhandel te zijn. Zij herkent verdachte op de haar getoonde foto 36 bij haar verhoren bij de rechter-commissaris op 17 september 2007 en 16 oktober 2009. Hij heeft haar wel eens geholpen door een lastige klant te verzoeken om haar kamer te verlaten.
Overige bewijsmiddelen
In het dossier zitten verder twee tapgesprekken van respectievelijk 1 en 18 augustus 2006, waarin [betrokkene 20] verdachte belt met de vraag of hij snel kan komen omdat er een probleem is. Bewijs van het door verdachte verrichten van meer uitvoeringshandelingen zoals tenlastegelegd, is er niet.
Plegen verdachte?
De kennelijke bedoeling van de steller van de tenlastelegging is geweest verdachte te laten veroordelen voor zijn strafbare deelneming (in de vorm van medeplegen of medeplichtigheid) aan mensenhandel door [verdachte UT] met [betrokkene 20] als slachtoffer. Voor mensenhandel door verdachte alleen (als pleger) is in het dossier geen bewijs te vinden: de officier van justitie heeft dit bij requisitoir ook niet betoogd.
Betrokkenheid via deelneming?Primair medeplegen subsidiair medeplichtigheid
Zou, indien de mensenhandel bij [verdachte UT] of een andere medeverdachte bewezenverklaard kan worden, verdachte daar via medeplegen of medeplichtigheid aan gekoppeld kunnen worden?
Voor een bewezenverklaring van het medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 20] is vereist dat er tussen verdachte en zijn medeverdachte een zekere mate van nauwe en bewuste samenwerking is geweest. Er moet bij verdachte (voorwaardelijk) opzet op (1) het medeplegen van (2) die mensenhandel hebben bestaan. De samenwerking kan blijken uit voorafgaande al dan niet stilzwijgende afspraken, taakverdelingen, de aanwezigheid ten tijde van het delict en het zich niet distantiëren ervan.
De rechtbank is van oordeel dat een dergelijke opzet uit de bewijsmiddelen niet valt af te leiden.
Eenzelfde bewijsprobleem doet zich voor de bij de tenlastegelegde medeplichtigheid. Wel staat vast dat verdachte in augustus 2006 twee keer door [betrokkene 20] zelf is benaderd haar te komen helpen. Maar niet dat dit in opdracht van [verdachte UT] gebeurde, laat staan dat verdachte daarbij opzet op het misdrijf mensenhandel had.
5.3.3 De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5.4 [betrokkene 14] (tenlastelegging onder 3)
5.4.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
5.4.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Tenlastelegging
Aan verdachte is primair medeplegen en subsidiair medeplichtigheid aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 14] tenlastegelegd. De tenlastelegging bevat een groot aantal feitelijkheden die de uitwerking vormen van de tenlastelegging voor zover die is toegesneden op artikel 273a (oud)/273f, eerste lid aanhef, sub 1°, 4°, 6° en 9° Sr.
Medeplegen volgens de officier van justitie
De officier van justitie heeft niet onderbouwd welke passages uit het feitelijk deel van de tenlastelegging op grond van welke bewijsmiddelen bewezenverklaard kunnen worden, waarom dit vervolgens tot bewezenverklaring van alle uit het eerste lid van artikel 273a (oud)/273f Sr tenlastegelegde onderdelen moet leiden en op grond waarvan aan de eisen voor opzet en medeplegen voldaan is.
Verklaring verdachte
Voor wat verdachte in het algemeen over de hem tenlastegelegde mensenhandel heeft verklaard, verwijst de rechtbank naar de samenvatting van zijn ter zitting van 5 oktober 2010 afgelegde verklaring zoals weergegeven bij de overwegingen onder 5.1.2. Verdachte herkent de vrouw op foto 3 (de rechtbank stelt vast: [betrokkene 14], alias [betrokkene 14]) als [betrokkene 14]. Hij heeft op haar gepast en haar geholpen.
Verklaring [betrokkene 14] en overige bewijsmiddelen
[betrokkene 14] herkent tijdens haar verhoor bij de rechter-commissaris in Duitsland op 31 maart 2010 verdachte op foto 36 (de rechtbank stelt vast: verdachte). Zij verklaart dat hij bodyguard was en kent hem als [verdachte BK]. Ook tijdens haar verhoor bij de politie op 29 oktober 2007 herkent zij op diezelfde foto verdachte en verklaart zij dat hij als bodyguard van de groepering [B] in Amsterdam werkte (pagina 46N/25955).
