RECHTBANK UTRECHT, NEVENZITTINGSPLAATS ALMELO
Sector strafrecht
parketnummers: 08/963020-07 en 08/963007-08
datum vonnis: 18 februari 2011
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Utrecht, zitting houdende te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie bij het landelijk parket tegen:
[verdachte FT],
geboren op [1967] in [geboorteplaats] te [geboorteland],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 16 juni 2008 (parketnummer 08/963020-07), 13 mei 2009 (parketnummer 08/963007-08), 4 juni 2009, 7 oktober 2009, 13 oktober 2009, 16 februari 2010, 18 februari 2010, 3 maart 2010, 23 augustus 2010, 26 augustus 2010, 27 september 2010, 28 september 2010, 29 september 2010, 12 oktober 2010, 1 november 2010, 2 november 2010,
3 november 2010, 11 november 2010, 18 november 2010, 5 januari 2011 en 18 februari 2011.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. I.A.H.M. Schepers en van hetgeen door de raadslieden mr. U. Sarikaya
en mr. J.P. Plasman, beiden advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
onder parketnummer 08/963007-08:
feit 1: zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 7] en [betrokkene 18];
feit 2: zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 35], dan wel daaraan medeplichtig is geweest;
feit 3: zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 38], dan wel daaraan medeplichtig is geweest;
onder parketnummer 08/963020-07:
feit 1 en 2: heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte in de zaak met parketnummer 08/963007-08 dat :
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 30 januari 2008 te Utrecht en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- (een) ander(en), te weten [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18]
en/of
- die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] (telkens) heeft aangeworven en/of medegenomen met het oogmerk die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n) tegen betaling
en/of
- die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18]
en/of
- die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van hun/haar, [betrokkene 7] en/of [betrokkene 18], seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- (in of omstreeks bovengenoemde periode) met betrekking tot voornoemde [betrokkene 7]:
- met die [betrokkene 7] een (liefdes)relatie onderhouden en/of die [betrokkene 7] (aldus) (emotioneel) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- die [betrokkene 7] vanuit Duitsland naar Nederland vervoerd/overgebracht of laten vervoeren/overbrengen en/of die [betrokkene 7] (vervolgens) (aldaar) in (een) (recreatie) woning(en) ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [betrokkene 7] woonruimte/onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- voor die [betrokkene 7] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 7] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [betrokkene 7] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 7] als prostituee en/of die [betrokkene 7] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of gecontroleerd en/of laten controleren en/of de keuze-/ bewegingsvrijheid van die [betrokkene 7] ingeperkt en/of laten inperken en/of
- die [betrokkene 7] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 7] (aldus) in een (verder) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- die [betrokkene 7] geslagen en/of op (anderszins) agressieve/gewelddadige wijze benaderd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 7] geen of (te) weinig weerstand tegen verdachte en/of verdachtes mededader(s) kon/durfde te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 7] door eerder agressief/ gewelddadig handelen ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of
- die [betrokkene 7] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 7] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van verdachte en verdachtes mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie,
- (in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met de maand augustus 2005) met betrekking tot voornoemde [betrokkene 18]:
- die [betrokkene 18] aangezet/bewogen als prostituee (verder) in Nederland te (gaan) werken en/of die [betrokkene 18] (daartoe) vanuit Duitsland naar Nederland vervoerd/ overgebracht of laten vervoeren/overbrengen en/of die [betrokkene 18] (vervolgens) (aldaar) in (een) (recreatie)woning(en) ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [betrokkene 18] woonruimte/onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- voor die [betrokkene 18] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 18] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [betrokkene 18] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 18] als prostituee en/of die [betrokkene 18] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of gecontroleerd en/of laten controleren en/of de keuze-/ bewegingsvrijheid van die [betrokkene 18] ingeperkt en/of laten inperken en/of
- die [betrokkene 18] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 18] (aldus) in een van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gebracht/gehouden en/of
- die [betrokkene 18] (met kracht) geslagen en/of bedreigd en/of gedwongen in (ijs)koud water te springen en/of (vervolgens) te gaan/blijven staan en/of
- die [betrokkene 18] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 18] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van verdachte en verdachtes mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groeps-intimidatie.
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met de maand juli 2005 te Vinkeveen, gemeente de Ronde Venen, en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 35], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 35] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 35]
en/of
- die [betrokkene 35] (telkens) heeft aangeworven en/of medegenomen met het oogmerk die [betrokkene 35] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n) tegen betaling
en/of
- die [betrokkene 35] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 35] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 35] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 35] en/of
- die [betrokkene 35] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 35] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 35]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- voornoemde [betrokkene 35] aangezet/bewogen als prostituee (verder) in Nederland te (gaan) werken en/of die [betrokkene 35] (daartoe) vanuit Duitsland naar Nederland vervoerd/overgebracht of laten vervoeren/overbrengen en/of die [betrokkene 35] (vervolgens) (aldaar) in (een) (recreatie)woning(en) ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [betrokkene 35] woonruimte/onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- voor die [betrokkene 35] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 35] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [betrokkene 35] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 35] als prostituee en/of die [betrokkene 35] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of gecontroleerd en/of laten controleren en/of de keuze-/ bewegingsvrijheid van die [betrokkene 35] ingeperkt en/of laten inperken en/of
- die [betrokkene 35] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 35] (aldus) in een van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gebracht/gehouden en/of
- die [betrokkene 35] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 35] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van verdachte en verdachtes mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie;
Althans, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, ter zake dat
[verdachte NT] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met de maand juli 2005 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 35], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 35] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 35]
en/of
- die [betrokkene 35] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 35] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 35] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 35] en/of
- die [betrokkene 35] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 35] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 35]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers hebbende die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) (telkens)
- voornoemde [betrokkene 35] in (een) (recreatie)woning(en) ondergebracht en/of laten onderbrengen, althans voor die [betrokkene 35] woonruimte/onderdak geregeld en/of laten regelen, en/of
- voor die [betrokkene 35] (een) werkplek(ken) geregeld waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 35] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of
- die [betrokkene 35] als prostituee laten werken en/of toegezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 35] als prostituee en/of die [betrokkene 35] (verder) in de gaten gehouden en/of gecontroleerd en/of de keuze-/bewegingsvrijheid van die [betrokkene 35] ingeperkt en/of
- die [betrokkene 35] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, [verdachte NT] en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 35] (aldus) in een van hen/hem, [verdachte NT] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gebracht/gehouden en/of
- die [betrokkene 35] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 35] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van die [verdachte NT] en diens mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks bovengenoemde periode te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door voor voornoemde [betrokkene 35] (mede) (een) werkplek(ken) te regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 35] (mede) naar haar werkplek(ken) te brengen en/of die [betrokkene 35] (als prostituee) voor voormelde [verdachte NT] (mede) in de gaten te houden en/of in de gaten te laten houden en/of (mede) te controleren en/of te laten controleren.