Er zijn vier tapgesprekken in de periode van 28 juli 2006 tot en met 11 augustus 2006 waarin verdachte met [betrokkene 14] spreekt over naar haar toekomen dan wel haar ophalen op verzoek van [betrokkene 14]. Dat dit gesprekken tussen verdachte en [betrokkene 14] zijn, leidt de rechtbank uit het volgende af. De gesprekken vinden telkens plaats tussen een man en een vrouw, steeds via dezelfde nummers, te weten het via de taplijn 03-G getapte nummer van de man en het nummer 06 - 13351915. Verdachte herkent zichzelf als deelnemer op de ter zitting van 29 oktober 2010 beluisterde gesprekken. Dat [betrokkene 14] de vrouw is, leidt de rechtbank af uit de korte periode waarin de gesprekken plaatsvonden, het feit dat zij zich op 28 juli meldt als [S] en het feit dat steeds hetzelfde 06 - nummer wordt gebruikt. Op 11 augustus 2006 vindt ook het hiervoor bij de zaak van [betrokkene 9] gememoreerde gesprek tussen verdachte en [verdachte SB] plaats, dat de aanleiding was voor verdachte om met zijn werk op de Wallen te stoppen.
De rechtbank concludeert op basis van dit beschikbare bewijs dat verdachte in de maanden juli en augustus 2006 vier keer telefonisch contact met [betrokkene 14] heeft gehad over op haar verzoek ophalen en/of naar haar toekomen. Voor bewijs van het door verdachte verrichten van meer uitvoeringshandelingen zoals primair en/of subsidiair tenlastegelegd, biedt het dossier geen aanknopingspunten. Dit bewijs is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van welk deel van de tenlastelegging ook te komen.
Bij deze stand van zaken behoeven de verzoeken van de verdediging geen bespreking meer.
5.4.3 De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5.5 Deelneming aan een criminele organisatie (tenlastelegging onder feit 4)
5.5.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde deelneming aan een criminele organisatie.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het tenlastegelegde feit bepleit omdat verdachte niet heeft deelgenomen aan de criminele organisatie [B].
5.5.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Juridisch kader
Volgens bestendige jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr worden verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Het oogmerk van die organisatie – waartoe ook het naaste doel dat de organisatie nastreeft moet worden gerekend – hoeft in de tenlastelegging niet nader omschreven te zijn, maar zal uit de bewijsmiddelen moeten blijken. Voor het bewijs van dit oogmerk zal o.a. betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Niet hoeft te worden bewezen dat verdachte in meerdere misdrijven heeft geparticipeerd. Er is sprake van deelnemen aan de organisatie indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor deelneming is voldoende dat betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. De betrokkene behoeft dus geen wetenschap te hebben van één of verscheidene concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.
Deelneming door verdachte?
De rechtbank komt niet toe aan beantwoording van de vraag of het bestaan van de tenlastegelegde organisatie bewezenverklaard kan worden omdat de vraag of verdachte aan zo een organisatie heeft deelgenomen reeds ontkennend beantwoord moet worden.
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte ter terechtzitting op 5 oktober 2010 een verklaring heeft afgelegd waaruit blijkt dat hij op de hoogte was van de criminele activiteiten van de andere leden van de criminele organisatie. Voor zover de officier van justitie hiermee heeft willen betogen dat er in dit verband sprake is geweest van onvoorwaardelijk opzet bij verdachte, kan de rechtbank de officier van justitie hierin niet volgen. Verdachte heeft ter terechtzitting op 5 oktober 2010 verklaard dat hij van juli 2006 tot met augustus 2006 als bodyguard op de Wallen heeft gewerkt. Hij heeft daar op zeven tot tien vrouwen gepast en eten voor hen gehaald e.d. Verdachte heeft verklaard dat hij telefonisch contact had met de mannen van die vrouwen over hoe het ging, maar dat hij geen controle op hen heeft uitgeoefend. Hij heeft niet gezien dat de mannen geld van de vrouwen afnamen. Hij werd betaald door de vrouwen. Verdachte ontkent dat hij tegen [betrokkene 51] heeft gezegd dat als ze haar zouden vinden ze dan ook weer zou moeten werken. Nadat hij telefonisch op een dreigende wijze door [verdachte SB] erop was aangesproken dat hij een relatie met [betrokkene 51] zou hebben is hij daar weggegaan. De rechtbank kan uit verdachte’s verklaring ter terechtzitting niet afleiden dat hij op de hoogte was van de criminele activiteiten van de organisatie [B].
Uit de door de officier van justitie overigens genoemde bewijsmiddelen blijkt evenmin dat verdachte wist (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat het oogmerk van de organisatie onder meer bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen. Nu niet blijkt van die wetenschap van verdachte, kan ook niet bewezen worden dat verdachte heeft deelgenomen aan de criminele organisatie [B]. De rechtbank zal hem daarom vrijspreken van dit feit.