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand april 2005 tot en met de maand juli 2005 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 38], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 38] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 38]
en/of
- die [betrokkene 38] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 38] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 38] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 38] en/of
- die [betrokkene 38] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 38] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 38]'s, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers zijnde/hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 38] een (liefdes)relatie aangegaan en/of die [betrokkene 38] (aldus) (emotioneel) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- voor die [betrokkene 38] (een) werkplek(ken) geregeld en/of laten regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 38] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of laten brengen en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of laten ophalen en/of
- die [betrokkene 38] als prostituee laten werken en/of toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 38] als prostituee en/of die [betrokkene 38] (verder) in de gaten gehouden en/of in de gaten laten houden en/of gecontroleerd en/of laten controleren en/of de keuze-/ bewegingsvrijheid van die [betrokkene 38] ingeperkt en/of laten inperken en/of
- die [betrokkene 38] een naamtatoeage ('[Y]') op haar lichaam laten zetten en/of
- die [betrokkene 38] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 38] (aldus) in een (verder) van hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- een of meer medeprostituees van die [betrokkene 38] geslagen en/of die [betrokkene 38] bedreigd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 38] geen of (te) weinig weerstand tegen verdachte en/of verdachtes mededader(s) kon/durfde te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 38] ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of
- die [betrokkene 38] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 38] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van verdachte en verdachtes mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie en/of
- die [betrokkene 38] medegedeeld dat als een meisje bij hen/hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), zou weggaan en in de prostitutie zou blijven werken, zij een (afkoop)bedrag van 30.000,- euro of daaromtrent, althans enig (afkoop)bedrag, moest betalen en/of
- die [betrokkene 38] gedreigd haar ouders op de hoogte te brengen van haar werk als prostituee (indien zij naar de politie zou stappen);
Althans, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, ter zake dat
[verdachte PT] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand april 2005 tot en met de maand juli 2005 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [betrokkene 38], (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 38] heeft/hebben, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 38]
en/of
- die [betrokkene 38] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 38] heeft/hebben, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [betrokkene 38] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
- (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [betrokkene 38] en/of
- die [betrokkene 38] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhei(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) perso(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [betrokkene 38] heeft/hebben, heeft gedwongen dan wel bewogen die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [betrokkene 38], seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers zijnde/hebbende die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) (telkens)
- met voornoemde [betrokkene 38] een (liefdes)relatie aangegaan en/of die [betrokkene 38] (aldus) (emotioneel) van hen/hem, [verdachte NT] en/of diens mededader(s), afhankelijk gemaakt en/of
- voor die [betrokkene 38] (een) werkplek(ken) geregeld waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 38] naar haar werkplek(ken) gebracht en/of van haar werkplek(ken) opgehaald en/of
- die [betrokkene 38] als prostituee laten werken en/of toegezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [betrokkene 38] als prostituee en/of die [betrokkene 38] (verder) in de gaten gehouden en/of gecontroleerd en/of de keuze-/ bewegingsvrijheid van die [betrokkene 38] ingeperkt en/of
- die [betrokkene 38] een naamtatoeage (['Y']) op haar lichaam laten zetten en/of
- die [betrokkene 38] (het) door haar met/in de prostitutie verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan hen/hem, [verdachte NT] en/of diens mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of die [betrokkene 38] (aldus) in een (verder) van hen/hem, [verdachte NT] en/of diens mededader(s), afhankelijke positie gehouden en/of
- een of meer medeprostituees van die [betrokkene 38] geslagen en/of die [betrokkene 38] bedreigd en/of onder druk gezet en/of (aldus) een dermate dreigende sfeer gecreëerd dat die [betrokkene 38] geen of (te) weinig weerstand tegen die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) kon/durfde te bieden en/of voortgebouwd op de bij die [betrokkene 38] ontstane angst voor (verder) geweld van de zijde van die [verdachte NT] en/of diens mededader(s) en/of
- die [betrokkene 38] vrees ingeboezemd voor repressie en/of repercussie jegens haar en/of haar familie en/of haar vrienden en/of
- die [betrokkene 38] in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet kon onttrekken aan de van die [verdachte NT] en diens mededader(s) uitgaande groepsdwang en/of groepsintimidatie en/of
- die [betrokkene 38] medegedeeld dat als een meisje bij hen/hem, [verdachte NT] en/of diens mededader(s), zou weggaan en in de prostitutie zou blijven werken, zij een (afkoop)bedrag van 30.000,- euro of daaromtrent, althans enig (afkoop)bedrag, moest betalen en/of
- die [betrokkene 38] gedreigd haar ouders op de hoogte te brengen van haar werk als prostituee (indien zij naar de politie zou stappen),
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks bovengenoemde periode te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door voor voornoemde [betrokkene 38] (mede) (een) werkplek(ken) te regelen waar zij als prostituee kon werken en/of die [betrokkene 38] (mede) naar haar werkplek(ken) te brengen en/of die [betrokkene 38] (als prostituee) voor voormelde [verdachte NT] (mede) in de gaten te houden en/of in de gaten te laten houden en/of (mede) te controleren en/of te laten controleren.
In de zaak met parketnummer 08/936020-07 luidt de tenlastelegging aan de verdachte dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 30 april 2006 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of België en/of Turkije,
heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit verdachte en/of een of meer van de volgende personen [verdachte SB] en/of [verdachte HB] en/of [verdachte UT] en/of [verdachte MD] en/of [verdachte BI] en/of verdachte (‘de organisatie SB’)
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273a Wetboek van Strafrecht (oud) en/of 273 f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het sexueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) en/of
- (zware) mishandeling, als bedoeld in artikel 300 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mishandeling onder ander bestond uit het slaan en/of stompen en/of schoppen van (meerdere) personen (prostituees, klanten van prostituees en pooiers) en het laten uitvoeren van borstvergrotingen en het laten aanbrengen van tatoeages en/of
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben van steek- en/of vuurwapens) en/of
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht/bedreiging met zware mishandeling als bedoeld in artikel 285 Wetboek van Strafrecht (onder andere het bedreigen van prostituees en klanten van prostituees) en/of
- afpersing als bedoeld in artikel 317 Wetboek van Strafrecht (onder andere het afhandig maken van geld van prostituees).
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2006 tot en met 30 januari 2008, althans tot en met 30 april 2007, te Utrecht en/of Alkmaar en/of Amsterdam en/of Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of België en/of Turkije heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit [verdachte NT] en/of [verdachte MC] en/of [verdachte PT] en/of verdachte (‘de organisatie [NT]’), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273a (oud) van het Wetboek van Strafrecht en/of 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) en/of
- (zware) mishandeling, als bedoeld in artikel 300 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die (zware) mishandeling onder andere bestond uit het slaan en/of stompen en/of schoppen van (meerdere) personen (prostituees, klanten van prostituees en/of pooiers) en/of
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, als bedoeld in artike1 285 van het Wetboek van Strafrecht onder andere het bedreigen van prostituees en/of klanten van prostituees) en/of
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld hij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben van steek en/of vuurwapens) en/of
- afpersing als bedoeld in artikeI 3l7 van het Wetboek van Strafrecht (onder andere het
afhandig maken van geld van prostituees).
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten in de bewezenverklaring verbeterd. Daardoor wordt verdachte niet geschaad in zijn verdediging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake parketnummer 08/963007-08 feit 1, 2 primair, 3 primair en ter zake parketnummer 08/963020-07 feit 1 en 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van vier jaren, met aftrek van het voorarrest.
4.1 De geldigheid van de dagvaarding
4.1.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de dagvaarding die betrekking heeft op artikel 140 Sr (parketnummer 08/963020-07) nietig is. Het door de officier van justitie in het requisitoir ingenomen standpunt, dat er sprake is van één organisatie, staat volgens de verdediging zo haaks op de tenlastelegging dat deze daardoor onbegrijpelijk c.q. innerlijk tegenstrijdig wordt.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij repliek aangevoerd dat dit verweer verworpen dient te worden.
4.1.2 De overwegingen van de rechtbank
De tenlastelegging (na wijziging) ziet op twee opvolgende periodes (feit 1 en feit 2) waarin verdachte zou hebben deelgenomen aan een criminele organisatie. Bij requisitoir heeft de officier van justitie de visie van het openbaar ministerie op de vorming, ontwikkeling en uiteindelijke splitsing van die organisatie(s) toegelicht. In de kern begrijpt de rechtbank die visie aldus, dat verdachte verweten wordt aan twee organisaties deelgenomen te hebben. Oorspronkelijk aan de (enige) organisatie [SB] (feit 1) en per mei 2006 (tekst tenlastelegging) of augustus 2006 (standpunt bij requisitoir) aan de afgesplitste organisatie
[NT]. Wat precies het standpunt van de officier is voor wat betreft de ‘scheidingsdatum’ is een vraag die voor de bewijsvraag van belang is. Voor de geldigheid van de dagvaarding heeft dat niet tot gevolg dat deze, op de summier door de raadsman aangevoerde grond, nietig zou zijn. Het verweer wordt verworpen.
4.2 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
4.2.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft niet ontvankelijkheid van de officier van justitie bepleit omdat zij een veroordeling vordert in een strafproces waarin contra legem is gehandeld. Die contra legem handeling betreft het verhoor van een getuige ([verdachte MC]) door de rechter-commissaris te Almelo. Deze rechter-commissaris was niet bevoegd tot dat verhoor omdat de strafzaak tot de bevoegdheid van de rechtbank te Utrecht behoort.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij repliek aangevoerd dat dit verweer verworpen moet worden omdat dit een kennelijke schrijffout betreft en verdachte door die fout niet in zijn belangen geschaad is.