5.5.3. De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5.6 Afsluitende overwegingen
Inleiding
De rechtbank zal bij gebrek aan bewijs anders dan de officier van justitie heeft gevorderd voor alle feiten vrij spreken. De rechtbank realiseert zich dat dit bevreemding kan wekken gelet op zowel de inhoud van de tenlastelegging als die van het requisitoir. De rechtbank overweegt daarom nog het volgende.
Inhoud dossier, tenlastelegging en requisitoir.
De officier van justitie heeft in het requisitoir voorbeelden opgesomd van gruwelijkheden waaraan verdachte en zijn mededaders zich naar het oordeel van het openbaar ministerie hebben schuldig gemaakt. Daarbij spreekt de officier in algemeenheden.
Zo is genoemd dat de vrouwen zeer vernederende handelingen en bejegeningen moesten ondergaan: (anale) verkrachtingen, brandmerken door middel van tatoeages, op hen urineren, gedwongen abortussen en bepalen door verdachten van de omvang van borstvergroting(en).
De rechtbank stelt vast dat de opgesomde handelingen en bejegeningen slechts enkele keren in de tenlasteleggingen van de in Sneep II terecht staande verdachten zijn opgenomen. Het urineren op vrouwen is in geen enkele zaak tenlastegelegd.
De rechtbank stelt ook vast dat bij vrijwel alle wél tenlastegelegde handelingen daarvan wegens het ontbreken van bewijs zal worden vrijgesproken. Slechts één keer is bewezen geacht dat een vrouw is bewogen om een tatoeage te laten zetten en in één zaak kan bewezen worden dat verdachte als dwangmiddel bij mensenhandel, met een slachtoffer tegen haar wil seksuele handelingen heeft verricht.
De officier geeft verder als voorbeeld dat leden (cursivering van de rechtbank) van de groep vrouwen (cursivering van de rechtbank) aan elkaar cadeau gaven (bijvoorbeeld [betrokkene 39]). De rechtbank stelt vast dat in het hele dossier één keer sprake is geweest van een dergelijk “cadeau”, daar waar [verdachte SB] tegen [verdachte BK] zegt dat hij hem [betrokkene 39] cadeau geeft. Dit is in geen enkele zaak tenlastegelegd.
Verder zouden de paspoorten van de vrouwen vaak zijn ingenomen. Dit is bij geen enkele verdachte opgenomen in de tenlastelegging. Op basis van het dossier kan vastgesteld worden dat dit in één geval, bij [betrokkene 22], is gebeurd.
Er zou in Vinkeveen tegen groepskorting een bungalowpark zijn afgehuurd om vrouwen en leden van de criminele organisatie onder te kunnen brengen. Tenlastegelegd is het niet.
Vrouwen moesten kort na de (borstvergrotende) operatie weer aan het werk gaan. Dit is in geen enkele tenlastelegging opgenomen en de rechtbank heeft het evenmin kunnen vaststellen.
Conclusie
Samengevat: de inhoud van het requisitoir schetst een beeld van feiten die zouden hebben plaatsgevonden, welk beeld in de tenlasteleggingen niet altijd niet is terug te vinden en in de gevallen waarin dat anders is, slechts in de twee genoemde gevallen in een bewezenverklaring uitmondt.
De rechtbank overweegt dat door de formulering van het requisitoir, bedoeld of onbedoeld, de indruk wordt gewekt dat de beschreven praktijk een algemene was. Dat alle vrouwen die in het Sneepdossier als slachtoffer worden genoemd, door het openbaar ministerie becijferd op 120, aan al deze gruwelijkheden blootgesteld zijn geweest. En ook dat alle verdachten zich hieraan hebben schuldig gemaakt, althans daarbij betrokken waren. Dat draagt bij aan een beeldvorming, ook in de media en maatschappij, die op gespannen voet staat met de feiten zoals die op basis van het dossier kunnen worden vastgesteld.
De rechtbank wil niet de ernst van de wel bewijsbare feitelijkheden bagatelliseren of iets afdoen aan de ernst van mensenhandel. De rechtbank hecht er echter aan om het door de officier van justitie geschetste beeld te relativeren, in die zin dat een substantieel aantal van de in het requisitoir genoemde algemeenheden niet zijn tenlastegelegd en geen onderbouwing vinden in het dossier en dat een groot deel van de aan verdachten wel tenlastegelegde feiten niet bewezen kan worden.
6. De beslissing
De rechtbank:
vrijspraak
verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair en 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.C. Geeve, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. H. Stam, rechters, in tegenwoordigheid van J. Last, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2011.