4.2.2 De overwegingen van de rechtbank
De getuige [verdachte MC] is op verzoek van de verdediging als getuige gehoord. Het verhoor door de rechter-commissaris heeft op 12 oktober 2009 te Almelo plaatsgevonden, in aanwezigheid van onder meer mr. U. Sarikaya, raadsman van verdachte. Abusievelijk is door de rechter-commissaris boven het proces-verbaal van verhoor vermeld ‘Rechtbank Almelo’ in plaats van ‘Rechtbank Utrecht, nevenzittingsplaats Almelo’. De rechtbank merkt dat aan als een kennelijke verschrijving. Verdachte is daardoor op geen enkele wijze in zijn belangen geschaad. De rechtbank is van oordeel dat er dan ook geen sprake is van een strafproces waarin contra legem is gehandeld, zoals de raadsman aanvoert.
Reeds om die reden verwerpt de rechtbank het verweer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
Feitelijk gedeelte van de tenlastelegging
De tenlasteleggingen in de zaken van Sneep II zijn voor wat betreft de mensenhandel toegespitst op de in artikel 273a (oud)/273f en in een enkel geval ook in 250a (oud) Sr, telkens in het eerste lid omschreven onderdelen. De opbouw van de tenlastelegging is steeds dat eerst de onderdelen zijn omschreven, gevolgd door een passage die begint met ‘immers’, welke passage de feitelijke omschrijving bevat. De rechtbank duidt in haar overwegingen in voorkomende gevallen dat deel van de tenlastelegging soms aan als ‘het feitelijk deel van de tenlastelegging’ of ‘de feitelijke omstandigheden’ maar ook wel als ‘de feitelijkheden’. Met die laatste term wordt dan niet bedoeld: feitelijkheden in de zin van de als dwangmiddel in de delictsomschrijving opgenomen wetsterm. Wanneer dat wél wordt bedoeld, vermeldt de rechtbank dat uitdrukkelijk.
Artikel 273f, eerste lid aanhef en sub 4°, Sr
- Gebondenheid aan de tenlastelegging
De rechtbank stelt voorop dat de tenlastelegging er toe strekt voor de procesdeelnemers – zowel voor het openbaar ministerie en de rechter als voor de verdachte en eventueel de benadeelde partij – de inzet van het geding en de te volgen beslissingsstructuur met de vereiste duidelijkheid vast te leggen. Afgezien van de wettelijke wijzigings- en aanvullingsmogelijkheden (artikelen 312, 313 en 314 Sv) kan de rechter aan de tenlastelegging overeenkomstig haar kennelijke strekking een uitleg geven die met de bewoordingen ervan niet letterlijk overeenstemt, mits die uitleg met die bewoordingen niet onverenigbaar en ook overigens niet onbegrijpelijk is alsmede ook voor de andere procesdeelnemers duidelijk is. Eventuele kennelijke misslagen kunnen aldus worden hersteld (vgl. HR 27 juni 1995, NJ 1996, 126 en 127).
- Tenlastelegging in Sneep II
In de zaken die onder de naam Sneep II aan de rechtbank zijn voorgelegd, zijn de tenlasteleggingen die betrekking hebben op mensenhandel, in de meeste gevallen volgens een vast patroon opgebouwd. Primair wordt verdachte verweten dat hij als pleger of medepleger betrokken is geweest, subsidiair is medeplichtigheid tenlastegelegd. In vrijwel alle zaken is onder meer artikel 273f, eerste lid sub 4°Sr, of de corresponderende strafbaarstelling in de vervallen artikelen 273a (oud) en 250a (oud) Sr, tenlastegelegd. Dit onderdeel ziet op degene die in een door een ander gecreëerde uitbuitingssituatie of situatie van onvrijwilligheid (dat zijn de onder 1° genoemde omstandigheden waarbij een dwangmiddel is gebruikt ) enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten. Volgens de wetsgeschiedenis is deze culpoze variant ingevoerd met het oog op personen voor wie niet bewijsbaar geldt dat zij zelf de dwangmiddelen hebben aangewend om een vrouw te dwingen of te bewegen zich tot prostitutie beschikbaar te stellen, maar die, in een situatie waarin een vrouw door anderen daartoe gedwongen of bewogen zich prostitueert, zelf iets doet waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de vrouw zich daardoor prostitueert. In gewoon Nederlands: iemand doet iets, waarvan hij weet of moet vermoeden, dat een vrouw die in een uitbuitingssituatie verkeert, zich daardoor prostitueert.
- Bewijsvraag
Voor alle verdachten is een vrijwel gelijkluidende tenlastelegging uitgebracht. Voor vrijwel alle verdachten is gerequireerd tot bewezenverklaring van het (mede)plegen van mensenhandel bij alle vrouwen. Het is de taak van de rechtbank op basis van de tenlastelegging tot een oordeel te komen. De rechtbank constateert bij beantwoording van de bewijsvraag dat niet alle verdachten op eenzelfde wijze bij de verweten gedragingen betrokken zijn geweest. Daardoor kan in veel gevallen opzet en/of medeplegen niet bewezenverklaard worden.
- Sub 4°
De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of het gedachtestreepje dat ziet op sub 4° in die gevallen bewezen kan worden.
In het huidige sub 4° - en de voorlopers daarvan in de inmiddels vervallen artikelen 273a (oud) en 250a (oud) Sr - heeft de wetgever, voor zover in deze zaak van belang, naar het oordeel van de rechtbank twee situaties strafbaar willen stellen, te weten:
1) een ander met de onder lid 1, sub 1° genoemde middelen dwingen of bewegen, zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid of diensten, en
2) onder de omstandigheden van lid 1, sub 1°, enige handeling ondernemen waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat een ander zich daardoor beschikbaar stelt voor het verrichten van arbeid of diensten.
Onder 1) valt de uitbuiter zelf, onder 2) bijvoorbeeld degene die door de officier is aangeduid als “facilitator”, ofwel een persoon die op de hoogte is van de uitbuiting en daarbij zelf ook enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moeten vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele diensten.
De officier van justitie heeft steeds de delictsomschrijving van sub 4° in zijn geheel tenlastegelegd, ook al had zij, zo leidt de rechtbank uit het requisitoir af, soms alleen het oog op het tweede deel van sub 4°.
De rechtbank loopt door deze wijze van tenlasteleggen tegen een probleem op. In gevallen waarin de rechtbank niet kan bewijzen dat verdachte zelf de pleger van de uitbuiting was en dus zal vrijspreken van het eerste deel van sub 4°, blijft het tweede deel van dat gedachtestreepje over. Dat tweede deel is: dat verdachte “onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die vrouw zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten”, waarna onder “immers” de feitelijke handelingen van de uitbuiter volgen.
De rechtbank is van oordeel dat de overgebleven zin “onder genoemde omstandigheden enige handeling ondernemen” onvoldoende concreet en feitelijk is. Waar doelt de steller van de tenlastelegging dan op? De genoemde omstandigheden worden daarin immers niet meer genoemd, nu het eerste deel van de tenlastelegging is weggestreept. Bovendien zijn de feitelijkheden die na “immers” volgen, geen uitwerking van “enige handeling” die door verdachte wordt verricht. De feitelijkheden die door verdachte worden verricht, staan namelijk in de tenlastelegging genoemd onder het subsidiair tenlastegelegde, ter invulling van de medeplichtigheid.
De rechtbank heeft zich afgevraagd of zij de tenlastelegging verbeterd zou kunnen en moeten lezen in die zin dat de steller van de tenlastelegging het volgende heeft bedoeld ten laste te leggen: dat een medeverdachte (de uitbuiter) de vrouw heeft gedwongen of bewogen, met de dwangmiddelen van lid 1 sub 1°, om zich beschikbaar te stellen voor arbeid en diensten, door de na “immers” genoemde feitelijkheden te verrichten, terwijl verdachte onder die omstandigheden, enige handeling heeft verricht, te weten de handelingen die onder het subsidiair tenlastegelegde staan, ter invulling van de medeplichtigheid. Die feitelijkheden zou de rechtbank daar dan moeten inlezen.
Een dergelijke reconstructie is naar het oordeel van de rechtbank echter niet een uitleg van de tenlastelegging die valt binnen de door de Hoge Raad getrokken grenzen.
- De conclusie
De rechtbank zal verdachte in dergelijke gevallen (ook) vrijspreken van het deel van de tenlastelegging dat ziet op het als artikel 273f/273a (oud), onder sub 4°/250a (oud) sub 1° Sr tenlastegelegde.
5.1 [Betrokkene 7] (tenlastelegging 08/963007-08 onder feit 1)
5.1.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie requireert tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak.
5.1.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Aan verdachte is onder 1 medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 7] tenlastegelegd. De tenlastelegging bevat een groot aantal feitelijkheden die de uitwerking vormen van de tenlastelegging voor zover die is toegesneden op artikel 273a (oud), eerste lid aanhef, sub 1°, 3°, 4°, 6° en 9° Sr.
De verklaringen van [betrokkene 7] en verdachte
[Betrokkene 7] is in deze zaak twee keer gehoord door de politie. Op 8 mei 2008 legt ze een verklaring af en op 14 mei 2008 wil ze niet meer verklaren. Verder is ze drie keer gehoord door de rechter-commissaris, op 8 januari 2008, op 6 oktober 2008 en op 2 oktober 2009. In haar laatste verhoor bij de rechter-commissaris beroept ze zich op haar verschoningsrecht. Ze wil niet verklaren over verdachte, met wie ze verloofd is.
[Betrokkene 7] verklaart dat ze begin 2005 in Utrecht heeft gewerkt. In 2005 leert ze verdachte kennen. Over het moment waarop ze verdachte heeft ontmoet, verklaart ze tegenstrijdig. In 2006 heeft ze een aantal weken niet gewerkt. Medio 2006 gaat ze in Amsterdam werken. Ze verklaart dat verdachte haar vriend is en dat hij zich niet met haar werk bemoeit. Ze zegt ze dat zij door niemand werd gedwongen om in de prostitutie te werken.
Verdachte beroept zich op zijn zwijgrecht als hij door de politie wordt gehoord.
Bewijsmiddelen: de tapgesprekken
In het dossier bevinden zich tapgesprekken uit januari, februari en maart 2006 tussen ene [F] en [betrokkene 7] en ene [betrokkene 107] en [betrokkene 7]. Uit een paar gesprekken blijkt dat deze [F] [betrokkene 7] ziet terwijl ze aan het werk is en dat hij weet wie er bij haar naar binnen is gegaan. Ook wordt er in die gesprekken over geld gesproken. [Betrokkene 7] zegt hoeveel ze verdiend heeft of hoeveel ze nog moet. De toon van de gesprekken lijkt over het algemeen vriendelijk te zijn. In één gesprek tussen [betrokkene 7] en [betrokkene 107] (pagina 46H/23743) is [betrokkene 107] boos. Hij vraagt waarom ze hem zonder geld naar Duitsland heeft laten rijden. Hij moet…geld geven. Hij zegt dat ze er daarom deze week flink tegenaan moet. “Deze week was weer klote (…) Wanneer heb ik je voor het laatst om geld gevraagd?” “Al lang niet meer” zegt ze. Uit deze gesprekken zou controle over die [betrokkene 7] en haar verdiensten kunnen worden afgeleid. Er zijn ook tapgesprekken waaruit blijkt dat [betrokkene 7] in januari 2006 verdwenen is en waarin [betrokkene 107] zich zorgen maakt over [betrokkene 7]: “Ik maak me echt zorgen. Gewoonlijk schrijft ze wel. Als ze niet meer wil is het ook OK. Ik zeg dat altijd. We kunnen toch als vrienden uit elkaar gaan. Maar niet deze shit. Ik kan niet meer” (pagina 46H/23786). Verder is er een tapgesprek waarin [betrokkene 7] [betrokkene 107] geld aanbiedt en [betrokkene 107] zegt “Ik neem geen geld ik kom ook niet voor geld, hoe praat je”. In datzelfde gesprek maant hij haar ook aan eten en drinken voor zichzelf te kopen. “Als je niet eet en drinkt spreek ik geen woord meer met je (…). Zo diep zijn we niet gezonken. We hebben toch nog altijd wel 10 euro voor drinken. OK schatje” (pagina 46H/23798).
Nog daargelaten dat uit het dossier niet blijkt dat en hoe is vastgesteld dat het verdachte en [betrokkene 7] zijn die aan deze gesprekken deelnemen, zijn deze gesprekken voor meerdere uitleg vatbaar. De rechtbank kan uit deze gesprekken in onderling verband bezien, niet zonder meer afleiden dat [betrokkene 7] gedwongen werd door verdachte om te werken in de prostitutie en/of haar geld af te staan.
De verklaringen van [betrokkene 34], [betrokkene 38], [betrokkene 43] en [betrokkene 11]
De officier van justitie noemt als bewijs de verklaringen van [betrokkene 34], [betrokkene 38], [betrokkene 43] en [betrokkene 11]. De verdediging stelt dat de verklaring van [betrokkene 11] moet worden uitgesloten van het bewijs, nu de verdediging niet in de gelegenheid is geweest die getuige vragen te stellen en haar verklaring niet ondersteund wordt door enig ander bewijsmiddel.
[Betrokkene 34] verklaart uit eigen waarneming dat [betrokkene 7] met haar meereed naar het werk, in de prostitutie werkte en lange dagen maakte. Haar werknaam was [A]. [Betrokkene 7] heeft haar verteld dat ze zoveel moest werken dat ze niet genoeg kon slapen. Ze werkte 12 uur per dag en ze moest al haar geld afstaan. Ze moest in het begin minimaal 1.000 euro per dag verdienen van verdachte en mocht niet met minder dan 500/600 euro thuiskomen, anders kreeg ze klappen. [Betrokkene 7] werd geslagen door verdachte. Ze zou een keer tegen het dashboard zijn geslagen en is een keer in het water gegooid door verdachte.
Over de dwang, het geweld en de angst van [betrokkene 7], verklaart [betrokkene 34] niet uit eigen waarneming maar geeft ze weer wat ze heeft ze heeft gehoord van [betrokkene 7]. Nu [betrokkene 7] zelf niets over dwang en geweld verklaart, rijst de vraag hoe betrouwbaar de verklaring van [betrokkene 34] is. De verklaring van [betrokkene 34] boet daardoor aan bewijskracht in.
[Betrokkene 11] verklaart dat [A] (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 7]) haar geld aan verdachte gaf. Dat weet ze omdat ze een tijdje bij haar in huis heeft gewoond. [A] heeft haar nooit echt gezegd dat verdachte haar dwong om te werken in de prostitutie, maar ze was wel heel bang voor hem. [betrokkene 11] is er nooit bij geweest dat verdachte [A] sloeg. Ze kan zich niet herinneren ooit letsel te hebben gezien.
Ook [betrokkene 11] verklaart niet concreet en uit eigen waarneming over dwang en geweld.
[betrokkene 38] en [betrokkene 43] verklaren niet belastend over verdachte in combinatie met [betrokkene 7].
Overig bewijs
Verder bevinden zich in het dossier mutaties en processen-verbaal van bevindingen waaruit blijkt dat [betrokkene 7] als prostituee werkt en wordt opgehaald door een snorder en de verklaring van [betrokkene 130]. Hij verklaart dat [betrokkene 7] door een man, die hij herkent als verdachte, wordt opgehaald van de Wallen. De man vroeg [betrokkene 130] om op [A] te passen. Nog daargelaten dat de periode waarover hij verklaart niet duidelijk is, blijkt ook uit deze verklaring niet van enige dwang.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende bewijs is voor de tenlastegelegde dwangmiddelen, zodat zij hem zal vrijspreken van hetgeen aan verdachte ten aanzien van [betrokkene 7] is tenlastegelegd.
5.2 [Betrokkene 18] en [betrokkene 35] (tenlastelegging 08/963007-08 onder feit 1 en 2)
5.2.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie concludeert in beide zaken tot bewezenverklaring, bij [betrokkene 18] tenlastegelegd onder feit 1 en bij [betrokkene 35] onder feit 2 primair.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat verdachte moet worden vrijgesproken.
5.2.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Aan verdachte is medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 18] en medeplegen van, subsidiair medeplichtigheid aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 35] tenlastegelegd.
De tenlastelegging bevat ten aanzien van zowel [betrokkene 18] als [betrokkene 35] een groot aantal feitelijkheden die de uitwerking vormen van de tenlastelegging voor zover die is toegesneden op artikel 273a (oud), eerste lid aanhef, sub 1°, 3°, 4°, 6° en 9° Sr.
Bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de tenlastgelegde feiten is te vinden in de verklaring van [betrokkene 38]. Ze verklaart dat [betrokkene 35] en [betrokkene 18] in de prostitutie werkten. [Betrokkene 18] zou voor ene [F] werken en [betrokkene 35] voor ene [M]. [betrokkene 38] verklaart onder andere dat de vrouwen hun geld moesten afgeven en dat ze gecontroleerd werden en [betrokkene 18] zou door [F] zijn geslagen.
Daarnaast bevinden zich in het dossier processen-verbaal van bevindingen waaruit blijkt dat [betrokkene 18] als prostituee op het Zandpad werkt in bootje 162-3 en dat een man genaamd [betrokkene 115] op 18 augustus 2005 een vrouw afzet bij bootje 162-3. Deze processen-verbaal leveren echter geen bewijs op voor de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde feit. Voor het overige bevindt zich in het dossier voor dit feit geen ander bewijs.
Wat er ook zij van de betwiste betrouwbaarheid van de verklaring van [betrokkene 38], gelet op het voorschrift van artikel 342, tweede lid, Sv, is de enkele verklaring van [betrokkene 38] onvoldoende om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde te komen.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor de tenlastegelegde feitelijkheden en dus ook voor de dwangmiddelen. Daarom kan niet bewezen worden dat van de onder sub 1°, 3°, 4°, 6° of sub 9° bedoelde situatie sprake was. Aan beantwoording van de vraag of verdachte bij een en ander als pleger, medepleger of medeplichtige betrokken is geweest, komt de rechtbank derhalve niet meer toe.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van deze tenlastegelegde feiten.
5.3 [Betrokkene 38] (tenlastelegging 08/963007-08 onder feit 3)
5.3.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat verdachte moet worden vrijgesproken.
5.3.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Aan verdachte is medeplegen van, subsidiair medeplichtigheid aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene 38] tenlastegelegd. De tenlastelegging bevat een groot aantal feitelijkheden die de uitwerking vormen van de tenlastelegging voor zover die is toegesneden op artikel 273a (oud), eerste lid aanhef, sub 1°, 4°, 6° en 9° Sr.
De verklaring van [betrokkene 38]
Als bewijs daarvoor bevindt zich in het dossier de verklaring van [betrokkene 38]. Ze verklaart onder andere dat ze door [verdachte PT] en [verdachte FT] naar een raam in Alkmaar is gebracht. Ze moest haar geld afstaan aan [verdachte PT] en ze werd door [verdachte PT] en [verdachte FT] gecontroleerd. [Verdachte PT] zou ook haar werktijden bepalen. Over [M] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [verdachte NT]) zegt ze niet veel te weten.
Mogelijk steunbewijs
Door de officier van justitie wordt als bewijs genoemd de verklaring van [betrokkene 43], die in 2005 gedurende twee maanden een kamer verhuurde aan [betrokkene 38]. Ze verklaart dat [betrokkene 38] een tatoeage met de naam van haar man [verdachte PT] had. Deze verklaring levert naar het oordeel van de rechtbank geen bewijs op voor de tenlastegelegde feitelijkheden. Het is immers niet duidelijk of die tatoeage bij [betrokkene 38] tegen haar wil is aangebracht. [Betrokkene 38] zelf verklaart daarover niets.
Ook de door de officier van justitie genoemde verklaring van [betrokkene 52] levert geen steunbewijs op. Nog daargelaten dat [betrokkene 52] verklaart wat ze van [betrokkene 38] heeft gehoord, zodat het bewijs uit dezelfde bron afkomstig is, is de verklaring naar het oordeel van de rechtbank niet bruikbaar omdat deze haaks staat op de verklaring van [betrokkene 38]. [Betrokkene 52] verklaart immers dat zij van [betrokkene 38] hoorde dat ze onder druk voor [M] had moeten werken en dat [M] meisjes of mensen van de groep mishandelde, terwijl [betrokkene 38] zelf heeft verklaard dat ze over [M] niet veel wist te zeggen.
Wat er ook zij van de door de verdediging betwiste betrouwbaarheid van de verklaring van [betrokkene 38], gelet op het voorschrift van artikel 342, tweede lid, Sv, is de enkele verklaring van [betrokkene 38] onvoldoende om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde te komen.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat het dossier slechts één bewijsmiddel bevat voor de tenlastegelegde feitelijkheden en dus ook voor de dwangmiddelen. Daarom kan niet bewezen worden dat van de onder sub 1°, 4°, 6° of sub 9° bedoelde situatie sprake was. Aan beantwoording van de vraag of verdachte bij een en ander als pleger, medepleger of medeplichtige betrokken is geweest, komt de rechtbank derhalve niet meer toe.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5.4 Deelneming aan een criminele organisatie (tenlastelegging onder parketnummer
08/963020-07, feit 1 en 2)
5.4.1 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 tenlastegelegde deelneming aan een criminele organisatie.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van deze tenlastegelegde feiten bepleit.
5.4.2 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Juridisch kader
Volgens bestendige jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr worden verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Het oogmerk van die organisatie, te weten het plegen van misdrijven, hoeft in de tenlastelegging niet nader omschreven te zijn, maar zal uit de bewijsmiddelen moeten blijken. Voor het bewijs van dit oogmerk zal o.a. betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Niet hoeft te worden bewezen dat verdachte in meerdere misdrijven heeft geparticipeerd. Er is sprake van deelnemen aan de organisatie indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor deelneming is voldoende dat betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. De betrokkene behoeft dus geen wetenschap te hebben van één of verscheidene concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.
Bestaan van (een) organisatie(s)?
De rechtbank komt niet toe aan beantwoording van de vraag of het bestaan van de onder feit 1 en 2 tenlastegelegde organisaties bewezenverklaard kan worden omdat de vraag of verdachte aan dergelijke organisaties heeft deelgenomen reeds ontkennend beantwoord moet worden.
Deelneming door verdachte?
Verdachte heeft met betrekking tot vragen over zijn vermeende deelneming aan een criminele organisatie gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht.
Er bevindt zich in het dossier een aantal tapgesprekken en getuigenverklaringen waaruit afgeleid zou kunnen worden dat verdachte in de tenlastegelegde periodes contact heeft gehad met [verdachte NT], [verdachte NT] en [verdachte SB]. Ook zou uit die bewijsmiddelen afgeleid kunnen worden dat verdachte een keer op verzoek van [verdachte NT] een kamer heeft geregeld en dat hij een keer op verzoek van [verdachte PT] € 100 heeft gegeven aan een bodyguard. Uit deze bewijsmiddelen blijkt naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat verdachte tot de onder feit 1 en 2 tenlastegelegde organisaties behoorde.
Uit de door de officier van justitie overigens genoemde bewijsmiddelen blijkt evenmin dat verdachte wist (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat het oogmerk van de organisaties onder meer bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen. Nu niet blijkt van die wetenschap van verdachte, kan ook niet bewezen worden dat verdachte heeft deelgenomen aan de tenlastegelegde organisaties. De rechtbank zal hem daarom vrijspreken van deze feiten.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte op dit onderdeel is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5.5 Afsluitende overwegingen
Inleiding
De rechtbank zal bij gebrek aan bewijs anders dan de officier van justitie heeft gevorderd voor alle feiten vrij spreken. De rechtbank realiseert zich dat dit bevreemding kan wekken gelet op zowel de inhoud van de tenlastelegging als die van het requisitoir. De rechtbank overweegt daarom nog het volgende.
Inhoud dossier, tenlastelegging en requisitoir.
De officier van justitie heeft in het requisitoir voorbeelden opgesomd van gruwelijkheden waaraan verdachte en zijn mededaders zich naar het oordeel van het openbaar ministerie hebben schuldig gemaakt. Daarbij spreekt de officier in algemeenheden.
Zo is genoemd dat de vrouwen zeer vernederende handelingen en bejegeningen moesten ondergaan: (anale) verkrachtingen, brandmerken door middel van tatoeages, op hen urineren, gedwongen abortussen en bepalen door verdachten van de omvang van borstvergroting(en).
De rechtbank stelt vast dat de opgesomde handelingen en bejegeningen slechts enkele keren in de tenlasteleggingen van de in Sneep II terecht staande verdachten zijn opgenomen. Het urineren op vrouwen is in geen enkele zaak tenlastegelegd.
De rechtbank stelt ook vast dat bij vrijwel alle wél tenlastegelegde handelingen daarvan wegens het ontbreken van bewijs zal worden vrijgesproken. Slechts één keer is bewezen geacht dat een vrouw is bewogen om een tatoeage te laten zetten en in één zaak kan bewezen worden dat verdachte als dwangmiddel bij mensenhandel, met een slachtoffer tegen haar wil seksuele handelingen heeft verricht.
De officier geeft verder als voorbeeld dat leden (cursivering van de rechtbank) van de groep vrouwen (cursivering van de rechtbank) aan elkaar cadeau gaven (bijvoorbeeld [betrokkene 39]). De rechtbank stelt vast dat in het hele dossier één keer sprake is geweest van een dergelijk “cadeau”, daar waar [verdachte SB] tegen [verdachte BK] zegt dat hij hem [betrokkene 39] cadeau geeft. Dit is in geen enkele zaak tenlastegelegd.
Verder zouden de paspoorten van de vrouwen vaak zijn ingenomen. Dit is bij geen enkele verdachte opgenomen in de tenlastelegging. Op basis van het dossier kan vastgesteld worden dat dit in één geval, bij [betrokkene 22], is gebeurd.
Er zou in Vinkeveen tegen groepskorting een bungalowpark zijn afgehuurd om vrouwen en leden van de criminele organisatie onder te kunnen brengen. Tenlastegelegd is het niet.
Vrouwen moesten kort na de (borstvergrotende) operatie weer aan het werk gaan. Dit is in geen enkele tenlastelegging opgenomen en de rechtbank heeft het evenmin kunnen vaststellen.
Conclusie
Samengevat: de inhoud van het requisitoir schetst een beeld van feiten die zouden hebben plaatsgevonden, welk beeld in de tenlasteleggingen niet altijd niet is terug te vinden en in de gevallen waarin dat anders is, slechts in de twee genoemde gevallen in een bewezenverklaring uitmondt.
De rechtbank overweegt dat door de formulering van het requisitoir, bedoeld of onbedoeld, de indruk wordt gewekt dat de beschreven praktijk een algemene was. Dat alle vrouwen die in het Sneepdossier als slachtoffer worden genoemd, door het openbaar ministerie becijferd op 120, aan al deze gruwelijkheden blootgesteld zijn geweest. En ook dat alle verdachten zich hieraan hebben schuldig gemaakt, althans daarbij betrokken waren. Dat draagt bij aan een beeldvorming, ook in de media en maatschappij, die op gespannen voet staat met de feiten zoals die op basis van het dossier kunnen worden vastgesteld.
De rechtbank wil niet de ernst van de wel bewijsbare feitelijkheden bagatelliseren of iets afdoen aan de ernst van mensenhandel. De rechtbank hecht er echter aan om het door de officier van justitie geschetste beeld te relativeren, in die zin dat een substantieel aantal van de in het requisitoir genoemde algemeenheden niet zijn tenlastegelegd en geen onderbouwing vinden in het dossier en dat een groot deel van de aan verdachten wel tenlastegelegde feiten niet bewezen kan worden.
vrijspraak
verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/963020-07 feit 1 en 2 en het onder parketnummer 08/963007-08 feit 1, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.C. Geeve, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. H. Stam, rechters, in tegenwoordigheid van J. Last, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2011.